Federale regering Belgie
Voor een duurzame ontwikkeling
(2004-03-21)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van mevrouw Freya Van den Bossche, Minister van Leefmilieu
en Duurzame Ontwikkeling, de heer Didier Reynders, Minister van
Financiën, de heer Johan Vande Lanotte, Minister van Begroting en
Overheidsbedrijven, mevrouw Marie Arena, Minister van Ambtenarenzaken,
mevrouw Fientje Moerman, Minister van Economie, en de heer Bert
Anciaux, Minister van Mobiliteit, heeft de Ministerraad voorstellen
goedgekeurd om werk te maken van een duurzaam energiegebruik, onder
meer bij de federale ambtenaren.
Om de overheid te sensibiliseren voor de problematiek van duurzaam
energieverbruik zullen duurzame ontwikkelingscellen worden opgericht
in elke federale openbare dienst en in de openbare dienst voor de
programmering. Achttien cellen worden in het leven geroepen tegen ten
laatste 1 juli 2004, waarbij een eerste actieplan klaar moet zijn eind
2004.
Deze cellen zullen ermee belast worden om elke grote beslissing van de
overheid te toetsen aan hun invloed inzake duurzame ontwikkeling. En
dit, natuurlijk, zonder ooit het beslissingsproces bijkomend te
vertragen.
Verschillende maatregelen zullen worden voorgesteld met de Minister
van Duurzame Ontwikkeling opdat de Overheid een dergelijk duurzaam
beleid zou kunnen invoeren:
- een systeem van milieubeheer en kwaliteit invoeren, gewaarborgd door
een onafhankelijk organisme, dat eind 2005 moet ingeschakeld zijn in
alle plannen van het management van de voorzitters,
- een verplichte vorming invoeren voor de leden van de cellen van
duurzame ontwikkeling,
- de Minister van de Begroting dient een omzendbrief te bekrachtigen
die de geleverde inspanningen beloont: de overheid kan dan deze
besparingen gebruiken voor haar werkingskosten.
Bij de hernieuwing van het wagenpark zal de federale Overheid minimum
50 % wagens aankopen die minder belastend zijn voor het milieu
(voertuigen met zwakke of helemaal geen uitstoot: elektrische,
hybriden, gevoed door groene kW's, op waterstof, brandstofbatterijen,
voertuigen met conventionele motoren maar met beperkt verbruik of op
aardgas).
Wat de andere wagens betreft zal de federale overheid een reeks van
milieucriteria nemen inzake de uitstoot van CO2 en het
brandstofverbruik.
De federale overheden zullen voortaan bij de hernieuwing van hun
materieel voor informatica en kantoor, bepaalde technische en
energetische criteria naleven teneinde het milieuvriendelijkste
materieel te promoten.
Bovendien dient dit materieel met de werkelijke noden van de
gebruikers overeen te stemmen (geen overwaardering van deze
uitrusting).
Daarnaast heeft de Ministerraad het koninklijk besluit goedgekeurd dat
de zone op en achter de Thorntonbank in de Belgische zeegebieden
reserveert voor windmolenparken. Op 19 december 2003 werd binnen het
kader van het duurzaam beheer van de Noordzee hierover al een
principiële beslissing genomen. De toepassing van de spitstechnologie
inzake windenergie zal werk verschaffen aan ongeveer 1.000 personen
over een periode van zes jaar.
Als men een totale beschikbare oppervlakte neemt van 200 km², kan er
een totaal geïnstalleerd vermogen van 2000 MW (MegaWatt) worden
bereikt. De totale energie aldus geproduceerd, is ongeveer 6,4 TWh (
TerraWatt uur). Dit zal in 2010 overeenkomen met een vork van 5,2 tot
6,5% van de jaarlijkse bruto elektriciteitsconsumptie in België (98,6
TWh), goed voor minstens 1,8 miljoen gezinnen. De cijfers zijn
gebaseerd op het aantal uren per jaar dat een windmolen op zee werkt,
namelijk 3200 uren.
Rekening houdend met de gemiddelde CO2-uitstoot van het Belgische
elektriciteitsproductiepark (310 kgCO2/MWh), zal er bij een volledige
invulling van het windmolenpark een CO2 besparing zijn van 1,984
miljoen ton, wat overeenkomt met een vermindering van ongeveer 8,5%
van de CO2 uitstoot veroorzaakt door elektriciteitsproductie.
