De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2004/628
datum
15-03-2004
onderwerp
Landbouw- en Visserijraad: 22-23 maart 2004 - Geannoteerde agenda
TRC 2004/1920
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Op 22 en 23 maart aanstaande vindt in Brussel de eerstvolgende
vergadering plaats van de Raad van Ministers van Landbouw en Visserij
van de Europese Unie. Hierbij informeer ik u over de agenda van de
Raad.
Nadat de Raad in juni 2003 een hervorming van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid (GLB) is overeengekomen, wordt de Raad nu gevraagd te
besluiten over een tweede pakket hervormingsvoorstellen betreffende
specifiek de sectoren katoen, olijfolie, tabak en hop. Zoals het zich
nu laat aanzien, zal de discussie in de Raad zich vooral toespitsen op
de voorgestelde ontkoppelingspercentages voor de verschillende
sectoren.
Op het gebied van visserij streeft de Raad naar een politiek akkoord
aangaande voorstellen ter beperking van de incidentele vangst van
walvisachtigen door vissersvaartuigen, de bescherming van
koudwaterkoraalriffen in het gebied van Darwin Mouds tegen
trawl-visserij en ten slotte het beheer van de in de ultraperifere
gebieden geregistreerde vissersvloten.
datum
15-03-2004
kenmerk
IZ. 2004/628
bijlage
1. Goedkeuring van de voorlopige agenda
Goedkeuring van de lijst met A-punten
Zover nu bekend, wordt het volgende voorstel als A-punt ter
goedkeuring aan de Raad voorgelegd:
- Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor
plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en
Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)
Incidentele vangsten van walvisachtigen
(Aanneming of politiek akkoord)
De Europese Commissie heeft de Raad een verordening voorgelegd
welke erop gericht is de incidentele vangst van walvisachtigen
door vissersvaartuigen te beperken.
Naast het gebruik van akoestische afschrikapparaten en beperkingen
op het gebruik van drijfnetten in de Oostzee, stelt de Commissie
een gecoördineerd toezicht voor op de bijvangst van walvisachtigen
via een systeem van waarnemers aan boord van vaartuigen. De
Nederlands vriestrawlervloot zal onder een dergelijk
waarnemersysteem gaan vallen.
Ik steun de doelstelling van de verordening en ben van oordeel dat
gekozen moet worden voor een efficiënt waarnemersysteem. De kosten
van een dergelijk waarnemerschema moeten naar mijn mening
doorberekend kunnen worden aan de sector. Het Voorzitterschap
voorziet besluitvorming in de Raad.
Bescherming van koudwaterkoraalriffen tegen de gevolgen van
trawlvisserij
(Aanneming of politiek akkoord)
In het gebied van de Darwin Mounds (ten Noordwesten van Schotland,
binnen de Exclusieve Economische Zone/EEZ van het Verenigd
Koninkrijk) bevindt zich een kwetsbaar en zeldzaam
koudwaterkoraalrif. De International Council for the Exploration
of the Sea (ICES) heeft geadviseerd deze habitat te beschermen
tegen mechanische erosie door bodemberoerende visserij.
De Europese Commissie stelt voor dat de Raad de door de Europese
Commissie genomen noodmaatregel gericht op sluiting van het
betrokken gebied, overneemt.
Dit voorstel heeft mijn steun.
Beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten
(Aanneming of politiek akkoord)
Bij de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid is
overeengekomen dat voor de ultraperifere gebieden (Madeira,
Azoren, Franse Overzeese gebiedsdelen) afwijkingen mogelijk zijn
van de financiële bepalingen van het structuurfonds (FIOV) en van
de regels voor de vaststelling van referentieniveaus voor de
maximale vlootcapaciteit. Aan de Raad ligt nu een voorstel van de
Commissie voor, dat hieraan inhoud geeft. Gelet op het specifieke
karakter van betrokken gebieden en de beperktheid van de
afwijkingen zal ik instemmen met het voorstel van de Commissie.
