__________________
Protocol inzake het overlijden HKH Prinses Juliana der
Nederlanden (22/03/04)
Bij het overlijden van een lid van het Koninklijk Huis komt de
Ministerraad zo spoedig mogelijk bijeen om te bespreken wat er moet
gebeuren. Er wordt een protocol opgemaakt, waarin twee zaken die van
belang zijn voor gemeenten worden geregeld: het openen van
condoleanceregisters in het land en het halfstok hangen van de
vlaggen, vanaf het moment van overlijden tot het bijzetten van het
stoffelijk overschot op 30 maart in het familiegraf in de Nieuwe Kerk
in Delft, met uitzondering van de zondag. De luidinstructie houdt in
dat behoudens plaatselijke traditie klokluiden alleen is toegestaan op
de dag van de uitvaartdienst. Dit protocol wordt naar alle gemeenten
gestuurd.
Nederland kent geen nationale rouw, althans dat is niet de
terminologie van het protocol. De Ministerraad kan verder geen
verplichtingen opleggen aan decentrale overheden of particuliere
organisaties of burgers. In principe gaan alle geplande activiteiten
gewoon door. Het is aan de gemeente zelf om te beslissen wat zij
verder wil regelen. Enkele gemeenten hebben ons gevraagd of hiervoor
enige richtlijnen zijn te geven. Uitgaande van de eigen
beleidsvrijheid en verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen,
adviseren wij het volgende.
Wij gaan ervan uit dat geplande huwelijken en andere reguliere zaken
gewoon doorgang moeten vinden. De burgemeester kan bijvoorbeeld wel
terughoudend zijn met het verlenen van evenementenvergunningen,
evenals het College met het verlenen van bijvoorbeeld
standplaatsvergunningen. Bij reeds verleende vergunningen kan de
gemeente contact opnemen met de vergunninghouders om ongepast
feestgedruis te voorkomen. Slechts in extreme gevallen kan gebruik
worden gemaakt van de bevoegdheid tot het intrekken of wijzigen van
een vergunning. Zoals in artikel 1.6, aanhef en onder b, van de
model-APV is vermeld, kan dit alleen als de intrekking of wijziging
wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan
de vergunning is vereist.
Uiteraard kan het ook zo zijn dat burgers of particuliere organisaties
zelf besluiten om hun voorgenomen activiteiten stil te leggen of
aangepast doorgang te laten vinden. Een verleende vergunning kan dan
op verzoek worden ingetrokken of gewijzigd op grond van artikel 1.6,
aanhef en onder e, van de model-APV.
Den Haag, 22 maart 2004
Vereniging Nederlandse Gemeenten