Actieve opsporing van chlamydia noodzakelijk
Amsterdam, 18 maart 2004
Soa Aids Nederland vindt dat de minister van VWS het advies van de
Gezondheidsraad moet opvolgen en de actieve opsporing van chlamydia
verder moet stimuleren. De minister kan met het advies aan de slag,
ook al is er nog te weinig bekend om systematische screening in heel
Nederland in te voeren. Wat wel kan is: testen door huisartsen
stimuleren, de financieringsproblemen bij soa-poliklinieken en
abortushulpverlening oplossen en pilots starten in proefregios.
Gezondheidsraad adviseert geen screening wel actief testen
De Gezondheidsraad constateert dat chlamydia de meest voorkomende soa
is met 60.000 nieuwe infecties per jaar. Om verdere verspreiding tegen
te gaan, adviseert de Gezondheidsraad actieve opsporing van chlamydia
in combinatie met voorlichting over veilig vrijen. Actieve opsporing
van chlamydia kan worden gedaan door huisartsen, in soa-poliklinieken
en bij abortushulpverlening. Voor een actief screeningsprogramma onder
alle mannen en/of vrouwen in een bepaalde leeftijdsgroep is het nog te
vroeg. Daarvoor moet eerst meer ervaring met implementatie in
proefregios in de vorm van pilots worden opgedaan.
Actie & pilots zijn nodig
Soa Aids Nederland vindt dat actieve opsporing van chlamydia moet
worden doorgezet. Met naar schatting 1000 tot 2000 vrouwen die per
jaar onvruchtbaar worden door chlamydia is er sprake van een ernstig
gezondheidsprobleem. De minister van VWS kan dit aanpakken door het
advies van de Gezondheidsraad in actie te vertalen, onder andere door
het actiever testen op chlamydia door huisartsen te stimuleren. Dit
kan door bijscholing en ontwikkeling van beroepsstandaarden. Bij
soa-poliklinieken en abortushulpverlening zijn er vooral financiële
problemen die een actief testen op chlamydia in de weg staan. Dit kan
de minister oplossen. En daarnaast kan hij pilots starten om te
onderzoeken of en hoe screening verder moet worden ingevoerd. In
Amsterdam zijn al jarenlang cijfers bekend die de invoering van zon
pilot noodzakelijk maken. In twee onderzoeken is aangetoond dat 3 tot
5% van de vrouwen tussen de 15 en 40 een chlamydia-infectie heeft. Dat
is reden genoeg om een screeningspilot op te ontwikkelen.
Soa Aids Nederland gaat zelf ook aan de slag met het advies: over een
paar maanden worden de resultaten bekend van de eerste landelijke
studie die is uitgevoerd naar chlamydia en chlamydiascreening. Hieruit
moet duidelijk worden hoe vaak chlamydia in Nederland voorkomt en of
screening effectief en kostenbesparend kan worden uitgevoerd door
GGD-en. Daarnaast zal Soa Aids Nederland de bijscholing voor
huisartsen aanpassen en meewerken aan vernieuwing van de
huisartsenstandaarden. Ook zal de minister een advies krijgen over de
wijze waarop de laagdrempelige soa-zorg eruit moet gaan zien.
Stichting Aids Fonds