Hervorming van de gemeenschappelijke marktordeningen voor de
sectoren tabak, olijfolie, katoen en hop
(Politiek akkoord)
Aan de Raad zal voor politiek akkoord een voorstel voorgelegd
worden voor de hervorming van de marktordeningen voor tabak,
olijfolie, katoen en hop. Over de inhoud van de voorstellen en het
kabinetsstandpunt terzake heb ik u geïnformeerd in mijn brief van
11 november 2003 (Kamerstuk 2003-2004, 28 625, nr. 12, TK).
Concreet stelt de Commissie voor om de productiegerelateerde
steunregelingen voor voornoemde sectoren te integreren in het
systeem van de ontkoppelde bedrijfstoeslagen.
Dit conform de principes van de op 26 juni 2003 in Luxemburg
overeengekomen hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB). Voor tabak zou de steun in drie jaar volledig moeten worden
ontkoppeld. Rekening houdend met de specifieke omstandigheden van
de regio's waar productie plaatsvindt, wordt voor katoen en
olijfolie voorgesteld veertig procent van de steun gekoppeld te
houden aan de productie en zestig procent op te nemen in de
ontkoppelde bedrijfstoeslag. Voor de hopsector stelt de Commissie
voor de lidstaten de mogelijkheid te bieden een gekoppeld
steunbedrag van maximaal 25 % te handhaven.
Zoals het zich nu laat aanzien, zal de discussie in de Raad zich
vooral toespitsen op de voorgestelde ontkoppelingspercentages. De
producerende lidstaten zullen stevig inzetten op een hoger
percentage productiegerelateerde steun en wensen ook voor tabak de
mogelijkheid een deel van de steun aan de productie te mogen
blijven koppelen. Een aantal niet-producerende lidstaten
daarentegen - waaronder ook Nederland - zal bij de Commissie
aandringen op in ieder geval hogere percentages ontkoppelde steun
dan nu voorgesteld. Daarbij speelt met name katoen een belangrijke
rol vanwege de belangen van bepaalde ontwikkelingslanden en de rol
van katoen in de lopende onderhandelingen in het kader van de
Wereldhandelsorganisatie (WTO).
Voor Nederland verdient katoen bijzondere aandacht in het licht
van het streven naar een coherent ontwikkelings- en
landbouwbeleid. De voorgestelde hervorming van het beleid is zeker
een stap in de goede richting. Het kabinet stelt zich evenwel op
het standpunt dat door het handhaven van een gedeeltelijke
koppeling van de steun katoenproducenten in de EU te weinig
gestimuleerd worden om eventueel over de stappen op andere
teelten, waardoor het concurrentieverstorende effect van Europese
ondersteuning deels blijft bestaan. Daarom zal ik aangeven dat
Nederland voorstander is van volledige ontkoppeling.
Diversen
a. Bezoek van Commissaris Byrne naar de Verenigde Staten 18-19 maart
2004
(Verslag van de Commissie)
Op 18 en 19 maart aanstaande brengt Commissaris Byrne een bezoek
aan de Verenigde Staten. De recente uitbraak van Aviaire Influenza
in de Verenigde Staten zal zeker onderwerp van gesprek zijn. Van
dit bezoek zal de Commissaris de Raad mondeling verslag doen.
Harmonisatie van de interne markt van gewasbeschermingsmiddelen
(Verzoek Oostenrijk)
Oostenrijk is voorstander van een centraal toelatingssysteem
binnen de EU voor gewasbestrijdingsmiddelen. Oostenrijk zal daarom
in de Raad pleiten voor een mogelijk vergaande centralisatie van
de toelating van gewasbeschermingsmiddelen in de EU.
Meer concreet zal Oostenrijk de Commissie verzoeken om in het
kader van de in voorbereiding zijnde wijzing van de
gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn de rechtsbasis voor een zonaal
toelatingssysteem (Noord Europa, Centraal Europa en Zuid Europa)
nader uit te werken.
Ik kan de Oostenrijkse analyse op belangrijke punten ondersteunen,
maar wil de bevoegdheid om te besluiten over de nationale
toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen echter behouden.
Organisatie van de toekomstige werkzaamheden
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Landbouw- en Visserijraad: 22-23 maart 2004 - Geannoteerde agenda
(PDF-formaat, 60 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit