Erasmus
18-03-04: Schade aan kleine hersenvaatjes
verhoogt het risico op dementie en depressie
Ouderen met veel schade aan de kleine bloedvaten in de hersenen hebben
een grotere kans om dement of depressief te worden. De schade is
zichtbaar op MRI-scans als afwijkingen en infarcten in de witte stof
in de hersenen. Dit stelt Niels Prins in zijn proefschrift Cerebrale
microangiopathie bij dementie en depressie. Een prospectieve MRI
studie onder de algemene populatie, waarop hij woensdag 24 maart
promoveert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Prins onderzocht de relatie tussen schade aan de kleine bloedvaten in
de hersenen en de kans op dementie of depressie bij ouderen. Deze
schade is zichtbaar op MRI-scans van de hersenen als witte stof
afwijkingen en infarcten. Ouderen met ernstige witte stof afwijkingen
en infarcten bleken sneller achteruit te gaan in cognitief
functioneren dan leeftijdgenoten met minder afwijkingen. Met name het
verwerken van informatie ging de groep met meer witte stof afwijkingen
en infarcten slechter af. Daarnaast bleek dat toenemende ernst van
afwijkingen aan de witte stof en de aanwezigheid van infarcten het
risico op dementie verhoogde. Ook hadden ouderen met ernstige witte
stof afwijkingen en infarcten een verhoogd risico op een depressie.
De promovendus gebruikte voor zijn onderzoek gegevens uit de Rotterdam
Scan Studie, een langlopend bevolkingsonderzoek onder ruim duizend
gezonde vrijwilligers van 60 jaar en ouder. Alle deelnemers kregen aan
het begin van het onderzoek en drieënhalf jaar later een MRI-scan van
de hersenen. Samen met zijn collega-onderzoekers beoordeelde Niels
Prins op deze scans de ernst van schade aan de kleine bloedvaten in de
hersenen. De onderzoekers volgden de deelnemers over een periode van
vijf jaar om te zien of ze last kregen van dementie en depressie. Ook
namen zij op verschillende momenten bij de deelnemers cognitieve
testjes af. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of preventie en
behandeling van schade aan de kleine bloedvaten in de hersenen
dementie en depressie bij ouderen kan voorkomen.
Promotoren:
prof.dr. M.M.B. Breteler (Epidemiologie & Biostatistiek) en
prof.dr. P.J. Koudstaal (Neurologie).