Onderzoek gang van zaken rond screening SPPH afgerond
25 maart 2004 - Griffie
De commissie onderzoek screening SPPH heeft 25 maart haar rapport
gepresenteerd en overhandigd aan de gemeenteraad. Ze concludeert in
haar rapport dat de gemeenteraad niet goed is geïnformeerd, het
screeningsadvies geen rol speelde bij de keuze van het GVB niet met de
SPPH in zee te gaan, ambtenaren en bestuurders van de gemeente niet
professioneel hebben gehandeld en checks and balances op gebied van
screening dringend aandacht behoeven en een ruimhartig aanbod tot
mediation zou passen.
De commissie onderzoek screening SPPH heeft 25 maart haar rapport
gepresenteerd en overhandigd aan de gemeenteraad. Ze concludeert in
haar rapport dat de gemeenteraad niet goed is geïnformeerd, het
screeningsadvies geen rol speelde bij de keuze van het GVB niet met de
SPPH in zee te gaan, ambtenaren en bestuurders van de gemeente niet
professioneel hebben gehandeld en checks and balances op gebied van
screening dringend aandacht behoeven en een ruimhartig aanbod tot
mediation zou passen.
Achtergrond
Bureau SBA van de gemeente Amsterdam heeft in 2000 een screening
verricht naar de Stichting Pre-Professionele Hulpverlening (SPPH). De
SPPH wilde voor een onderzoeksopdracht van het GVB in aanmerking
komen. In afwijking van de gangbare procedure is de stichting niet op
de hoogte gesteld van het onderzoek. Zodra de SPPH van het bestaan van
het SBA-onderzoek en het daaruit voortvloeiende advies op de hoogte
was, heeft zij gevraagd om inzage in het advies. Bureau SBA en de
burgemeester hebben dit tot maart 2003 geweigerd. Deze gang van zaken
heeft geleid tot een in opdracht van de gemeenteraad van Amsterdam
uitgevoerd onderzoek. In dit onderzoek zijn vijf vragen beantwoord.
Bevindingen
Belangrijke conclusie van de onderzoekscommissie is dat er geen
schriftelijke bronnen zijn, waaruit onomstotelijk blijkt wat zich in
de wordingsgeschiedenis van de affaire met betrekking tot de screening
van SPPH precies heeft afgespeeld. Bij gesprekken met betrokkenen
worden herinneringen sterk ingekleurd door de invalshoek van waaruit
iemand bij beslissingen betrokken is geweest: vanuit het GVB, vanuit
Bureau SBA, vanuit het Stadhuis of vanuit de SPPH. De Commissie heeft
er daarom voor gekozen om de gereconstrueerde feiten vanuit die vier
perspectieven weer te geven.
Inhoudelijk zijn er vier conclusies te trekken:
* 1. Gemeenteraad is niet goed geïnformeerd
De burgemeester heeft met betrekking tot de weigering om de SPPH
inzage te verlenen in het screeningsadvies en motivering daarvan
onjuiste en onvolledige informatie aan de gemeenteraad verstrekt,
zoals de burgemeester ook zelf al heeft ingezien blijkens zijn brief
aan de raadscommissie Algemene Zaken van 2 juni 2003.
* 2. Screeningsrapport speelde geen rol bij besluit GVB niet met
SPPH in zee te gaan
De inhoud van het screeningsrapport heeft geen rol gespeeld bij het
besluit van het GVB om niet in zee te gaan met de SPPH. Wel vindt de
commissie dat het handelen van de gemeente met betrekking tot het
screeningsadvies het aanzien van SPPH heeft geschaad. Het staat voor
haar vast dat er vanuit de kring van het stadhuis en/of het GVB is
gehandeld in strijd met de vertrouwelijkheid die bij een dergelijk
advies hoort.
In hoeverre SPPH hierdoor financieel is benadeeld, heeft de commissie
niet onderzocht. Deze vraag moet in uiterste instantie door een
civiele rechter worden beantwoord. Wel zou een ruimhartig aanbod tot
mediation door de gemeente volgens de commissie passen.
* 3. Ambtenaren en bestuurders hebben niet professioneel gehandeld
De commissie concludeert verder dat betrokken ambtenaren en
bestuurders in deze zaak niet professioneel, dat wil zeggen niet
zakelijk en volgens gebruikelijke regels en procedures, hebben
gehandeld. Een gebrek aan integriteit in die zin, dat opzettelijk niet
te goeder trouw gehandeld zou zijn door bestuurlijk en ambtelijk
betrokkenen, acht de Commissie niet bewezen.
* 4. Gebrek checks en balances bij screening vragen dringend
aandacht
Het gebrek aan `checks en balances' bij de uitoefening van de
screenings-activiteit van de gemeente, vraagt volgens de commissie
dringend aandacht.
De vooronderzoekscommissie
In de raadsvergadering van 17 september 2003 is op voordracht van de
raadsleden Klerks (PVDA), Nederveen (VVD), Van Poelgeest (GroenLinks),
Res (CDA), Alberts (SP), Bruines (D66), Bakker (Leefbaar Amsterdam),
Kalt (Amsterdam Anders/de Groenen) en Van Oudenallen (Mokum Mobiel)
door de gemeenteraad een onderzoeksopdracht gegeven naar de gang van
zaken rond de screening van de Stichting Pre-Professionele
Hulpverlening.
Als leden van de onafhankelijke onderzoekscommissie werden benoemd J.
Kohnstamm (voorzitter), D.A. Peters en R.F. Ruers.
Vervolg
De onderzoekscommissie overhandigt haar rapport aan de opdrachtgever.
Deze zal het rapport verder bespreken.
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam