Kooistra verliest van belastingdienst
Bron: Rechtbank Assen
Datum actualiteit: 18-03-2004
De rechtbank Assen heeft op 17 maart 2004 vonnis gewezen in een
geschil tussen Plassania BV en de Ontvanger van de Belastingdienst
Noord. Plassania BV is de BV van Sjoerd Kooistra.
Het geschil betrof het faillissement van de BV die Pizzeria Contini te
Groningen exploiteerde.
Die pizzeria is eigendom van Plassania, maar was verpacht aan Copaco
BV, die op haar beurt de exploitatie had uitbesteed aan PZL Beheer BV.
Via een kettingbeding in het contract tussen Plassania en Copaco
exploiteerde PZL de pizzeria op de door Plassania gewenste wijze
(onder meer: verplichte afname van alle drank van Interbrew en
wekelijkse afdracht van een deel van de omzet aan Plassania).
Toen PZL failliet ging, had deze BV een belastingschuld.
Copaco zegde het contract met Plassania op, die dit nog dezelfde dag
accepteerde. Copaco zegde ook het contract op met PZL, maar de curator
weigerde meteen akkoord te gaan en wilde - ondanks dreiging met een
kort geding - de sleutels niet inleveren bij Plassania. Dit laatste
had tot gevolg dat de Ontvanger een aantal weken na het faillissement
nog bodembeslag kon leggen op de inventaris van de pizzeria voor de
belastingschuld. Plassania vocht dat beslag aan, maar trof tegelijk
een regeling met de Ontvanger om de pizzeria te kunnen laten
doordraaien.
De Ontvanger stelde onder meer dat Plassania moet meebetalen aan de
belastingschuld van PZL, omdat door het gebruik van rechtspersonen en
de verplichtingen die Plassania oplegt, allerlei schuldeisers met lege
handen achterblijven terwijl Plassania zelf buiten schot blijft.
Plassania mocht in deze zaak niet verwachten dat verhaal van de
belastingschuld op haar goederen (inventaris van de pizzeria)
achterwege zou blijven.
De rechtbank heeft de Ontvanger in het gelijk gesteld. Daarbij is
onder meer geoordeeld dat PZL moest werken op de wijze die Kooistra
wil en dat Kooistra de regie had bij het aan verhaal onttrekken van de
belastingschuld. Slechts door het optreden van de curator is dat in
deze zaak mislukt.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AO5864
Zie het origineel