Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Projectverslag
Inspectieproject Intramurale Zorg 2003
A575

Looptijd van:
van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

Den Haag, januari 2004
Jacques van der Pols, Landelijk Projectleider

026-3557111

Samenvatting

In Nederland zijn er in totaal ongeveer 1700 verpleeg- en verzorgingshuizen, met in totaal 200.000 medewerkers. Ongeveer 25% van alle medewerkers in de gezondheidszorg zijn werkzaam in verpleeg- en verzorgingshuizen.
De meeste verpleeg- en verzorgingshuizen zijn aangesloten bij de branchevereniging Arcares. Voor deze sector bestaat een eigen CAO voor Arbeid en Gezondheid waarin afspraken tussen de sociale partners zijn gemaakt op het gebied van arbeidsomstandigheden. De Nederlandse Vereniging van Particuliere woon- zorgvoorzieningen (NeVeP) is een werkgeversorganisatie waarbij ongeveer 60 organisaties zijn aangesloten.

Aanleiding voor dit inspectieproject vormde de grote WAO-instroom en het gemiddeld hogere ziekteverzuim in de V&V sector, plus de uitkomsten uit een eerder inspectieproject in 2001. Het inspectieproject Intramurale Zorg 2003 richtte zich op de volgende onderwerpen: Risico-inventarisatie en ­evaluatie(RIE), biologische agentia, fysieke belasting van medewerkers in linnenkamers en keukens, bedrijfshulpverlening (BHV) en agressie, geweld en seksuele intimidatie. Er is wel voor gekozen deze inspectieonderwerpen in dit project aan de orde te stellen, maar per instelling vond een beperking plaats van het totale aantal inspectiepunten. Er zijn ruim 300 instellingen bezocht. De keuze van de onderwerpen komt vooral voort uit de analyse van ziekteverzuim- en WAO-gegevens in de zorg.

De doelstellingen van het inspectieproject Intramurale Zorg 2003 (IZ 2003) zijn:
· Handhaving van de Arbowetgeving in intramurale zorginstellingen, speciaal gericht op verpleeg- en verzorgingshuizen, op voornoemde relevante inspectiepunten;
· Informatie verzamelen ten behoeve van toekomstige handhavingtrajecten in de (intramurale) zorg;
· Vergelijking van de resultaten met de bevindingen in eerdere inspectieprojecten;
· Stimuleren van zelfwerkzaamheid, met betrekking tot arbeidsomstandigheden, in verpleeg- en verzorgingshuizen.

De inspecties zijn in het hele land uitgevoerd bij verpleeghuizen en verzorgingshuizen tussen 1 maart 2003 en 31 augustus 2003. Handhaving bij geconstateerde overtredingen heeft plaatsgevonden volgens het landelijk vastgestelde handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie.

Er zijn in totaal 1519 overtredingen aangetroffen bij de geïnspecteerde instellingen. Gemiddeld zijn er meer dan 5 overtredingen per instelling geconstateerd, waarvan de meeste betrekking hadden op biologische agentia, fysieke belasting, de BHV en de RI&E. Verder is per instelling 1 overtreding geconstateerd rond Agressie en Geweld en Seksuele Intimidatie. Bij 7 instellingen zijn geen overtredingen gevonden m.b.t. de geïnspecteerde onderwerpen.

De Arbeidsinspectie vindt het aantal aangetroffen overtredingen zorgwekkend hoog. De geïnspecteerde onderwerpen betreffen al langere tijd bekende arbeidsrisico's in de sector, terwijl tevens binnen de branche al diverse activiteiten zijn ondernomen om de instellingen te stimuleren deze risico's aan te pakken, ook door instrumentontwikkeling. In de praktijk blijkt echter dat de arbeidsrisico's op instellingsniveau onvoldoende worden aangepakt en dat tevens een goede verankering van de aanpak in het goed werkend arbozorgsysteem (met een actuele RI&E en plan van aanpak) ontbreekt.

Bij alle instellingen waar overtredingen geconstateerd zijn, zullen hercontroles plaatsvinden. Tevens zal de Arbeidsinspectie over deze bevindingen nader overleg voeren met de sociale partners in de sector om in overleg na te gaan hoe de situatie verbeterd kan worden.
Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 2 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

Inhoudsopgave

0. Samenvatting 2
1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 4
1.1 Aanleiding 4
1.1.1 Verzuimgegevens 4
1.1.2 Branche-organisatie 4
1.2 Doelstellingen van het project 5
1.3 Resultaten van eerder inspectieprojecten 5
2. Omvang van het project 6
2.1 Werkterrein/BIK's 6
2.2 Looptijd en aantallen inspectie 6
3. Opzet van het project 6 3.1 Globale opzet 6 3.2 Inspectiepunten 6 3.2.1 Handhavingsbeleid en Inspectiemethodiek 7 3.3 Publiciteit rondom het project 8
4. Inspectie- en monitorresultaten 8 4.1 Totaaloverzicht resultaten 8 4.1.1 Gehanteerde Handhavingsinstrumenten 8 4.1.2 Inspecties per interventie per zaak, per overtreding 8 4.2 Resultaten per inspectiepunt 9 4.2.1 Inspectiepunt RI & E 10 4.2.2 Inspectiepunt Biologische Agentia 10 4.2.3 Inspectiepunt Fysieke belasting 11 4.2.4 Inspectiepunt Bedrijfshulpverlening 11 4.2.5 Inspectiepunt A & G en S.I. 11
5 Conclusie en follow up 12

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 3 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004


1. Aanleiding en doel van het inspectieproject


1.1 Aanleiding

De aanleiding voor dit inspectieproject wordt gevormd door de grote WAO-instroom en het gemiddeld hogere ziekteverzuim in de sector V&V. De vele geconstateerde overtredingen in het inspectieproject uit 2001 onderbouwden deze aanleiding.
Medewerkers in de Intramurale zorg vormen een groot aandeel van de beroepsbevolking in Nederland. In totaal werken ongeveer 800.000 mensen in de zorg (ca. 500.000 fte's). De Arbeidsinspectie besteedt veel aandacht aan de zorgsector. Immers, de WAO- instroom uit de zorgsector is onrustbarend hoog. In absolute cijfers was de zorg in 2001 de grootste `leverancier'van de WAO met 17.000 gevallen. Ook procentueel blijkt de zorg bij de top instroom van de WAO te horen.
Binnen de zorgsector is de branche Verpleging en Verzorging met ongeveer 200.000 medewerkers een van de grootste branches. In het project Intramurale Zorg 2003 zijn inspecties uitgevoerd in verpleeg- en verzorgingshuizen (V&V).
Het inspectieproject Intramurale zorg 2003 richtte zich op de volgende onderwerpen :
· Risico-inventarisatie en ­evaluatie met plan van aanpak

· Biologische agentia, speciaal gericht op hepatitis (B)

· Bedrijfshulpverlening

· Agressie, geweld en seksuele intimidatie

· Fysieke belasting


1.1.1 Verzuimgegevens

Uit gegevens van Vernet verzuimnetwerk B.V., een onafhankelijke organisatie die gespecialiseerd is in verzuim- en risicoinformatie, over het jaar 2002 blijkt dat verzuim in de sector V&V met 7,4 procent gemiddeld 0,6 procent hoger is dan in de gezondheidssector als geheel. Het landelijke gemiddelde in alle sectoren lag in 2002 op 5,3 procent. De WAO-instroom in de zorg hangt blijkens UWV-gegevens samen te hangen met een aantal belangrijke oorzaken. Ongeveer 40 % van de gevallen is terug te voeren op klachten van het houdings- en bewegingsapparaat, 40% heeft psychische klachten als achtergrond heeft en
20% van de WAO instroom heeft betrekking op overige klachten. Voor sectoren buiten de zorg gold een verdeling van ongeveer 30%, 30%, 30%.


1.1.2 Branche-ontwikkelingen

De branchevereniging Arcares en de vakbeweging zijn zich zeer goed bewust van de problematiek op het gebied van arbeidsomstandigheden, hiertoe gestimuleerd door de gegevens over ziekteverzuim en WAO-instroom maar ook door de resultaten van de inspectieprojecten van de Arbeidsinspectie. De sector heeft geen arboconvenant, maar heeft er voor gekozen om vanuit de branchevereniging activiteiten te ontwikkelen rond de Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 4 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie

