IP/04/369
Brussel, 22 maart 2004
Raad keurt nieuw statuut EU-ambtenaren goed administratieve hervorming
is rond
De Raad heeft het voorstel van de Commissie over de modernisering van
het statuut van de EU-ambtenaren vandaag definitief goedgekeurd. De
hervorming bestrijkt elk aspect van de loopbaan en de
arbeidsvoorwaarden voor de EU-ambtenaren en de overige personeelsleden
van de instellingen, van indiensttreding tot pensioen. Centraal staat
een loopbaanstructuur met twee personeelscategorieën, administrateurs
en assistenten, in plaats van de vier categorieën tot nu toe. In de
nieuwe structuur hangt salarisverhoging veel meer af van een
aantoonbaar prestatieniveau en veel minder van anciënniteit. De
loopbaanontwikkeling van elke ambtenaar is voortaan gekoppeld aan een
objectieve jaarlijkse beoordeling van de individuele prestaties, ook
voor het leidinggevend personeel, en er komen procedures om ondermaats
functioneren streng maar rechtvaardig aan te pakken. In het nieuwe
statuut zitten onder meer een aangepaste pensioenregeling met een
hogere pensioenleeftijd en hogere bijdragen, een rationalisering van
de toeslagen, een bezoldiging die afhangt van de prestaties en een
actualisering van de arbeidsvoorwaarden (met bijvoorbeeld betere
voorwaarden voor moederschapsverlof en een nieuwe categorie verlof om
gezinsredenen). Het nieuwe statuut levert in vergelijking met de
situatie zonder hervorming een besparing op die het komende decennium
tot 100 miljoen euro per jaar oploopt.
Vice-voorzitter Neil Kinnock, die over de hervorming gaat, drukte zijn
instemming met de goedkeuring van het statuut door de Raad als volgt
uit: "Deze Commissie heeft zich aan haar belofte gehouden de
EU-administratie volledig te hervormen. Ze heeft een ruime, snelle en
grondige hervorming met reële besparingen doorgevoerd. Onze instelling
heeft nu een modern, geïntegreerd personeelsbeleid waarbij de nadruk
meer dan ooit ligt op de kwaliteit van het beheer en op regels
waardoor het personeel uitstekend werk kan blijven leveren. Het is
natuurlijk essentieel dat de volgende Commissies deze vooruitgang
behouden, zodat we als organisatie aan de eisen blijven voldoen. Dat
is in het belang van de instelling en haar personeel, maar bovenal ook
in het belang van de Unie en de burgers voor wie wij werken. Door de
goedkeuring van het nieuwe statuut beschikken de EU-instellingen
bovendien over een stabiel en modern personeelsbeleid om de
uitbreiding aan te gaan."
Nieuwe loopbaanregeling
Het oude loopbaansysteem bestond meer dan veertig jaar.
Salarisverhogingen hingen vooral van de anciënniteit af: voor sommige
rangen nam het salaris ook zonder bevordering op basis van merite in
16 jaar automatisch met 38% toe. Het nieuwe systeem houdt ook rekening
met de ervaring (die is in elke overheidsdienst nodig), maar de
salarisverhoging op basis van anciënniteit blijft beperkt tot ten
hoogste 20% en bevordering hangt af van het prestatieniveau.
In de nieuwe regeling zijn er daarom minder salaristrappen die met de
anciënniteit samenhangen en meer rangen die via bevorderingen worden
doorlopen. De overgang naar een hogere rang hangt af van de jaarlijkse
functiebeoordeling van de ambtenaar aan de hand van objectieve
criteria en vooraf bepaalde doelstellingen. Ambtenaren die door hun
bekwaamheid en prestaties sneller dan gemiddeld carrière mogen maken,
worden eerder bevorderd dan in de oude regeling mogelijk was en
dienovereenkomstig beloond. Met het nieuwe systeem verdwijnen ook de
"glazen plafonds": door de beperkingen van het systeem van categorieën
zat een kwart van de ambtenaren van de Commissie rond hun vijftigste
in de voor hen hoogst mogelijke rang (met name A4, B1 en C1)
geblokkeerd. Door in de hele loopbaan meer kansen voor bevordering op
basis van merite te bieden zorgt de nieuwe regeling voor extra
stimulansen en motivatie.
Sociaal beleid en arbeidsvoorwaarden
De modernisering van het sociaal beleid en de arbeidsvoorwaarden omvat
een hele reeks maatregelen, waaronder de invoering van
ouderschapsverlof dat kan worden opgenomen tot het kind twaalf jaar
wordt, het recht om halftijds te werken om te kunnen zorgen voor
kinderen tot negen jaar, en de uitbreiding van de statutaire voordelen
tot alle wettelijk erkende stabiele relaties, zowel heteroseksuele als
homoseksuele.
Melden van misstanden
Sinds 1999 zijn alle ambtenaren verplicht om vermoede ernstige
misstanden te melden bij hun hiërarchieke meerdere, bij de
secretaris-generaal van hun instelling of rechtstreeks bij het
Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF). Ze hebben daarbij de
verzekering dat daaraan geen negatieve gevolgen zijn verbonden als de
melding te goeder trouw is gedaan.
Die verplichting en de daaraan verbonden bescherming worden voor het
eerst in het statuut opgenomen. Verder zullen ambtenaren vermoede
misstanden ook bij personen buiten de Commissie of het OLAF kunnen
melden als ze naar eer en geweten kunnen verklaren voldoende redenen
te hebben om aan te nemen dat de gegevens die op ernstige misstanden
wijzen in essentie waar zijn; wel moet het OLAF eerst op de hoogte
zijn gebracht van de gegevens en voldoende tijd hebben gehad om de
zaak te onderzoeken. Volgens de nieuwe bepalingen kunnen de
beschuldigingen en de gegevens worden gemeld aan de voorzitter van de
Rekenkamer, de voorzitter van het Europees Parlement, de voorzitter
van de Raad of de Europese Ombudsman. Ambtenaren die aan de
voorwaarden voldoen, worden beschermd tegen negatieve gevolgen binnen
de Commissie, maar dit doet uiteraard niets af aan hun eventuele
persoonlijke aansprakelijkheid jegens derden op grond van nationale
wetgeving.
De Commissie zorgt ervoor dat ambtenaren die vragen hebben over hun
plicht in dit verband of over de manier waarop ze ernstige misstanden
bij anderen dan hun hiërarchieke meerdere of het OLAF moeten melden,
vertrouwelijk en onpartijdig advies kunnen krijgen. De ambtenaren zijn
echter niet verplicht om dit advies te vragen.
Tucht
Met het oog op een betere voorbereiding van tuchtprocedures komen er
schriftelijke regels en procedures voor administratieve onderzoeken,
waardoor alle relevante feiten en omstandigheden worden bekeken
voordat een tuchtprocedure wordt gestart. Samen met de oprichting van
het Bureau voor onderzoek en discipline (IDOC) binnen
directoraat-generaal Personeelszaken en algemeen beheer en de
instelling van een tuchtraad met een stabielere samenstelling en een
voorzitter van buiten de instelling zal deze maatregel bijdragen tot
een eerlijke, grondige en samenhangende behandeling van de zaken. De
maximale schorsing met salarisinhouding wordt verlengd van vier tot
zes maanden, en langer voor ambtenaren tegen wie een nationale
gerechtelijke procedure loopt. Het recht op verdediging in het
administratief onderzoek en in de eigenlijke tuchtprocedure is
uitgebreid en verduidelijkt, met name wat de toegang tot documenten
betreft.
Prestaties
Het verbeterde systeem met jaarlijkse beoordelingen is niet alleen
bevorderlijk voor de objectieve beoordeling en de
loopbaanontwikkeling, maar biedt ook nieuwe mogelijkheden om
ondermaatse prestaties al vroeg op te sporen. In dat geval wordt alles
in het werk gesteld om binnen een bepaalde tijd weer tot adequate
prestaties te komen. Als de maatregelen niets opleveren, kan een
formele procedure worden gestart die tot terugzetting in rang of tot
ontslag kan leiden. Hierbij wordt naar de hele loopbaan van de
ambtenaar gekeken en er wordt overlegd tussen de directie en een
gemengde adviesgroep voordat een definitief besluit wordt genomen.
Aanwerving
De aanwerving blijft gebaseerd op algemene vergelijkende onderzoeken,
die sinds 2003 worden georganiseerd door het Europees Bureau voor
personeelsselectie (EPSO). Dit is opgericht in het kader van de
hervorming en organiseert vergelijkende onderzoeken voor alle Europese
instellingen. Omdat de omgeving waarin de EU-instellingen werken
steeds meertaliger wordt, staat in het nieuwe statuut dat alle
ambtenaren die na 1 mei 2004 worden aangeworven een grondige kennis
van een tweede vreemde taal moeten aantonen voor ze de eerste keer
bevorderd kunnen worden.
Middenmanagement
Met het nieuwe beoordelingssysteem zal de Commissie potentiële
managers al vroeg kunnen opsporen. In het statuut is de minimale rang
om te solliciteren naar de functie van eenheidshoofd verlaagd, zodat
ook jonge ambtenaren de kans krijgen om leiding te geven. Daarvoor is
een proefperiode van negen maanden ingevoerd.
Bezoldiging en pensioenen
De met de Raad bereikte overeenkomst is het resultaat van een afweging
van enerzijds de noodzaak om de arbeidsvoorwaarden bij de Commissie
aantrekkelijk te houden voor gekwalificeerd meertalig internationaal
personeel en anderzijds de behoefte om de toelagen te rationaliseren,
de stabiliteit van het pensioenstelsel op lange termijn te garanderen
en de sociale maatregelen te financieren die nodig zijn voor een
moderne arbeidsomgeving voor het personeel. Algemeen gesproken blijft
de bezoldiging, over de hele loopbaan beschouwd, op hetzelfde niveau.
De pensioenbijdrage wordt jaarlijks actuarieel aangepast (met ten
hoogste plus of min 1%) en bedraagt maximaal 9,75% op 1 juli 2004 en
10,25% op 1 juli 2005. De officiële pensioenleeftijd gaat van 60 naar
63 jaar. Er komt een speciale bijdrage om betere sociale maatregelen
te financieren, die in acht jaar toeneemt van 2,5% tot 5,5% van het
belastbaar salaris. De methode van jaarlijkse salarisaanpassingen (die
de salarissen van de Europese ambtenaren koppelt aan die van de
nationale ambtenaren) is voor het eerst in het statuut opgenomen en
geldt tot 2012.
Tijdelijk personeel
De Commissie heeft altijd met tijdelijk personeel gewerkt en moet dat
ook kunnen blijven doen. De oude regeling volstond echter niet: ze was
te rigide en de arbeidsvoorwaarden waren niet aantrekkelijk genoeg. De
Commissie zal in de toekomst contractanten in de arm kunnen nemen voor
belangrijke, momenteel door ambtenaren van categorie D en
hulpfunctionarissen uitgevoerde niet-kerntaken bij de uitvoerende
agentschappen, de vertegenwoordigingen, de delegaties en de Commissie
zelf. De contractanten worden alleen voor niet-kerntaken ingeschakeld
en werken altijd onder leiding van vast personeel. Er komen in
beginsel twee soorten contracten: contracten met een aanvankelijke
duur van maximaal vijf jaar die met nog eens maximaal vijf jaar
verlengbaar zijn en bij de tweede verlenging (als de prestaties goed
zijn) in een contract van onbepaalde duur kunnen worden omgezet, en
contracten van maximaal drie jaar voor personeel dat momenteel de
functie van hulpfunctionaris uitoefent.
Voor de redacties: toelichting bij de hervorming
De administratieve hervorming van de Commissie stoelt op het witboek
Hervorming van de Commissie van maart 2000, waarin 98 voorstellen
staan voor de modernisering van de EU-administratie op de gebieden
dienstverlening, strategische planning en programmering, financieel
beheer en financiële controle, en personeelsbeleid. Het recentste
uitgebreide voortgangsverslag over de hervorming is gepubliceerd op 9
februari 2004 (IP/04/177).
De Commissie heeft tussen oktober 2000 en februari 2001 specifieke
gedetailleerde voorstellen gedaan voor de modernisering van haar
personeelsbeleid. Daarna vond tot maart 2002 intensief overleg met de
personeelsvertegenwoordiging van de EU-instellingen plaats. In april
2002 diende de Commissie haar voorstellen in bij het Parlement en de
Raad. Op 19 mei 2003 werd met de Raad politieke overeenstemming
bereikt over alle hoofdpunten van de hervorming, waarna de Commissie
op 18 november 2003 een gewijzigd voorstel indiende. Alle bepalingen
werden daarna, zoals wettelijk verplicht is, door het
interinstitutionele Comité van overleg (CoCo) bekeken en nu heeft de
Raad de definitieve versie van het herziene statuut vastgesteld.
European Commission