Anderzijds beoogt een pakket van fiscale maatregelen de vermindering
van de CO2-uitstoot om op die manier bij te dragen tot het bereiken
van de Kyoto-doelstellingen.
De Ministerraad van 16 en 17 januari 2004 had reeds besloten vanaf 1
juli 2004 de degressiviteit in te voeren van de federale heffing op
het transmissienet voor ondernemingen die grote energieverbruikers
zijn.
Daarnaast zal voor ondernemingen die een energieconvenant hebben
afgesloten, vanaf 1 oktober 2004 tevens een vrijstelling van
energiebijdrage worden toegekend. Tijdens de begrotingscontrole zullen
sancties worden uitgewerkt voor die ondernemingen die zich niet houden
aan hun convenanten.
De volgende maatregelen worden hier aan toegevoegd :
1. Belastingvermindering voor het verwerven van "propere" voertuigen
Voor de aankoop van een voertuig dat minder dan 105 gram CO2 per
kilometer uitstoot, wordt een belastingvermindering toegekend van 15%
van de aankoopprijs, zonder dat het bedrag van de
belastingvermindering meer dan 4000 EUR kan bedragen.
Voor de aankoop van een voertuig dat tussen 105 en 115 gram CO2 per
kilometer uitstoot, wordt een belastingvermindering toegekend van 3%
van de aankoopprijs, zonder dat het bedrag van de
belastingvermindering meer dan 750 EUR kan bedragen.
Deze maatregel treedt in werking vanaf 1 januari 2005.
2. Woon- werkverplaatsingen.
Teneinde de verplaatsingen via carpooling, met het openbaar vervoer,
met de fiets, te voet, ..., in het kader van de woon-werkverkeer te
bevorderen zal de maximum afstand die in aanmerking mag worden
genomen, verdubbeld worden tot 100 km voor belastingplichtigen die
zich zo verplaatsen en die opteren voor de toepassing van de
werkelijke beroepskosten.
Vanaf 1 januari 2005 zal de in aanmerking te nemen afstand tussen de
woonplaats en plaats van tewerkstelling verhoogd worden tot 75 km en
vanaf 1 januari 2006 tot 100 km.
3. Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen in
woningen.
De maatregelen inzake belastingverminderingen voor energiebesparende
uitgaven in woningen, die reeds voorzien waren in de fiscale
hervorming, worden versterkt. Er is beslist:
a. het bedrag van de belastingvermindering voor energiebesparende
uitgaven te verhogen van 500 tot 600 EUR (niet geïndexeerd), hetzij
een verhoging met 20 %, voor de renovatie van woningen;
b. de huurders toe te voegen aan de lijst van personen die van deze
belastingvermindering kunnen genieten;
c. het percentage van de belastingvermindering te verhogen van 15 tot
40 %, ongeacht de aard van de investering.
Die maatregelen treden in werking op 1 januari 2005.
4. Investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen in
ondernemingen.
De bestaande investeringsaftrek inzake energiebesparende investeringen
in ondernemingen moet, onder het voorzitterschap van de Minister van
Financiën, worden geëvalueerd. Het verslag van de werkgroep zal voor
eind september 2004 aan de Ministerraad worden voorgelegd.
5. "Mazout extra".
In 2004 werd het verschil inzake energiebijdrage tussen aardgas en
"mazout extra 50 ppm" reeds met 25 % verminderd. De Regering heeft
beslist op deze weg verder te gaan door de energiebijdrage op "mazout
extra" verder te verlagen.
In 2007 zullen aardgas en "mazout extra" alsdan op identieke wijze
behandeld worden.
6. Aftrekbaarheid van de giften aan instellingen die actief zijn op
het vlak van de duurzame ontwikkeling
De Ministerraad heeft beslist om de mogelijkheid om fiscaal aftrekbare
giften te ontvangen uit te breiden tot de erkende instellingen die
actief zijn op het vlak van de duurzame ontwikkeling
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be
Copyright Presscenter.org | Legal |
info@presscenter.org