26 januari 2004

belangrijkste Arborisico's. Voorbeeld hiervan is de branchebreed ingezette methodiek van de tilthermometer (ontwikkeld door Locomotion) om branchebreed inzicht te krijgen in de stand van zaken op het gebied van fysieke belasting. Ook het uitgebreide
medewerkerstevredenheidsonderzoek dat binnen de branche werd uitgevoerd (Werk in Beeld, brancherapport 2002, Stichting Prismant, Utrecht) is een voorbeeld. De CAO voor Arbeid en Gezondheid voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen is een aparte en meerjarige CAO waarmee de sociale partners in de V&V sector de problemen op het gebied van arbeidsomstandigheden aanpakken. De CAO is van toepassing op organisaties die bij de branchevereniging Arcares zijn aangesloten.
Met het feitelijk inspecteren in de instellingen verschaft de Arbeidsinspectie zich een beeld van de concrete situatie in de instellingen.


1.2 Doelstellingen van het project

De doelstellingen van het inspectieproject Intramurale Zorg 2003 (IZ 2003) waren:
· handhaving van de Arbowetgeving in intramurale zorginstellingen, speciaal gericht op verpleeg- en verzorgingshuizen.

· Informatie verzamelen ten behoeve van toekomstige handhavingtrajecten in de (intramurale) zorg.

· Vergelijking van de resultaten met de bevindingen in eerdere inspectieprojecten
· De aandacht voor arbeidsomstandigheden in verpleeg- en verzorgingshuizen vergroten.

Op basis van het inspectieproject moesten de volgende aspecten naar voren komen:
· beeld van de stand van zaken binnen in verpleeg- en verzorgingshuizen rond de te inspecteren onderwerpen.

· nalevingspercentages van (aspecten van) de inspectieonderwerpen.
· identificatie van arbo-onderwerpen die binnen de branche speciale aandacht behoeven.

· gegevens die het mogelijk maken om bij latere inspectieprojecten in de intramurale zorg een vergelijking met andere branches in de zorg te maken.


1.3 Resultaten van eerdere inspectieprojecten

Begin 2001 werd door de Arbeidsinspectie een inspectieproject in de sector verpleeg- en verzorgingshuizen uitgevoerd. Dit inspectieproject richtte zich op de volgende onderwerpen: de Arbeidstijdenwet, aanwezigheid RI&E en vraagstukken op het gebied van seksuele intimidatie, agressie en geweld (Verslag Landelijk Project Verpleging en Verzorging 2001, A460). In 80% van de totaal 50 bezochte instellingen werden overtredingen geconstateerd. In
40% van de bezochte instellingen bleek de risico-inventarisatie niet aanwezig of onvolledig te zijn. In bijna 30 % van de instellingen bleek adequaat beleid op het gebied van seksuele intimidatie te ontbreken, het onderwerp agressie en geweld bleek in iets meer dan 30% van de Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 5 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie

26 januari 2004

instellingen onvoldoende in het beleid opgenomen. De resultaten van dit onderzoek zijn mede bepalend geweest voor de inhoud van het in 2003 uit te voeren inspectieproject.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 6 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie

26 januari 2004

In vergelijking tot het in 2001 uitgevoerde project was het project in 2003 groter en breder van opzet. Werden in 2001 bijna 50 instellingen bezocht, in het project 2003 werden ruim
300 instellingen bezocht. De onderwerpen agressie en geweld, seksuele intimidatie werden ook in het project 2003 beoordeeld.


2. Omvang van het project


2.1 Werkterrein/BIK's

Verpleeghuizen en verzorgingshuizen vallen in de Bedrijfsindeling kamers van koophandel (BIK) systematiek onder codes 85311 (verpleeghuizen) en 85313 (verzorgingshuizen). Er is bij de selectie van de te bezoeken instellingen gebruik gemaakt van de openbare gegevensset van de landelijke branchevereniging Arcares en andere adresbestanden.
Er is gestreefd naar een evenwichtige verdeling in grootteklassen. Het kon voorkomen dat van één werkgever meer dan één locatie werd bezocht. Bij kleinere organisaties (

2.2 Looptijd en aantallen bezoeken

De periode waarin het project heeft gelopen is van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003, waarbij in totaal ruim 300 instellingen zijn bezocht.


3. Opzet van het project

3.1 Globale opzet

Het project is modulegewijs opgezet, hetgeen inhoudt dat niet alle instellingen op alle geselecteerde onderwerpen zijn geïnspecteerd. Alle instellingen zijn geïnspecteerd op de RI&E en biologische agentia en, om de bezoektijd beperkt te houden, is 30% geïnspecteerd op fysieke belasting, BHV en agressie en geweld en sexuele intimidatie. De achtergrond van deze opzet is het realiseren van een efficiënte inspectie binnen de instelling.

3.2 Inspectiepunten

Zoals in 1.1 omschreven richtte het inspectieproject zich specifiek op de volgende onderwerpen:

De Risico-inventarisatie en ­evaluatie wordt gezien als de basis van arbozorg in organisaties. In dit inspectieproject werd niet alleen gecontroleerd of de RI&E beschikbaar was, ook werd gekeken of de inhoud van de RI&E op hoofdlijnen in orde was. Er werd gecontroleerd of enkele arbo-onderwerpen, Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 7 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

waarvan op grond van ervaringen en literatuur bekend was dat ze een belangrijk arbo-risico in de zorg vormden, voorkwamen in de RI&E.

Uit signalen vanuit de branche en vanuit het ministerie van VWS bleek dat aandacht voor het onderwerp biologische agentia in de verpleeg- en verzorgingshuizen nodig was. In dit inspectieproject werd onderzocht of instellingen op de juiste manier omgingen met de aanwezige risico's op besmetting met hepatitis. Speciale aandacht ging uit naar de vaccinaties van medewerkers en leerlingen.

Fysieke belasting wordt in de zorg erkend als één van de belangrijkste arbo-onderwerpen. In dit project werd specifiek gekeken naar de fysieke belasting van medewerkers in de linnenkamer en in keukens. Dit om de inspectie niet te breed te laten worden, en omdat binnen de branche in de afgelopen periode al relatief veel aandacht is besteed aan de problematiek met betrekking tot de fysieke belasting van het personeel werkzaam in de verpleging en de verzorging.

Het onderwerp bedrijfshulpverlening heeft in de zorg voortdurende aandacht nodig. In de zorgsector is dit onderwerp nog belangrijker omdat veel van de cliënten/patiënten niet in staat zijn om zichzelf te redden in geval van calamiteiten. Tijdens de inspecties werd gekeken naar enkele basiseisen van bedrijfshulpverlening, zoals ­onder andere- de organisatie van de bedrijfshulpverlening, het aanwezig zijn van voldoende opgeleide BHV-ers buiten de normale werkuren en het houden van een ontruimingsoefening.

Zorgen is mensenwerk. Uit analyses van de Arbeidsinspectie bleek dat ook in verpleeg- en verzorgingshuizen speciale aandacht voor vraagstukken rond agressie, geweld en seksuele intimidatie nodig was. Er werd bekeken of organisaties voldeden aan de basisbepalingen op dit gebied.

Bij niet naleving werd het voorgeschreven handhavingsbeleid toegepast, gebruik makend van de handhavingsmiddelen: waarschuwing, eis, stillegging en/of bestuurlijke boete.

3.2.1 Handhavingsbeleid en Inspectiemethodiek

De inspectiepunten zijn gehandhaafd volgens het landelijk vastgestelde reguliere 2-fasen handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie. In de eerste fase wordt met de waarschuwing en/of de eis gewerkt en in de tweede fase, als de overtredingen niet zijn opgeheven, met de boete. In sommige situaties wordt direct een boeterapport opgemaakt (bijv. bij het ontbreken van de RIE) of een stillegging opgelegd (risicovolle situaties: niet afgeschermde bewegende delen van een arbeidsmiddel).
Om optimaal gebruik te maken van de beschikbare inspectiecapaciteit van de Arbeidsinspectie werd gekozen voor de volgende inspectiemethodiek:
Per instelling werd, voorafgaande aan de inspectie, één inspectiemodule gekozen met als onderwerp òf fysieke belasting, òf bedrijfshulpverlening òf agressie & geweld en seksuele Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 8 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

intimidatie. In iedere instelling werden inspecties uitgevoerd op de onderwerpen RIE en Biologische Agentia.

3.3 Publiciteit rondom het project
De bedrijven/instellingen werden vooraf geïnformeerd over het project door middel van het uitbrengen van een persbericht en het informeren van de leden door de branche-organisaties, via hun eigen publicaties.


