Het Koninklijk Huis
Levensbeschrijving
Jeugd en studie
RVD
Prinses Juliana werd op 30 april 1909 te Den Haag
geboren als dochter van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik. Haar
eerste levensjaren bracht de Prinses door op Paleis Het Loo te Apeldoorn
en Paleis Noordeinde en Paleis Huis ten Bosch te Den Haag. Op dit
laatste paleis werd, toen Prinses Juliana zes jaar oud was, op advies
van de bekende pedagoog Jan Ligthart een klasje gevormd. Samen met
enkele leeftijdgenootjes volgde de Prinses in dit klasje het lager
onderwijs.
Omdat de Grondwet bepaalde dat de Prinses op achttienjarige leeftijd in
staat moest zijn haar moeder op te volgen, verliep het onderwijs van de
Prinses in een ander tempo dan bij de meeste kinderen. Na vijf jaar
lager onderwijs kreeg Prinses Juliana privé-les op H.B.S.- /
Gymnasium-niveau. Op 30 april 1927 werd Prinses Juliana achttien jaar en
grondwettelijk meerderjarig. Daarmee was zij gerechtigd het Koninklijk
gezag zonodig te aanvaarden. Twee dagen later werd de Prinses door haar
moeder ingeleid in de Raad van State.
Van 1927 tot 1930 volgde de Prinses colleges aan de Rijksuniversiteit
Leiden. Die jaren woonde Prinses Juliana met enkele medestudentes in
Katwijk. De keuze van vakken werd enerzijds afgestemd op haar
toekomstige taak als staatshoofd, anderzijds op haar persoonlijke
belangstelling voor literatuur en godsdienst. Tijdens haar studietijd
nam de Prinses actief deel aan het studentenleven als lid van de
Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL). Haar studie werd
bekroond met een erepromotie tot doctor in de letteren en de
wijsbegeerte. Promotor was de bekende historicus Johan Huizinga.
Na afloop van haar studie kreeg de Prinses een eigen secretariaat in
haar Paleis aan de Kneuterdijk. Ze hield zich weliswaar nog niet bezig
met staatszaken, maar vertegenwoordigde het Koninklijk Huis wel bij tal
van officiële evenementen.
In de crisisjaren (begin jaren '30) oriënteerde de Prinses zich
voornamelijk op sociaal terrein. Mede op haar initiatief kwam het
Nationaal Crisis Comité tot stand, dat steun verleende aan de talrijke
crisisslachtoffers. Prinses Juliana werd ere-presidente van het Comité
en was in die functie zeer actief. De Prinses volgde haar vader, na
diens overlijden in 1934, op als voorzitter van het Nederlandse Rode
Kruis.
Huwelijk en gezin
RVD
Op 8 september 1936 werd de verloving bekend gemaakt van Prinses
Juliana met Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard zur
Lippe-Biesterfeld, met wie zij op 7 januari 1937 in het huwelijk trad.
Op die datum was het precies achtenvijftig jaar geleden dat de
grootouders van de Prinses, Koning Willem III en Koningin Emma, in het
huwelijk traden. Het burgerlijk huwelijk van Prinses Juliana en Prins
Bernhard werd gesloten in het stadhuis van Den Haag; de kerkelijke
inzegening vond plaats in de Grote of Sint Jacobskerk. Vanaf dat moment
nam het paar zijn intrek in Paleis Soestdijk te Baarn.
Uit het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard werden vier
dochters geboren: Beatrix (1938), Irene (1939), Margriet (1943) en
Christina (1947). De Prinsessen werden op Paleis Soestdijk geboren, met
uitzondering van Prinses Margriet. Zij kwam in de oorlogsjaren te Ottawa
(Canada) ter wereld.
De Duitse invasie van 10 mei 1940 noopte Prinses Juliana en Prins
Bernhard met beide kinderen naar Engeland uit te wijken. De Prinses
bleef daar een maand en reisde vervolgens met haar dochters door naar
Canada, waar zij tot de bevrijding van Nederland woonde in Rockcliffe,
een voorstad van Ottawa. Prins Bernhard, die in Londen bij Koningin
Wilhelmina achterbleef, zocht haar hier regelmatig op. Gedurende de
oorlog ondernam de Prinses verschillende reizen naar enkele delen van
het Koninkrijk (Suriname en de Nederlandse Antillen). In april 1945
begaf de Prinses zich met Koningin Wilhelmina naar het bevrijde deel van
Nederland en vestigde zij zich te Breda. Daar werkte zij mee aan een
hulpactie voor de bevolking van het noordelijke deel van Nederland, die
zwaar onder de hongerwinter had geleden. Op 2 augustus werd het
Prinselijk gezin op Nederlandse bodem herenigd.
Na de Duitse capitulatie in mei '45 werkte de Prinses mee aan diverse
andere hulpacties voor de getroffen bevolking. Onder meer trad zij op
als voorzitter van de Stichting Nederlands Volksherstel. In het voorjaar
van 1946 bracht de Prinses, samen met Prins Bernhard, bezoeken aan
landen die veel voor Nederland hadden betekend tijdens de bezetting.
In het najaar van 1947 trad Prinses Juliana enkele weken op als
Regentes, toen Koningin Wilhelmina om gezondheidsredenen het Koninklijk
gezag enige tijd neerlegde. Dit herhaalde zich in 1948. In dat jaar
kondigde Koningin Wilhelmina aan afstand te doen van de troon. Op 4
september aanvaardde Juliana de regering. Op 6 september vond in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam de inhuldiging als Koningin der Nederlanden
plaats.
