PERSBERICHT
De jaarrekening van de Europese Centrale Bank de jaarrekening van de
Europese Centrale Bank voor het jaar 2003
18 maart 2004
De Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft vandaag
zijn goedkeuring gehecht aan de door accountants gecontroleerde
jaarrekening van de ECB voor het jaar 2003.
De ECB heeft in 2003 een netto verlies geleden van EUR477 miljoen,
vergeleken met een winst van EUR1,220 miljoen in 2002. Dit verlies was
voornamelijk het gevolg van het beloop van de wisselkoersen, dat een
negatieve invloed had op de in euro uitgedrukte waarde van de door de
bank aangehouden activa luidende in Amerikaanse dollar, maar was
tevens een gevolg van de lagere binnenlandse en buitenlandse rente.
De door de ECB gehanteerde regels voor de opstelling van de
jaarrekening zijn met name gebaseerd op het beginsel van
voorzichtigheid. Overeenkomstig dit beginsel worden ongerealiseerde
verliezen op wisselkoers- en marktprijsherwaarderingen van de door de
ECB aangehouden deviezen en goud beschouwd als gerealiseerde verliezen
en in de winst- en verliesrekening per de jaarultimo opgenomen.
Ongerealiseerde winsten uit wisselkoers- en marktprijsherwaarderingen
van de door de ECB aangehouden deviezen en goud worden echter niet
beschouwd als winst, maar worden direct naar herwaarderingsrekeningen
overgedragen. In 2003 resulteerde de sterkte van de euro in netto
ongerealiseerde verliezen op de wisselkoersherwaarderingen ten bedrage
van bijna EUR4 miljard, na verbruik van de eind 2002 uitstaande saldi
van de herwaarderingsrekeningen van rond EUR1,7 miljard. Deze
verliezen werden gedeeltelijk gecompenseerd door het vrijkomen van de
gehele algemene voorziening van EUR2,6 miljard, die in het verleden is
ingesteld met het doel wisselkoers- en renterisico's te dekken.
De reguliere inkomsten van de ECB komen voornamelijk voort uit
beleggingsbaten op de door haar aangehouden externe reserves en haar
volgestorte kapitaal van EUR4,1 miljard, en - vanaf begin 2002 - uit
rentebaten op haar aandeel van 8% in de totale waarde van de
eurobankbiljetten in omloop. De rentebaten in 2003 werden negatief
beïnvloed door de lage rente op zowel binnenlandse activa als op
deviezen. De ECB heeft aan de nationale centrale banken een
rentevergoeding uitgekeerd van EUR808 miljoen ten aanzien van hun
vorderingen uit hoofde van de door hen aan de ECB overgedragen externe
reserves. In totaal heeft de ECB uit alle bronnen netto rentebaten
verdiend van EUR715 miljoen - met inbegrip van EUR698 miljoen uit haar
deel van de in omloop zijnde bankbiljetten -, vergeleken met EUR995
miljoen in 2002. De netto rentebaten met uitzondering van die op de
eurobankbiljetten daalden derhalve naar EUR17 miljoen, vergeleken met
EUR268 miljoen in 2002.
De beheerkosten van de ECB ter zake van salarissen en aanverwante
kosten, huur, en goederen en diensten bedroegen EUR286 miljoen. Dit
staat in vergelijking met totale kosten van EUR372 miljoen in 2002,
maar deze omvatten toen kosten ten bedrage van EUR118 miljoen in
verband met de gecentraliseerde financiering van het aanleggen van een
strategische voorraad bankbiljetten voor het Eurosysteem. De
afschrijvingen op vaste activa bedroegen EUR30 miljoen. Eind 2003
bedroeg het aantal personeelsleden van de ECB 1.213 (waarvan 84 in
bestuursfuncties), vergeleken met 1.105 een jaar eerder.
Tijdens zijn vergadering van 18 maart 2004 heeft de Raad van Bestuur
besloten het netto verlies van de ECB ten bedrage van EUR477 miljoen
te dekken uit het algemeen reservefonds.
De jaarrekening zal tevens op 27 april 2004 worden gepubliceerd in het
Jaarverslag van de ECB.