4. Inspectieresultaten

In deze paragraaf worden de uitkomsten van de inspecties gepresenteerd. Naast algemene overzichten worden ook meer specifieke resultaten per inspectie-onderwerp weergegeven.

4.1 Totaal cijfermatige overzicht van de resultaten

In totaal zijn 311 instellingen geïnspecteerd. In 7 instellingen zijn geen overtredingen geconstateerd (2%)

Het totaal aantal ingezette handhavingsinstrumenten was 327. Tijdens een bezoek kon een inspecteur meer dan één instrument inzetten, bijvoorbeeld een boete op het ontbreken van een RI&E plus een waarschuwing voor een overtreding op het gebied van biologische agentia.

4.1.1 Gehanteerde handhavingsinstrumenten

De verdeling van het aantal handhavingsinstrumenten ziet er als volgt uit:

Handhavingsinstrument Aantal Waarschuwingsbrief Arbo 286 Eis Arbo 28
Stillegging 3
Boeterapport 9
Waarschuwingsbrief Bestrijdingsmiddelenwet 1
Totaal 327

4.1.2 Instrumenten per zaak, per interventie, per overtreding

Kijken we naar het aantal feitelijk geconstateerde overtredingen, dan blijkt er sprake te zijn van in totaal 1519 overtredingen. De meeste daarvan hebben geleid tot een waarschuwing. In een verstuurde waarschuwingsbrief zijn gemiddeld 5 overtredingen opgenomen.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 9 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

Overtredingen op basis van Aantal Waarschuwing Arbo 1473 Eis Arbo 33 Stillegging 3
Boeterapport 9
Waarschuwing BMW 1
Totaal 1519 Er is een negental instellingen beboet. Bij twee instellingen ontbrak de RI&E volledig, twee instellingen bleken geen deskundige bijstand in te huren, bij 5 instellingen was de RI&E niet getoetst door een gecertificeerde ARBO-dienst.

In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de overtredingen per onderwerp.

4.2 Resultaten per inspectiepunt

Specificatie overtredingen
In het project Intramurale zorg is, zoals eerder vermeld, gekozen voor een modulaire aanpak op de onderwerpen RI&E, Biologische Agentia, Bedrijfshulpverlening, Fysieke Belasting en Agressie & Geweld en Seksuele Intimidatie. Dat houdt dus in dat niet alle modules overal zijn toegepast. RI & E en Biologische agentia zijn toegepast in 100%, overige modules wisselend in ongeveer 30% van de inspectiebezoeken.

Een nadere specificatie van de geselecteerde onderwerpen van de Arbowet geeft het volgende beeld met betrekking tot het gebruik van de modules. Daarbij is ook het gemiddeld aantal overtredingen per geïnspecteerde instelling opgenomen.

Onderwerp Arbowet Aantal Gemiddeld % op het overtredingen aantal onderwerp overtredingen geïnspecteerde per instelling instellingen:

RI&E 398 1,3 100 Biologische Agentia 642 2 100 Fysieke Belasting 177 1,9 30 Bedrijfshulpverlening 158 1,7 30 Agressie en Geweld + 89 1 30 Seksuele Intimidatie
Diversen 55 0,2 100 Totaal (4.1.2.) 1519

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 10 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

Gemiddeld zijn per instelling zijn dus 2 overtredingen geconstateerd m.b.t. het onderwerp biologische agentia. Dicht daarbij zitten 1,9 en 1,7 overtredingen op de onderwerpen fysieke belasting respectievelijk bedrijfshulpverlening. Rond de RI&E zijn gemiddeld 1,3 overtredingen gevonden. Ook is gemiddeld per daarop geïnspecteerde instelling 1 overtreding geconstateerd rond Agressie en Geweld en Sexuele Intimidatie. Bij 7 instellingen zijn geen overtredingen gevonden m.b.t. de geïnspecteerde onderwerpen.

Hieronder wordt concreter beschreven wat is aangetroffen.

4.2.1 RI&E
Ondanks het gegeven dat de sector toch goed bekend verondersteld werd te zijn met betrekking tot de invulling van de RI&E en de onderwerpen die daarin thuishoren, is de geconstateerde hoeveelheid overtredingen (absoluut 398, gemiddeld per instelling 1,3) zorgwekkend hoog.

Hier ging het zowel om zaken die op papier ontbraken danwel niet goed uitgewerkt waren. De opgemaakte RI&E`s waren over het algemeen verouderd, van slechte kwaliteit en dikwijls onvolledig.

4.2.2 Biologische agentia
Het bewustzijn ten aanzien van dit risico is, gezien de vele geconstateerde overtredingen (642, gemiddeld per geïnspecteerde instelling 2) te laag. Met de voorlichting over de gevaren en de voorzorgsmaatregelen, aan medewerkers die de kans lopen met humaan bloed in contact te komen was het slecht gesteld. Verschillende instellingen konden ook de registratie van de vaccinatie tegen HBV niet tonen.

Zorgelijk is dat diverse inspecteurs meldden dat meerdere malen, zowel in verpleeghuizen als verzorgingshuizen, gesteld werd door het management dat vaccinatie niet nodig was gezien de in hun ogen beperkte risico's. Men beriep zich regelmatig daarbij op adviezen van de GGD, de Arbodienst, Arcares of de eigen verpleeghuisarts. Positief is, dat inmiddels enkele Mbo-scholen de vaccinatieverplichting voor stagiairs goed hebben geregeld. Betaling hiervan is geregeld door betrokken werkgevers een bijdrage te laten leveren aan een gezamenlijke vaccinatiepot. Maar daarnaast waren er ook de voorbeelden waar het nog niet goed was geregeld voor leerlingen en stagiairs.

Vanuit diverse verzorgingshuizen, waar iedere bewoner zijn/haar eigen huisarts heeft, werd de volgende klacht naar voren gebracht. Diverse huisartsen gaan slordig om met besmet materiaal, zoals injectienaalden. Zij laten deze slingeren en gebruiken geen naaldencontainer, ondanks het feit dat zij door de instelling hierop aangesproken zijn. Door deze gang van zaken hebben zich prikaccidenten voorgedaan. Verder is dit vanuit de voorbeeldfunctie die huisartsen hebben een slechte zaak. De Arbeidsinspectie zal dit onder de aandacht brengen bij de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Verschillende instellingen konden de registratie van de vaccinatie tegen Hepatitis B niet tonen.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 11 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

Tenslotte hebben diverse inspecteurs geconstateerd dat er binnen de instellingen onduidelijkheid was met betrekking tot de vulling van de naaldcontainer. "Hoe vol mag de naaldcontainer zijn?' was een veel gehoorde opmerking. Daar waar nodig is door de inspecteur gewezen op de leidraad van het Nationaal Hepatitis Centrum. Deze stelt dat de container tot 75% gevuld mag worden om het risico van overvulling te voorkomen.

Het vaccineren en het betalen hiervan was een steeds terugkerend probleem tijdens dit project. Soms werd zelfs gesteld dat een werknemer die binnen twee jaar de instelling verlaat, alsnog de kosten van de vaccinatie terug moet betalen. Dit is een onrechtmatige afspraak. Opmerkelijk was dat werknemers, om principiële redenen, weigerden om zich tegen Hepatitis te laten vaccineren. Onduidelijk blijft wat men doet als deze mensen toch besmet raken.

4.2.3 Fysieke Belasting
Specifieke aandachtspunten in dit project waren de fysieke belasting in de linnenkamers en de keukens. Omvangrijke linnenkamers werden weinig aangetroffen, dit werk was meestal uitbesteed. In slechts enkele gevallen heeft hier handhaving plaats gevonden. Gecompliceerder was de problematiek fysieke belasting in keukens. Daar zijn de meeste overtredingen geconstateerd. De inspecteurs vernamen van het personeel dat regelmatig, meestal wat oudere, koks last hadden van vermoeide en pijnlijke benen aan het eind van de dag (spataders).
Met de voorlichting en onderricht met betrekking tot Fysieke Belasting ten aanzien van medewerkers bij de ondersteunende diensten bleek veel mis te zijn. Men instrueert in de praktijk onvoldoende hoe men op een verantwoorde wijze het werk zo min mogelijk belastend kan uitvoeren. Goede ergonomische oplossingen in keukens waarbij ­onder andere- het werk zittend kan worden uitgevoerd, werden vrijwel nergens geconstateerd. Meestal zagen de hoofden van de keukens het creëren van een zitwerkplek of een gecombineerde zit/stawerkplek niet zitten. Aangegeven werd dat er van typische statische belasting bijna geen sprake was, omdat werknemers niet langdurig staande arbeid verrichtten. Het ging veelal om een verscheidenheid van werkzaamheden, waarbij veelal ook een vorm van beweging plaats vond. Voorbeeld: massaal portioneren van een enkel gerecht vond niet plaats, omdat een breed keuzemenu werd aangeboden. Daarnaast voerde men aan dat men een prima pauzeregeling kent, wat inhoudt dat er na 2 uur minimaal 15 minuten zittend werd gepauzeerd. Niettemin werd op dit onderwerp consequent gehandhaafd, wat betekende dat in aanvulling op de RIE, fysieke belasting nader moest worden beoordeeld en vaak met de toevoeging dat de werkzaamheden, die zich daarvoor lenen, zittend moeten worden uitgevoerd.

4.2.4. Bedrijfshulpverlening
Het aantal geconstateerde overtredingen was 158, gemiddeld per geïnspecteerde instelling 1,7. In een aantal gevallen werd gehandhaafd op onvolledige RIE, omdat BHV hierin onvoldoende was opgenomen. De inspecteurs meldden dat instellingen het regelmatig lastig vinden vooral in de nacht (en weekend) voldoende BHV-bezetting te hebben en aankijkentegen de hoge kostenpost voor de opleiding van BHV'ers.

4.2.5. Agressie, geweld en sexuele intimidatie
Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 12 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004

Het aantal geconstateerde overtredingen met betrekking tot dit onderwerp was 89, gemiddeld per instelling bijna 1. In het algemeen was men zich redelijke bewust van de problematiek, maar was de preventiekant niet voldoende ontwikkeld. De sector heeft, in de afgelopen jaren, eigen instrumenten ontwikkeld om op een verantwoorde wijze te kunnen omgaan met deze onderwerpen. De inspecteurs hebben in een groot aantal gevallen moeten constateren dat deze instrumenten of niet bekend waren of niet gekoppeld aan het arbozorgsysteem (opname in RI&E en plan van aanpak).


5. Conclusie en follow up

De doelstelling (zie 1.2) inzake de "Handhaving van de Arbowetgeving" is in zeer ruime mate gehaald. Ook is informatie verzameld ten behoeve van toekomstige projecten. Verhoudingsgewijs zijn er nu meer overtredingen in instellingen geconstateerd dan in het eerdere project.

Er is een duidelijk beeld ontstaan met betrekking tot de stand van zaken binnen de geïnspecteerde sectoren rond de onderwerpen waarop geïnspecteerd werd. Het nalevingspercentage lag, gezien de vooronderstelde aandacht voor Arbo op brancheniveau, in de concrete praktijk van de instellingen op een lager niveau dan verwacht werd.

De Arbeidsinspectie vindt het zorgwekkend dat er zoveel overtredingen werden geconstateerd op arbeidsrisico's waarvan het belang van het aanpakken daarvan algemeen erkend wordt in de sector. De aandacht voor Arbeidsomstandigheden, mede gestimuleerd door de brancheorganisatie Arcares en de Arbo-diensten, heeft ook in veel gevallen niet geleid tot een adequate koppeling met het Arbozorgsysteem waardoor een consequente en cylische aanpak niet voldoende voorkomt.

Follow-up
Bij alle instellingen waar overtredingen geconstateerd zijn, zullen uiteraard hercontroles plaatsvinden conform het landelijk beleid van de Arbeidsinspectie. Tevens zal de Arbeidsinspectie over deze bevindingen nader overleg voeren met de sociale partners in de sector om na te gaan hoe de situatie verbeterd kan worden.
Verder zal de Arbeidsinspectie de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) benaderen met betrekking tot de zorgvuldigheid van handelen van huisartsen, inzake Biologische Agentia (Hepatitus-B) bij hun zorgactiviteiten in verpleging en verzorgingshuizen.
De Arbeidsinspectie zal in het kader van haar meerjarenplan, mede op basis van de uitkomsten van het overleg met de branchevertegenwoordigers nader bepalen of, en zo ja wanneer, opnieuw inspecties rond de in dit project gekozen onderwerpen en doelgroepen zullen plaatsvinden.

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg A575 13 Directie Publieke Dienstverlening, Divisie Strategie
26 januari 2004