Koningin der Nederlanden
RVD
Overzeese gebiedsdelen, formaties en politiek
In het eerste jaar van haar regeerperiode werd de aandacht van Koningin
Juliana vooral opgeëist door de Indonesische kwestie. In 1949 tekende
zij in het Paleis op de Dam de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië.
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden werd door de Koningin
bekrachtigd in 1954; dit Statuut vormde de grondslag voor een
samenwerkingsverband voor de drie overgebleven delen van het Koninkrijk:
Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Na Indonesië scheidde in 1975 ook Suriname zich af van het Koninkrijk
der Nederlanden. In dat jaar ondertekende Koningin Juliana de Acte van
Erkenning van de Republiek Suriname.
Koningin Juliana was nauw betrokken bij de formatie van de kabinetten
Drees, Beel, De Quay, Marijnen, Cals, Zijlstra, De Jong, Biesheuvel, Den
Uyl en Van Agt I. Koningin Juliana betoonde zich als staatshoofd een
fervent voorstander van internationale samenwerking en Europese
eenwording.
Sociale vraagstukken
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werden de provincies
Zeeland en Zuid-Holland getroffen door de Watersnoodramp. Koningin
Juliana zette zich in voor het verkrijgen van internationale hulp voor
de slachtoffers en bezocht dagen achtereen het rampgebied.
Als Koningin bleef Juliana betrokken bij sociale vraagstukken. Die
betrokkenheid bleek onder meer uit haar talrijke bezoeken aan
ziekenhuizen, revalidatiecentra, sanatoria, bejaardenhuizen en
kindertehuizen. Op het internationale vlak hadden vooral de problematiek
van ontwikkelingslanden, het vluchtelingenvraagstuk en de zorg voor
kinderen over de hele wereld haar aandacht. In 1966 lanceerde de
Koningin bij de opening van de algemene vergadering van de International
Union for Child Welfare (waarvan het Kinderhulp Plan de Nederlandse
variant is) een project ter wetenschappelijke bestudering van de
methodiek en techniek van uitgebreide kinderbescherming als onderdeel
van een plaatselijk of regionaal ontwikkelingsplan.
De Koningin verleende ook financiële en materiële steun. Ter gelegenheid
van hun zilveren huwelijk in 1962 bijvoorbeeld gaf zij samen met Prins
Bernhard terreinen voor de vestiging van jeugdcentra aan de Nederlandse
jeugd, vergezeld van een groot geldbedrag. De opbrengst van een
inzameling van het Nationaal Comité Zilveren Regeringsjubileum Koningin
Juliana in 1973 schonk zij aan het kind in nood, waar ook ter wereld. En
het nationaal geschenk ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag
in 1979 schonk zij aan het Internationaal Jaar voor het Kind.
De Koningin verbond tevens haar naam aan de Stichting Koningin Juliana
Fonds (het latere Juliana Welzijn Fonds dat op 27 juni 2002 is
samengegaan met het Oranje Fonds, dat als doelstelling heeft het
maatschappelijk welzijn en de sociale cohesie te stimuleren.).
Als erkenning voor haar verdiensten op maatschappelijk terrein ontving
Koningin Juliana in 1964 een eredoctoraat in de sociale wetenschappen
aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Wetenschap en cultuur
De ontwikkeling van wetenschap en cultuur had eveneens de aandacht RVD
van Koningin Juliana, waarbij haar belangstelling vooral uitging
naar beeldende kunst, toneel en letterkunde. Met de toekenning van de
Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst hield zij zich elk jaar
intensief bezig. Verder bezocht zij veelvuldig tentoonstellingen en
woonde zij regelmatig Nederlandse en buitenlandse toneelmanifestaties
bij.
De verjaardagen van de Koningin werden (op Koninginnnedag) steevast
gevierd met een bloemendefilé langs het bordes van Paleis Soestdijk.
Prinses der Nederlanden
Op 31 januari 1980 deelde Koningin Juliana via radio en televisie mee
dat zij op 30 april dat jaar af zou treden ten gunste van haar dochter
Beatrix. In deze toespraak sprak zij de hoop uit zich ook na haar
abdicatie nuttig te kunnen maken voor de samenleving. Zij aanvaardde het
erevoorzitterschap van de Nationale Commissie Internationaal Jaar van
Gehandicapten 1981. Verder bleef zij veelvuldig bezoeken brengen aan
instellingen van maatschappelijke zorg. In 1983 bracht Prinses Juliana
samen met Prins Bernhard een bezoek aan de Nederlandse Antillen, om daar
projecten te bezoeken die gefinancierd waren met de giften die de
Prinses ontving voor haar zeventigste verjaardag. Vanaf begin jaren '90
nam Prinses Juliana geleidelijk aan minder deel aan publieke
evenementen. Op 23 februari 1999 liet de Prinses per brief weten dat het
haar vanwege haar hoge leeftijd niet langer mogelijk was om officiële
uitnodigingen te aanvaarden. Met haar negentigste verjaardag in het
vooruitzicht, gaf zij in haar brief ook aan dat het haar te zwaar viel
om in het vervolg blijken van hartelijkheid en medeleven te
beantwoorden.
De zomervakantie brachten Prinses Juliana en Prins Bernhard doorgaans
door in hun buitenverblijf l'Elefante Felice te Porto Ercole, Italië.
Tot en met 1994 hielden zij ieder jaar een wintersportvakantie, meestal
in Lech, Oostenrijk.
© RVD