Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Hoogland, 22 maart 2004
"Praktijkondersteuner aanwinst bij diabeteszorg in de eerstelijn"
"De komst van de praktijkondersteuner is een geweldige vooruitgang in de
eerstelijnsdiabeteszorg. Een goed getrainde praktijkondersteuner krijgt bij
een patiënt meer voor elkaar dan de gemiddelde huisarts. Het delegeren van
taken naar korter en gerichter opgeleide assistenten werkt kostenbesparend
en maakt het mogelijk verantwoorde zorg te blijven bieden bij een groeiend
aantal diabetespatiënten."
Dat zegt prof.dr. Betty Meyboom-de Jong, hoogleraar in de
huisartsgeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij doet de
uitspraak in het maartnummer van DiabeteSpecialist, dat binnenkort
verschijnt. Deze uitgave heeft als thema 'Transmurale en eerstelijns
diabeteszorg'. Volgens Meyboom zijn huisartsen niet zo goed in het effectief
adviseren over voeding, bewegen en stoppen met roken.
Praktijkverpleegkundigen en andere paramedici zijn daar beter in. "Maar wil
het effectief gebeuren, dan kost dat veel tijd. Tijd is geld en dat is er
onvoldoende. Dat beperkt de kwaliteit van de zorg", aldus Meyboom.
De taken van de praktijkondersteuner of praktijkverpleegkundige moeten niet
beperkt blijven tot controleren en bieden van educatie. Zij zou de
mogelijkheid moeten hebben zelfstandig protocollair een aantal
geneesmiddelen voor te schrijven. Meyboom denkt dan aan middelen die ingezet
worden voor de behandeling van de glucosespiegel, de bloeddruk en het
lipidenprofiel, dus 'diabetesgerelateerde medicatie': "De arts hoeft de
patiënt niet altijd te zien, want de praktijkondersteuner is getraind om
volgens protocol medicatie voor te schrijven. Wil zij van het protocol
afwijken, dan is eerst overleg met de arts vereist."
Geen screening op type 2 diabetes
Meyboom is geen voorstander van een grootschalige screening op type 2
diabetes, om daarmee 'onbekende' diabetespatiënten op te sporen: "In
principe ben ik tegen elke screening. Je maakt gezonde mensen ziek en daar
moet je wel heel goede redenen voor hebben. Vraag is hoeveel mensen er
gescreend moeten worden om er één diabetespatiënt uit te pikken, die anders
niet op korte termijn door de huisarts zou zijn gediagnosticeerd."
Volgens de hoogleraar zijn huisartsen tegenwoordig veel alerter op de
mogelijkheid van diabetes dan tien jaar geleden. Momenteel komt 80% van de
Nederlanders ten minste eenmaal per jaar bij een huisarts, dat zal over twee
jaar 95% zijn. Mensen worden dus frequent genoeg door de huisarts gezien om
een eventuele diabetes tijdig op te sporen.
*************
Ingezonden persbericht