Persbericht, 22-3-2004
No-claimteruggaveregeling voor ziekenfondsverzekerden
Vandaag is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend dat
invoering van een no-claimteruggaaf in de Ziekenfondswet regelt. Het
wetsvoorstel moet 1 januari 2005 in werking treden. Hiermee krijgen
verzekerden recht op een no-claimteruggaaf van maximaal 250 euro. Dit
betekent dat verzekerden die voor minder dan 250 euro aan zorgkosten
maken na afloop van het verzekeringsjaar, het overgebleven deel als
een bedrag uitgekeerd krijgen, de no-claimteruggaaf. Voor alle
verzekerden geldt dat de maandelijkse premie naar verwachting zal
stijgen met 5,25 per maand.
De no-claimteruggaveregeling komt in de plaats van de in het
hoofdlijnenakkoord afgesproken eigen risico. Met de no-claimteruggaaf
krijgen alle verzekerden meer verantwoordelijkheid. Patiënten hoeven
geen rekeningen te gaan betalen en medische hulpverleners hoeven geen
rekeningen te gaan innen. Op deze wijze wordt voorkomen dat een gebrek
aan financiële middelen op een moment van noodzakelijke zorgvraag zou
kunnen leiden tot het niet bezoeken van medische hulpverleners.
Zorg voor kinderen onder de 18 jaar is uitgezonderd van de
no-claimteruggaaf, evenals kraamzorg en verloskundige zorg. Kosten
gemaakt bij de huisarts tellen voor 25 procent mee in de no
claimteruggaaf. Voor alle overige zorg die gedekt wordt door de
Ziekenfondswet geldt dat de kosten hiervan voor de volle honderd
procent ten laste komen van de no-claimteruggaaf.
Verzekerden ontvangen na afloop van het verzekeringsjaar een
zorgoverzicht van het ziekenfonds met daarop de hoogte van de
eventuele no claimteruggaaf. De verwachting is dat elk jaar de helft
van de verzekerden een no-claimteruggaaf ontvangt. Het kabinet hoopt
dat dit aandeel in de loop van de tijd zal toenemen.
Met de no-claimteruggaaf dalen de collectieve uitgaven in de zorg met
1.490 miljoen euro. Daarnaast verwacht het kabinet een volume-effect
van 190 miljoen euro en een stijging van de uitvoeringkosten van 20
miljoen euro. De totale besparing op de collectieve uitgaven bedraagt
daarmee 1.660 miljoen euro.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport