Gedeputeerde Piet Jansen over water en rampen
"Water en Rampen is het thema van Wereldwaterdag 2004. In februari
1993 is door de Verenigde Naties 22 maart uitgeroepen als
wereldwaterdag. Intentie hier achter is om elk jaar wereldwijd stil te
staan bij het belang van een goed waterbeheer voor het welzijn van de
mensheid en voor de economische ontwikkeling van een gebied. Centraal
daarbij staat de beschikbaarheid en bruikbaarheid van water voor de
drinkwatervoorziening, als fundament voor de ontwikkeling van een
samenleving. Circa 1 miljard mensen heeft niet de beschikking over
goed drinkwater. Internationale doelstelling is om dit aantal te
halveren voor 2015.
Niet alleen het gebrek aan goed drinkwater heeft
een negatief effect op de ontwikkeling van een samenleving, maar ook
allerlei rampen, veroorzaakt door de natuur. Circa 90% van de
natuurrampen heeft te maken met het weer en het klimaat. Vandaar dat
het thema voor wereldwaterdag 2004 "Water en rampen" is. Het gaat dan
om stormvloeden, overstromingen, tropische cyclonen, modderstromingen,
lawines, droogte en waterverontreinigingen. Veranderingen in het
klimaat leiden tot een toename van het aantal rampen. Wereldwijd zijn
in de periode 1990-2000 ruim 2,5 keer zoveel natuurrampen
geregistreerd dan in de periode 1970-1980.
Natuurrampen vernietigen in korte tijd wat in een reeks van jaren is
opgebouwd. De sociale en economische schade is enorm. Veel middelen
zijn nodig voor de wederopbouw. Middelen, die niet kunnen worden
besteed aan een verdere ontwikkeling van de samenleving.
Natuurrampen zijn niet te voorkomen. Wel is het mogelijk om de sociale
en economische schade te beperken. Enerzijds door tijdig informatie te
geven over een dreigende ramp. Anderzijds door voorbereiding te
treffen op een ramp. "Be informed en be prepared"is dan ook de
ondertiteling van het thema van wereldwaterdag 2004.
Wat hebben wij met het thema Water en rampen
De tijd van grote natuurrampen door water in Overijssel ligt al weer
ver achter ons. In 1926 is bij Zalk de IJsseldijk doorgebroken. De
watersnoodramp van 1953 is aan onze deur voorbijgegaan. Maar kleine
rampen en bijna rampen liggen nog niet eens zo ver achter ons. In de
60-er jaren naam de watervervuiling sterk toe met allerlei negatieve
gevolgen. Dit heeft geleid tot een omvangrijk inversteringsprogramma
in de zuivering van het afvalwater.
De droge zomer van 1976 heeft een impuls gegeven aan de
watervoorziening. Hierdoor heeft de droge zomer van 2003 beduidend
minder problemen opgeleverd. Aan het eind van de 20^e eeuw zijn we een
paar keer door het oog van de naald gekropen. In de winter van 1986/87
hoogwater op de Vecht en een ijsdam bij Kampen, in 1990 een forse
storm, in 1993 en 1995 hoge afvoergolven op de IJssel en in 1998
overvloedige neerslag met veel wateroverlast. In 2002 en 2003 gaven
enkele zomerse donderbuien lokaal forse wateroverlast.
Slachtoffers zijn er niet gevallen, wel grote materiele schade en ook
emotionele schade.
In de landen om ons heen is er wel het nodige gebeurd. Denk alleen
maar aan de overstromingen in Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië in
2002. Met name de gebeurtenissen in de 90-er jaren heeft het besef
vergroot dat rekening houden met de extreme van water een must is.
Wij beschikken over een goed waarschuwingssysteem, maar zijn we ook
voorbereid.
Kort na een extreme gebeurtenissen ontstaan er plannen om ervoor te
zorgen dat we in de toekomst minder last zullen hebben als een
dergelijke gebeurtenis zich weer voordoet. Echter na een aantal jaren
neemt het besef dat er iets moet gebeuren weer af en tegen de tijd dat
de plannen gereed zijn ontbreekt het aan de urgentie om ze uit te
voeren.
Rekening houden bij de ontwikkelingen dat er een keer iets mis kan
gaan is niet vanzelfsprekend. Op het terrein van voorbereid zijn
hebben wij nog een hele stap te maken. De brand bij Vredestein heeft
dit afgelopen jaar laten zien. De drinkwatervoorziening voor Twente is
kwetsbaar voor plotselinge verontreinigingen van het oppervlaktewater
en noodmaatregelen zijn getroffen.
Wat gaan wij doen in Overijssel?
