Kamerstuk, 22-3-2004
Nationale Drug Monitor
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GVM/2461705
22 maart 2004
Inleiding
Bij deze brief bied ik u mede namens de minister van Justitie het
Jaarbericht 2003 aan van de Nationale Drug Monitor (NDM). De NDM
brengt op objectieve en onafhankelijke manier in kaart wat er bekend
is over het gebruik van drugs in Nederland en geeft vergelijkende
cijfers met de situatie in het buitenland. Ook ontwikkelingen in het
gebruik van alcohol en tabak komen aan bod.
In de NDM staat het verzamelen en integreren van cijfers centraal. Dit
gebeurt volgens een beperkt aantal kernindicatoren, ofwel barometers
voor beleid, die zijn overeengekomen door de lidstaten van de Europese
Unie in het kader van het European Monitoring Centre on Drugs and Drug
Addiction (EMCDDA). Het gaat daarbij om gegevens over:
* middelengebruik in de algemene bevolking;
* problematisch gebruik en verslaving;
* beroep op de hulpverlening;
* ziekte en sterfte in samenhang met drugsgebruik.
Sinds 2002 ondersteunt ook het ministerie van Justitie de NDM. Het
Jaarbericht bevat een apart hoofdstuk over de geregistreerde
drugscriminaliteit en de strafrechtelijke reactie hierop.
Ontwikkelingen in 2003
Het jongste Jaarbericht bevat een overzicht van de laatste
ontwikkelingen op het gebied van de diverse verdovende middelen. Graag
wil ik de meest opmerkelijke hiervan uitlichten: namelijk de
signalering dat cocaïne de laatste jaren sterk in opmars is. Deze
trend is weliswaar al enkele jaren geleden ingezet, maar verontrustend
is dat deze stijging zich blijft voortzetten. Ook elders in Europa,
vooral in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Denemarken, is een
stijgende trend waarneembaar.
Cocaïne is vooral in trek in speciale groepen van de bevolking, zoals
probleemgebruikers van opiaten. Tegenwoordig nemen zeven tot negen van
de tien opiaatverslaafden naast heroïne ook 'basecoke', de rookbare en
meest verslavende vorm van cocaïnegebruik. Verder is cocaïne, en dan
vooral snuifcoke, ook populair geworden onder uitgaande jongeren en
jong volwassenen.
Niet alleen het gebruik is toegenomen, maar ook het beroep dat steeds
meer cocaïnegebruikers doen op de hulpverlening. De sterfte door
cocaïnegebruik is in absolute aantallen laag, maar vertoont wel een
stijgende lijn.
De handel in cocaïne vormt ook een groeiende belasting voor politie en
justitie. Het aantal Opiumwetzaken bij het Openbaar Ministerie
vertoont een stijging, vooral door de toename van het aantal
drugskoeriers dat op Schiphol werd aangehouden.
Het Jaarbericht 2003 geeft naast informatie over cocaïne ook de
laatste stand van zaken over andere middelen, zoals cannabis, opiaten,
ecstasy, amfetamine, alcohol en tabak. Voorts plaatst het Jaarbericht
de positie van Nederland in internationaal perspectief.
Van deze middelen is alleen bij cannabis sprake van een vergelijkbare
trend zoals in het geval van cocaïne: het gebruik in de algemene
bevolking is toegenomen en meer cannabisgebruikers doen een beroep op
de hulpverlening. De belasting voor politie en justitie doet zich
vooral voor op het terrein van de illegale teelt van nederwiet.
Wat het gebruik van ecstasy en overige middelen betreft is er niet of
nauwelijks sprake van toegenomen gebruik of druk op de
gezondheidszorg. Wel wordt door de bestrijding van de illegale
productie en (buitenlandse) handel van ecstasy in toenemende mate een
beroep gedaan op de inzet van politie en justitie.
Beleidsinitiatieven
De groei van het aantal cannabiscliënten was mede aanleiding voor de
interdepartementale brief over het cannabisbeleid, die u binnenkort
zal bereiken.
In reactie op de groei van het aantal cocaïnecliënten heeft de
Stichting Informatie Voorziening Zorg (SIVZ) op verzoek van VWS een
analyse gemaakt van de cliëntgegevens. Daaruit kwamen diverse
zogenaamde cliëntprofielen naar voren. Binnen de verslavingszorg
bestaat een gebrek aan 'evidence based' behandelmethoden voor
cocaïneverslaafden en bovendien is er onvoldoende inzicht in welk type
behandeling het beste past bij welke cliënt. Inmiddels is daartoe
onderzoek gestart naar de toepasbaarheid van methodieken, die
internationaal bruikbaar zijn gebleken.
Verder zal ik nagaan op welke manier de voorlichting aan risicogroepen
verbeterd kan worden. Ik denk hierbij vooral aan uitgaande jongeren.
De last van de drugscriminaliteit op politie en justitie is verder
toegenomen en is merkbaar in alle schakels van de strafrechtsketen.
Het beeld is enerzijds verontrustend te noemen, maar is anderzijds een
gevolg van de gepleegde intensiveringen. De helft van de toename van
het aantal zaken dat werd aangeleverd aan het Openbaar Ministerie komt
voor rekening van het arrondissement Haarlem, waaronder Schiphol valt.
De NDM maakt de directe effecten van de getroffen maatregelen
zichtbaar. Voor de korte termijn werpen zij in ieder geval vruchten
af. Intussen is duidelijk geworden dat eerdere maatregelen met
betrekking tot Schiphol niet toereikend zijn gebleken om het tij echt
te keren. Om die reden zijn in december 2003 verdergaande maatregelen
genomen met als doel om de smokkel van cocaïne via Schiphol rigoureus
in te dammen, zoals de invoering van de zogenaamde 100% controles op
de belangrijkste risicovluchten.
Met de brief over het cannabisbeleid, waaraan in het voorafgaande
gerefereerd werd en die u spoedig zal worden aangeboden, wordt ook
beoogd een antwoord te bieden op cannabiscriminaliteit, waaronder de
teelt van nederwiet.
De toename van verwijzingen van criminele drugsverslaafden naar
behandeling - hetzij op basis van drang, hetzij via dwang - kan
bijdragen aan een meer fundamentele aanpak van hun problematiek en tot
reductie van de door deze groep gepleegde criminaliteit.
Een belangrijke bijdrage daaraan wordt ook verwacht van het beleid met
betrekking tot 'veelplegers' (van wie naar schatting 70 tot 80%
verslaafd is), dat in het kader van de nota "Naar een veiliger
samenleving" thans wordt uitgewerkt.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport