Advies: decentralisatie, de weg naar beter openbaar vervoer
23-03-2004
Openbaar vervoer is onmisbaar
Het advies op hoofdlijnen gaat in op de vragen welke publieke belangen
het openbaar vervoer dient en wat de rol van de overheid daarin is.
Het gaat dan om zowel spoor als stads- en streekvervoer. De Raad stelt
dat goed openbaar vervoer onmisbaar is in een verstedelijkte
samenleving als Nederland. Het is noodzakelijk voor de
ruimtelijk-economische ontwikkeling. Daarnaast is goed openbaar
vervoer nodig om deel te kunnen nemen aan maatschappelijke
activiteiten. Denk aan onderwijs, werken en medische zorg. Een ander
argument is dat zonder goed openbaar vervoer de leefbaarheid en
verkeersveiligheid van steden zal afnemen.
Geef invloed aan de reiziger
Naast publieke belangen onderscheidt de Raad bij openbaar vervoer
collectieve consumentenbelangen, zoals stiptheid en frequentie. De
behartiging van deze belangen is volgens de Raad vooral een zaak
tussen reiziger en vervoerder. Deze partijen moeten met elkaar kunnen
onderhandelen over welke kwaliteit de vervoerder biedt voor welke
prijs. Dat betekent dat de positie van de gebruiker van het openbaar
vervoer versterkt moet worden.
Versterk de verantwoordelijkheid van regios
Volgens de Raad kunnen regios de publieke belangen van het openbaar
vervoer het beste waarborgen. Daarvoor moeten zij meer bevoegdheden,
verantwoordelijkheden en middelen krijgen. Regios moeten een prikkel
krijgen om goed openbaar vervoer op maat te leveren, tegen zo laag
mogelijke kosten. Om de kosteneffectiviteit te verhogen zullen in een
aantal gevallen dure regionale spoorlijnen vervangen moeten worden
door lightrail of busvervoer. De verantwoordelijkheid van de regios
kan versterkt worden als zij naast de uitkering van het rijk, eigen
middelen kunnen genereren. Voorbeelden daarvan zijn regionale
belastingheffing, private financiering of contracten met instellingen.
De Raad bepleit daarmee overigens geen kostenstijging voor de
gebruiker. Regionale heffingen moeten andere type heffingen daarom
vervangen, niet aanvullend daarop zijn.
Ook het rijk is verantwoordelijk
De verantwoordelijkheden van de rijksoverheid zijn in de visie van de
Raad drieledig. Het gaat in de eerste plaats om het kernnet van het
spoor. Bij dit net staat het ruimtelijk-economisch belang voorop. Het
heeft primair een functie voor het vervoer van dikke stromen in sterk
verstedelijkte regios en het vervoer tussen landsdelen. Verder is het
rijk verantwoordelijk voor integrerende aspecten van het openbaar
vervoer - zoals bewaking van de aansluiting tussen regionale netwerken
- en de verdeling van rijksmiddelen. De Raad vindt dat door positieve
prikkels de samenwerking tussen ProRail en NS versterkt moet worden.
De Raad zal zijn huidige visie uitwerken in een adviesrapport, dat
naar verwachting in juni zal verschijnen. De nadere uitwerking zal
onder meer betrekking hebben op de financieringsstructuur van het
regionale openbaar vervoer, uitvoeringsmodellen voor kosteneffectief
openbaar vervoer en het versterken van de samenwerkingsrelatie en het
bevorderen van maatschappelijk presteren van NS en ProRail.
Raad voor Verkeer en Waterstaat