---
Kamervragen en antwoorden
---
"Wisseltruc" met legerjeeps in Irak
24-3-2004 11:45:00
Hierbij bied ik u aan de antwoorden op de schriftelijke vragen van het
Lid Haverkamp (CDA) van 19 februari 2004 aangaande de wisseltruc met
legerjeeps in Irak (nr. 2030408610).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE ,
Antwoord op vragen van het lid Haverkamp (CDA) van 19 februari 2004
aan de staatssecretaris van Defensie over de wisseltruc met legerjeeps
in Irak. (nr. 2030408610)
1. Kent u het artikel "Wisseltruc met Legerjeeps in Irak"? 1)
Ja
2. Kunt u bevestigen dat deze "wisseltruc" enige tonnen euros kost?
Van de 321 aanwezige terreinvoertuigen (type Landrover) worden 206
voertuigen terug vervoerd. Daaronder bevinden zich ook 18 voertuigen
die dermate beschadigd zijn dat de herstelwerkzaamheden niet in het
uitzendgebied kunnen worden uitgevoerd. Van de 192 aanwezige trailers
keren er 110 terug, waarvan er 5 defect zijn. In het aanbod aan
vrachtgoederen (ruim 2000 lane meters) is ook ander groot materieel
opgenomen zoals de 4-tonner- trucks en 20 ft containers, zodat de
kosten niet direct of volledig zijn toe te rekenen aan het
terugtransporteren van de terreinvoertuigen. Voor het roteren van het
materieel wordt zeetransport als meest doelmatige toepassing
beschouwd. Met het inhuren van een vrachtschip is een bedrag gemoeid
van 505.000 euro. Ordergunning heeft inmiddels plaats gevonden.
3. Had deze extra uitgave kunnen worden voorkomen wanneer zowel de
mariniers als landmacht over de zelfde verbindingssystemen hadden
beschikt?
Neen. De voertuigen die worden gewisseld maken deel uit van de
organieke uitrusting van het Korps Mariniers. Dit materieel is
afgestemd op amfibisch optreden in het kader van bilaterale
samenwerking met het Verenigd Koninkrijk (United Kingdom/Netherlands
Amphibious Force, UK/NL AF) en is na terugkeer in Nederland benodigd
voor het opwerken en trainen van marinierseenheden bij amfibische
oefeningen. Het wisselen van voertuigen wordt mede ingegeven door de
slijtage van het materieel ten gevolge van de operationele inzet.
Om de beschikbaarheid van het materieel gedurende de technische
levensduur te garanderen is het noodzakelijk periodiek preventief,
levensverlengend onderhoud te laten uitvoeren. Deze vorm van onderhoud
kan niet in het operatiegebied worden uitgevoerd.
4. Kunt u aangeven of de interoperabiliteit van het voorziene NIMCIS
systeem tussen de mariniers enerzijds en de landmacht / NATO partner
communicatiemiddelen anderzijds gelijkwaardig is aan de
interoperabiliteit tussen de Engelse en Nederlandse mariniers?
5. Zo neen, zou wel een gelijkwaardige interoperabiliteit bereikt
kunnen worden indien er in de toekomst een JTRS radio (software radio)
aangeschaft zou gaan worden?
6. Is er onderzocht of een er oplossing mogelijk is om een eventueel
beschikbaarheidprobleem van deze technologie te overbruggen?
7. Kunt u bevestigen dat of de Koninklijke Landmacht per direct
ongeveer 2000 nieuwe Tactische Radio's ter beschikking kan stellen aan
het Korps Mariniers, waardoor het Korps Mariniers per direct kosteloos
over nieuwe radios zou kunnen beschikken in plaats van in 2006 zoals
nu in de planning ligt?
8. Bent u bereid te overwegen om, als gevolg van voortschrijdend
inzicht, de invulling van het nieuwe
communicatiemoderniseringsprogramma voor het Korps Koninklijke
Mariniers, NIMCIS nog eens nader te beschouwen? Is hier niet temeer
aanleiding voor nu het Korps Mariniers al beschikt over enkele
Tactische Radio's type MBITR uit de US, die reeds in januari 2005 naar
verwachting een upgrade naar JTRS zullen krijgen, en verdere aanschaf
van deze radio's zelfs op nog kortere termijn een volledige JTRS
oplossing zou kunnen bieden?
De antwoorden van de vragen 4 t/m 8 maken onderdeel uit van de aan de
Kamer toegezegde tussenrapportage NIMCIS. Deze tussenrapportage wordt
de Kamer binnenkort aangeboden.
1) De Telegraaf, 17 februari jl.
Ministerie van Defensie