NEDERLANDS KANKER INSTITUUT


ONDER EMBARGO TOT WOENSDAG 24 MAART 2004, 18.00 UUR

RNAinterferentie-techniek voor het eerst op grote schaal toegepast op zoogdiercellen:
NKI-AVL vindt vijf nieuwe kankergenen in belangrijke 'kankerroute'

Amsterdam, 23 maart 2004 - Bij het zoeken naar nieuwe genen die betrokken zijn bij het ontstaan van kanker, hebben onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (NKI-AVL) in Amsterdam voor het eerst een grootschalig RNA-interferentie onderzoek uitgevoerd op 8000 zoogdiercellen. Het resultaat: vijf nieuwe genen die een rol hebben in de voor kanker belangrijke p53-route. Een publicatie hierover verschijnt 25 maart in wetenschappelijk tijdschrift Nature.

De vondst van maar liefst vijf genen op grond van één screen bewijst opnieuw de grote kracht van stabiele RNA-interferentie, een snelle techniek - die het NKI-AVL in 2002 introduceerde - om de activiteit van genen te onderdrukken. De vijf gevonden genen zijn actief in de p53-route, een voor kanker belangrijke route aangezien het p53-gen in de helft van alle vormen van kanker is gemuteerd. De vondst zal het begrip over hoe de p53-route precies in elkaar zit, vergroten. Aan het identificeren van de inmiddels bekende componenten van de p53-route hebben honderden onderzoekers meer dan twintig jaar gewerkt.

Collectie
Voor de screen hebben NKI-AVL-onderzoekers Katrien Berns, Marielle Hijmans, Jasper Mullenders, Roderick Beijersbergen en René Bernards 24.000 RNAi-vectoren gemaakt. Een RNAi-vector is een stukje dubbelstrengs RNA waarmee de activiteit van een gen kan worden onderdrukt. Met behulp van deze collectie van 24.000 vectoren kan de activiteit van 8000 menselijke genen worden onderdrukt. De collectie is bekostigd door een consortium bestaande uit onder meer het Cancer Genomics Center, het Center of Biomedical Genetics, Cancer Research UK en KWF Kankerbestrijding.
Projectleider prof.dr. René Bernards: 'Deze techniek kunnen we continu blijven hanteren in andere routes en met andere vragen, zoals rond resistentie tegen antikankerdrugs. RNA-interferentie zal daarom een voortdurende stroom van relevante nieuwe genen opleveren die een rol spelen bij het ontstaan van kanker. Dit zal op termijn een belangrijke bijdrage leveren aan het begrip van de moleculaire oorzaak van kanker.'

Genonderdrukking
Het principe van genonderdrukking met behulp van RNA-interferentie werd in 1998 voor het eerst ontdekt in wormen, door de Amerikaanse celbiologen Andrew Fire and Craig Mellow. De Duitse wetenschapper Tom Tuschl vond in 2001 een manier waarop genonderdrukking ook mogelijk was bij zoogdiercellen. Echter, met zijn methode konden genen maar kortdurend onderdrukt worden. Onderzoekers Reuven Agami en Thijn Brummelkamp van het NKI-AVL gingen derhalve op zoek naar een methode om genen langdurig te onderdrukken. Deze vonden zij begin 2002. Bij de RNAi-techniek van het NKI-AVL wordt de genactiviteit niet helemaal (knock-out), maar voor 90 procent (knock-down) onderdrukt; deze remming is voldoende voor het meten van een effect in de cel. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft financieel bijgedragen aan dit onderzoek.

---------------------------