Toelichting voor de redactie
1. De door de ECB gehanteerde regels voor de opstelling van de
jaarrekening: de gemeenschappelijke grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling zijn door de Raad van Bestuur vastgelegd voor
het Eurosysteem, waaronder de ECB, overeenkomstig artikel 26.4 van
de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de
Europese Centrale Bank. Hoewel deze in algemene zin gebaseerd
zijn op internationaal geaccepteerde financieel-administratieve
praktijken, zijn deze grondslagen zo opgesteld dat zij in het
bijzonder de unieke omstandigheden van centrale banken in acht
nemen: zij zijn vooral gericht op het voorzichtigheidsbeginsel
gezien de grote wisselkoersrisico's voor centrale banken. Deze
voorzichtigheidsbenadering komt met name tot uiting in de
verschillende behandeling van ongerealiseerde winsten en
ongerealiseerde verliezen ten behoeve van de resultaatbepaling, en
in het verbod van saldering van ongerealiseerde verliezen op het
ene activum tegen ongerealiseerde winsten op een ander. Van alle
nationale centrale banken wordt vereist dat zij deze grondslagen
in acht nemen bij de verslaglegging over hun transacties als
onderdeel van het Eurosysteem, die worden opgenomen in het
wekelijkse geconsolideerde financiële overzicht van het
Eurosysteem (de zogeheten "Weekstaat"). In de praktijk passen alle
nationale centrale banken vrijwillig globaal dezelfde grondslagen
toe als de ECB bij het opstellen van hun eigen jaarrekening.
2. Rentevergoeding op aan de ECB overgedragen externe reserves:
iedere nationale centrale bank heeft bij haar overdracht van
externe reserves aan de ECB ten tijde van haar toetreding tot het
Eurosysteem, een rentedragende vordering op de ECB verkregen voor
de waarde van het bedrag dat zij daarbij overdroeg. De Raad van
Bestuur heeft besloten dat deze vorderingen in euro dienen te
luiden, en dat de rentevergoeding erover op dagbasis zal
plaatsvinden tegen de laatste rentevoet voor de
basis-herfinancieringstransacties van het Eurosysteem (thans de
tweewekelijkse euroreporente), met een correctie vanwege het
rendement van nul op de goudcomponent. In 2003 heeft deze
rentevergoeding geresulteerd in rentelasten van rond EUR808
miljoen, vergeleken met netto rentebaten van EUR541 miljoen op de
externe reserves.
3. Toedeling van verliezen: Krachtens artikel 33.2 van de Statuten
van het ESCB dient een door de ECB geleden verlies in deze
volgorde te worden gedekt: Het verlies kan worden gedekt uit het
algemeen reservefonds en, indien nodig, bij besluit van de Raad
van Bestuur, door de monetaire inkomsten van het betrokken
boekjaar.
4. Verdeling van de inkomsten van de ECB uit de eurobankbiljetten in
omloop: De Raad van Bestuur heeft besloten dat deze inkomsten
apart zullen worden verdeeld onder de nationale centrale banken in
de vorm van een tussentijdse verdeling van inkomsten na het eind
van elk kwartaal. Deze inkomsten worden in hun geheel verdeeld
tenzij de netto winst van de ECB voor het jaar minder is dan haar
inkomsten uit de in omloop zijnde bankbiljetten, en afhankelijk
van een besluit van de Raad van Bestuur om deze inkomsten te
verminderen met de door de ECB gemaakte kosten in verband met de
uitgifte en verwerking van eurobankbiljetten.
Op basis van het geschatte financiële resultaat van de ECB voor
het jaar 2003, heeft de Raad van Bestuur in december 2003 besloten
+ de drie gedurende het jaar reeds aan de nationale centrale
banken uitbetaalde tussentijdse driemaandelijkse verdelingen
ten bedrage van in totaal EUR533 miljoen, terug te vorderen,
en
+ de laatste driemaandelijkse tussentijdse verdeling van EUR165
miljoen achterwege te laten.
---
Besluit van de Europese Centrale Bank van 5 december 2002
betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank
(ECB/2002/11), Pb L 58, 3 maart 2003, blz. 38.
Besluit van de Europese Centrale Bank van 21 november 2002 inzake
de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in
omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van
de deelnemende lidstaten (ECB/2002/9), Pb L 323, 28 november 2002,
blz. 49.
***
Europese Centrale Bank
Afdeling Pers en Informatie
Kaiserstrasse 29, D-60311 Frankfurt am Main
Tel.: +49 69 1344 7455, Fax: +49 69 1344 7404
Internet: http://www.ecb.int
Reproductie is toegestaan op voorwaarde dat de bron wordt vermeld.
European Central Bank