Federale regering Belgie
Niet begeleide vreemde minderjarigen
(2004-03-21)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van Marie Arena, Minister van Maatschappelijke Integratie,
heeft de Ministerraad de nota over het opvangsysteem van de niet
begeleide vreemde minderjarigen goedgekeurd.
DE MAATREGEL IN HET KORT
- Alle niet begeleide minderjarigen zullen zonder onderscheid worden
opgevangen volgens hun administratief statuut.
- De opvang gebeurt in twee fases :
o een eerste fase van " observatie en oriëntatie ", met een dringende
opvangplaats, een fase van aanpassing en de balans van de
psychosociale situatie;
o een tweede fase gedurende welke de minderjarige wordt doorgezonden
naar een opvangplaats, met een begeleidingsplan.
- Een voorafgaande procedure, georganiseerd door Fedasil, zal
georganiseerd worden voor minderjarigen aan wie de toegang tot het
grondgebied werd geweigerd.
DE CONTEXT
Het regeerakkoord voorziet in de snelle oprichting van een
voogdijdienst voor de niet begeleide minderjarigen teneinde hen een
juridische bescherming te verzekeren. Het voorziet er ook in, dat deze
minderjarigen niet meer worden opgevangen in gesloten centra bij de
grens - maar in beveiligde instellingen die aangepast zijn aan hun
leeftijd, en dat ze tevens onder toezicht staan en beschermd worden om
uitbuiting door misdadige kringen te voorkomen.
De Vlaamse en de Franse Gemeenschap dienen nauw betrokken te worden
bij de organisatie en de financiering van deze instellingen, evenals
aan de begeleiding van de jongeren, wat ook het sluiten van een
samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en de gemeenschappen
impliceert.
In het huidige systeem worden de niet begeleide minderjarigen die zich
in procedurele fase bevinden van de asielaanvraag, opgevangen op
Federaal niveau -terwijl de overige worden opgevangen door de
gemeenschappen.
Genoteerd dient te worden, dat een voogdijmechanisme ingang vindt op 1
mei eerstkomend voor alle niet begeleide minderjarigen die op het
grondgebied aankomen. Een voogd zal ermee worden belast, een asiel- of
toelatingsaanvraag voor een verblijfsvergunning in te dienen en, in
het belang van de minderjarige, toezien op de naleving van de rechten
inzake de toegang tot het grondgebied, het verblijf en de verwijdering
van de vreemdelingen en, ten slotte, de verhaalmogelijkheden
uitputten.
Iedere overheid die in kennis werd gesteld van de aanwezigheid, aan de
grens of op het grondgebied, van een niet begeleide minderjarige,
informeert onmiddellijk de voogdijdienst hiervan. Zodra deze laatste
genoemde informatie ontvangen heeft, neemt hij de betrokken persoon
ten laste, gaat over tot diens identificatie, stelt terstond een voogd
aan en neemt contact op met de bevoegde overheden met het oog op de
huisvesting van de betrokkene.
DE VOORSTELLEN GOEDGEKEURD DOOR DE MINISTERRAAD
Het voorgestelde opvangmodel van niet begeleide minderjarigen is het
volgende:
- opvang van alle niet begeleide minderjarigen, zonder onderscheid
volgens hun administratief statuut,
- opvang in twee fases.
- Een 1ste fase van " observatie en oriëntatie ", georganiseerd op
Federaal niveau, maar mede gefinancierd door de gemeenschappen, met
een maximumduur van 14 dagen.
- Een variante van deze eerste fase wordt georganiseerd voor de
minderjarigen aan wie de toegang tot het grondgebied werd geweigerd.
De opvang moet op waardige wijze geschieden, aangepast aan hun
leeftijd maar zonder evenwel af te wijken van de regels inzake de
toegang tot het grondgebied.
Deze eerste fase zal tenuitvoerlegging van verschillende noodzakelijke
etappes mogelijk maken :
- een dringende opvangplaats: beschikbare plaatsen zowel tijdens de
dag als de nacht, 7 dagen op 7,
- een fase van acclimatisering op een beveiligde plaats waar de
minderjarige omkaderd wordt op psychologisch, sociaal, administratief
en juridisch vlak,
- de opstelling van een eerste balans van de psychosociale situatie
van de minderjarige, in functie waarvan een meer permanente oplossing
zal worden uitgewerkt. Deze balans zal worden opgesteld door de
opvangstructuur in een eerste fase, in nauwe samenwerking met de voogd
van de minderjarige, op basis van het resultaat van de informatie die
werd uitgewisseld tussen de Dienst Voogdij en de opvangstructuur.
De minderjarige zal in een tweede fase in een toegewezen
opvangstructuur worden ondergebracht die bepaald wordt in functie van
de individuele situatie van de minderjarige. Deze tweede fase wordt
georganiseerd door de gemeenschappen en door de Federale Overheid .
De opvangplaats kan een instelling zijn voor hulp aan jongeren, of een
opvangcentrum georganiseerd op Federaal niveau, een individuele
autonome instelling met de financiële hulp van het OCMW en een
gespecialiseerde begeleiding - of nog een plaatsing in een
opvangfamilie.
In een tweede fase maakt de minderjarige dus het voorwerp uit van een
begeleidingsplan omvattende een basisopvang (voedsel, huisvesting,
medische verzorging), psychosociale en juridische bijstand, toegang
tot onderwijs en opleiding, en toegang tot vrijetijdsbesteding.
Secretariaat van de Minister van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke
Integratie en Grootstedenbeleid
Wetstraat 51
1040 Brussel
de heer Mattias Derdeyn (N)
Tel.: 02/790.57.21
Fax: 02/790.56.99
mattias.derdeyn@p-o.be
Mevrouw Cécile Druart (F)
Tel.: 02/790.57.15
Fax: 02/790.58.99
cecile.druart@p-o.be
De Algemene Directie Externe Communicatie Kanselarij van de Eerste
Minister kan u bereiken op het volgende adres: cmr@premier.fed.be