Dit jaar willen wij als provincie een discussie
starten over het wonen en werken in de IJsseldelta in relatie tot het
risico op overstromingen. Centrale vraag daarbij is, op welke wijze
wij voorbereid zijn op een eventuele overstroming en wat wij er aan
doen om bij nieuwe ontwikkelingen de gevolgen van een overstroming
niet te laten toenemen. De afgelopen jaren hebben wij voor dit gebied
overstromingsberekeningen uitgevoerd. Hierdoor weten we hoe snel het
water bij een dijkdoorbraak het gebied inloopt en hoe hoog dat water
komt te staan.
Wij starten dit jaar ook met het aanpassen van ons ruimtelijk
ordeningsbeleid als het gaat om het wonen en werken in gebieden met
een hoog risico op wateroverlast door overvloedige neerslag. Ook
hierbij is onze intentie om de kans op wateroverlast niet te laten
toenemen en ook de schade daardoor. Consequentie hiervan kan zijn dat
het verstandig is om bepaalde lage delen van de provincie te gaan
bestemmen voor het tijdelijk bergen van water. Water heeft ruimte
nodig. Dat is ook van belang om water vast te kunnen houden voor droge
perioden. Verder leggen wij vast welk beschermingsniveau regionale
waterkeringen moeten bieden tegen overstroming.
Dit alles doen wij niet alleen, maar in nauwe samenspraak met
waterschappen en gemeenten. Ook zij spannen zich in om de provincie
veilig en leefbaar te houden. Waterschappen passen op grote schaal de
watergangen aan. Deze worden breder, waardoor meer water kan worden
vastgehouden. Gemeenten passen de rioolstelsels aan en zorgen ervoor
dat schoon regenwater apart wordt opgevangen en vertraagd naar het
oppervlaktewater wordt afgevoerd. Hierdoor wordt voorkomen dat vuil
rioolwater in periode van hevige neerslag op straat terecht komt en de
huizen in gaat stromen.
Wat kunt u doen?
Een goed waterbeheer is niet alleen een zaak van overheden.
Een tendens van de afgelopen jaren is het meer en meer toepassen van
verharding in onze tuinen. Hierdoor komt de neerslag die valt sneller
tot afstroming en is er ook minder water beschikbaar in de bodem voor
periode dat het droog is. Als het dan droog is worden tuinen besproeid
met drinkwater. Ook regenwater dat we zelf kunnen opvangen zou
hiervoor uitstekend kunnen worden gebruikt. Het massaal besproeien van
de tuinen in warme droge perioden kan ook voor problemen zorgen in de
drinkwatervoorziening. Het is in 2003 maar net goed gegaan.
Wij gebruiken nogal wat drinkwater per persoon per dag. Zo rond de 125
liter. Al dit water moet gewonnen worden en schoon worden gemaakt. Dit
kost energie en leidt lokaal tot verdroging van natuur en
landbouwgebieden. Zuinig omgaan met drinkwater is dan ook nog steeds
van belang.
Om verstandiger met regenwater om te gaan worden in nieuwe woon- en
werkgebieden andere rioolstelsels aangelegd. Relatief schoon
regenwater komt hierdoor niet meer in het afvalwaterriool terecht,
maar krijgt een eigen opvang- en afvoerstelsel. Van belang is dan wel
dat we geen vuilwater terecht laten komen in het regenwaterstelsel.
Dat kan zo maar met het wassen van de auto, of het legen van een emmer
sop in de straatkolk.
Waarom zouden we het doen?
Water kan aan de ene kant bedreigend zijn als er te veel van is, of
juist te weinig, of als het vies is. Schoon water heeft echter ook
zijn voordelen. Wij kunnen er van genieten als het warm is door het
water op te zoeken voor verkoeling of om er in te zwemmen. Schoon
water trekt ook allerlei dieren aan en fraaie waterplanten. Het nodigt
uit om naar te kijken, langs te wandelen en te fietsen en op te varen.
Zo kan het mes aan twee kanten snijden. Om periode van teveel en te
weinig water beter op te kunnen vangen is meer ruimte nodig voor het
water. Als we deze ruimte aantrekkelijk inrichten en zorgen dat het
water schoon blijft ontstaan er ook meer mogelijkheden om plezier te
beleven aan het water.
Zoals gezegd: Rampen zijn niet te voorkomen, maar we kunnen er wel
voor zorgen dat de kans daarop minder wordt en dat de gevolgen
beheersbaar zijn. Daar wil ik mij voor inzetten, samen met u en andere
overheden, zodat Overijssel veilig, fraai en leefbaar blijft.
http://www.worldwaterday.org/
© 2004 Provincie Overijssel
Provincie Overijssel