Le fruit permis: gedichten van Tristan Tzara met gouaches van Sonia Delaunay
Het thema van de boekenweek dit jaar was Gare du Nord, de relatie
tussen Nederland en Frankrijk. Franse kunstenaars werden geïnspireerd
door het Nederlandse landschap, Nederlandse kunstenaars door het
Franse licht. Ook zijn er Nederlandse bibliofielen die Franse boeken
verzamelden, zoals Louis Koopman en Anny Antoine, wier collectie nu in
de KB berust. Recent werd hiervoor Le fruit permis aangeschaft:
gedichten van Tristan Tzara met gouaches van Sonia Delaunay.
Sonia Delaunay (1885-1979) speelde een belangrijke rol in de
ontwikkeling van het Franse kunstenaarsboek tijdens en na de Eerste
Wereldoorlog. Samen met Blaise Cendrars maakte zij een leporello van
meer dan twee meter lengte (La prose du Transsibérien) die nu wordt
beschouwd als het meest vernieuwende boek uit die tijd van elkaar snel
opvolgende kunststromingen. Maar ook daarna bleef zij actief en na de
Tweede Wereldoorlog werkte zij een paar keer samen met een andere
auteur, de dadaïst Tristan Tzara, die zij al heel lang kende. In deze
tweede periode van het Franse kunstenaarsboek werd het aanzien daarvan
voornamelijk bepaald door de lithografische techniek, zoals die door
drukker Mourlot voor galerie en uitgeverij Maeght werd toegepast. Het
was de tijd van lithoboeken van Picasso, Braque, Miro en later Bram
van Velde. Delaunay echter paste deze reproductietechniek niet toe
voor de gedichten van Tzara, maar maakte originele schilderingen. Voor
dit boek, Le fruit permis, uitgegeven in 1956 door Caractères in
Parijs, maakte zij vier van zulke gouaches.
Sonia Terk was afkomstig uit Gradizhsk in de Oekraïne en kwam via Sint
Petersburg in 1905 naar Parijs waar zij eerst een galeriehouder huwde,
Wilhelm Uhde. Stond zij al in contact met de Franse en Russische
avant-garde, Uhde bracht haar in de directe kring rond kunstenaars als
Braque, Derain en Henri Rousseau (le Douanier). In 1910 koos zij voor
een nieuwe echtgenoot, de schilder Robert Delaunay. Samen met hem
ontwierp ze een kleurentheorie, gebaseerd op wetenschappelijk
onderzoek waaruit bijvoorbeeld bleek dat blauw naast groen voor ons
oog anders is dan blauw naast rood en dat sommige kleurcontrasten de
schijn van beweging veroorzaken. Het simultaneïsme van het echtpaar
Delaunay werkte met kleurcontrasten en dissonanten en daarvoor
gebruikte zij eenvoudige basisvormen zoals de cirkel en het vierkant.
Aanvankelijk ontworstelde Sonia Delaunay zich aan de traditionele
indeling van het schilderij door een ander medium te kiezen, namelijk
borduurwerk voor wandtapijten. Daardoor kon zij de lijn loslaten en
kiezen voor kleurvlakken, waarbij zij de kleuren van Rousseau le
Douanier voor ogen had. Zij heeft duizenden variaties bedacht op de
basisvormen waarvoor ze koos en alles binnen handbereik ermee
beschilderd, eerst binnenshuis, zoals quilts, boekbanden, kisten en
kleding; later ook voor buiten de eigen woning, zoals kostuums voor
films, toneel- en balletgezelschappen (de Ballets russes), gordijnen,
tapijten, ze leverde ontwerpen voor de firma van Metz & Co., ja, zelfs
een Citroën moest eraan geloven. De effecten zijn soms vergelijkbaar
met die van de Duitse Bauhaus-beweging en een criticus merkte op dat
zij in haar ééntje in Frankrijk bereikte, waar men in Duitsland een
heuse school voor nodig had. Haar eerste simulanistische werk was een
quilt voor haar zoon Charles uit 1911 en het is goed te bedenken dat
de kubistische indruk daarvan voorafgaat aan het feitelijke kubisme
van Picasso en Braques collages. Maar de interesse voor de verstoring
van ritmische en ruimtelijke patronen was destijds algemeen.
Dichter Tristan Tzara (1896-1963) werd geboren in Roemenië, schreef de
eerste dadaïstische teksten in Zürich en bracht in 1919 het dadaïsme
naar Parijs. Sonia Delaunay onderhield met hem een levenslange
vriendschap, die begon nadat Robert Delaunay een bijdrage leverde voor
het tijdschrift Dada. Tzara schreef voor Sonia speciaal een gedicht
bij de opening van haar boetiek Simultané op de internationale art
déco beurs van 1925. De dada-beweging werd als nihilistisch
bestempeld, om de systematische aanval op grammatica en betekenis.
Tzara was geïnteresseerd in primitieve uitdrukkingsmogelijkheden, maar
zou zich later tot surrealist en nog later tot lyrisch dichter
ontwikkelen. Politiek was hij geëngageerd met de communistische partij
en ook was hij actief in het verzet gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Na de Tweede Wereldoorlog illustreerde Sonia Delaunay twee boeken van
Tzara. Dit eerste stamt uit 1956. Sonia Delaunay koos voor de
illustraties de pochoir-techniek en gebruikte dus sjablonen waaruit
het te schilderen vlak is weggesneden. Voor iedere kleur werd een
sjabloon gemaakt en de combinatie moest dus van te voren als geheel
worden overdacht. Die sjablonen liet zij meestal door anderen
vervaardigen; het schilderen met plakkaatverf (in andere boeken ook
aquarel) is handwerk en dat deed ze zelf. De randen zijn wat rafelig,
want zij wilde het handwerk benadrukken door een duidelijk niet
mechanische lijn. Hier en daar zijn begrenzingen en vlakken zichtbaar
met een penseel bijgewerkt, de kleuren dekken niet overal waardoor het
geheel transparant blijft en de kleuren zijn nog steeds buitengewoon
fris, levendig, intens, dartel zelfs en overtuigend. De oplage is maar
zestig exemplaren; overigens is de typografie van het boek keurig,
maar niet opzienbarend. Dit is nummer 10 met de handtekeningen van
Delaunay en Tzara.
Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland