Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Architectuurcentrum Aorta presenteert:

Lelijk is geen argument

Toonbeelden van de wederopbouw in Nederland 1940-1965

en Utrecht

tentoonstelling

woensdag 17 maart t/m 17 april 2004

Een reizende tentoonstelling van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Basis voor de tentoonstelling is de gezamenlijke publicatie van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het Nederlands Architectuurinstituut Toonbeelden van de Wederopbouw (2002)

In Utrecht zijn in de periode van de wederopbouw (1940-1965) zijn grote delen van de stad aangelegd. De meeste van deze gebouwen, hele wijken zelfs inclusief het straatmeubilair, zijn met onze herinneringen verweven. Wij zijn het die met houten slippers in de zandbak spelen, ondersteboven aan een klimrek hangen of als ouder toekijken bij het zwembad. De meeste onderdelen uit de Wederopbouwperiode zijn zo vertouwd dat we ons niet realiseren hoe bijzonder de ontwerpen uit deze periode zijn. Zoals de meeste dingen die uit de mode raken, worden ze eerst ouderwets en lelijk bevonden om vervolgens te worden afgedankt. Pas als ze dát stadium voorbij zijn, kunnen we de dingen op hun cultuurhistorische waarde worden schatten. Om een beeld te schetsen van de omvang van de ontwerp- en bouwopgave uit deze periode en de enorme gevolgen van het opkomende verkeer worden in deze tentoonstelling ook de ingrepen in de openbare ruimte in beeld gebracht; van klimrekken, standbeelden en bankjes tot bruggen, pleinen (Vredenburg) en bushokjes.

In 2002 is de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) begonnen met een landelijke inventarisatie van de naoorlogse bouwkunst. Na het sneuvelen van woningen maar ook van gebouwen met maatschappelijke functies uit de Wederopbouwperiode, vond de afdelingen Stedenbouw en Monumenten van de Gemeente Utrecht het raadzaam om een inventarisatie uit te voeren van naoorlogse schoolgebouwen. Het onderzoek richtte zich op het in kaart brengen van de resterende scholen en het optekenen van hun architectonische waarde. Het architectuurhistorisch onderzoek naar het Rietveldcomplex in Hoograven kwam op gang door de wens van de bewoners om de openbare ruimte veiliger te maken. Eigenaar van het complex, woningbouwvereniging BO-EX, gaf opdracht voor het maken van een analyse van de oorspronkelijke bedoeling van de ontwerpers om deze te kunnen gebruiken om de huidige aanpak van het gebied te verbeteren. Enkele resultaten van beide onderzoeken worden in deze tenstoonstelling kort weergegeven.

Veel gebouwen uit de wederopbouwperiode worden nu met sloop bedreigd. Het is dan ook de hoogste tijd het erfgoed van de wederopbouw op z n cultuurhistorische waarde te schatten. En lelijk is daarbij geen argument om tot sloop over te gaan.

18 maart 20.00 uur Opening & lezing Hoograven

(door Marinke Steenhuizen & Noël van Dooren)

In de wijk Hoograven heeft Rietveld op grotere schaal geëxperimenteerd met zijn massaproduceerbare woningbouw. De verkavelingvorm van het stedenbouwkundig plan voor Utrecht-Hoograven maakt gebruik van herhaalbare wooneenheden, de zogenaamde stempels. Rietveld werkte drie eenheden uit. Een deel van deze woningen worden momenteel door architect Bertus Mulder gerestaureerd. De lezing van Marinke Steenhuizen gaat over de architectuurhistorische achtergrond van deze wijk. Aansluitend daaraan geeft Noël van Doorn uitleg over de wijze waarop en in welke mate deze historie als onderlegger gebruikt kan worden voor de herontwikkelingsplannen.

Na afloop is er gelegenheid voor vragen en een discussie.

Lezingen

In aansluiting op de tentoonstelling organiseert Aorta een twee lezingen met een historische insteek over de naoorlogse wijken van Utrecht. De herstructureringsplannen zijn volop in ontwikkeling, maar veelal weet men niet hoe het oorspronkelijke plan voor deze wijken in elkaar stak en wat de achterliggende ideologie was die de inrichting bepaalde. De volgende onderwerpen komen aan bod:

24 maart 20.00 uur Kleine naoorlogse invullingen (door Bettina van Santen)

Niet alle naoorlogse bouwprojecten behelzen de ontwikkeling van hele wijken. Voor de grenswijziging van 1954 werd er ook al volop gebouwd op de laatste open plekken binnen de gemeentegrenzen. Zo kwamen kleinere projecten zoals het Majellapark, de Halve Maan en Pijlsweerd voor een groot deel tot stand. Maar ook het uitbreidingsplan Kromme Rijn met het Lodewijk Napoleonplantsoen en de villa's aan de Breitnerlaan.

7 april 20.00 uur Overvecht (door Bettina van Santen)

Overvecht is een duidelijk begrensde wijk aan de noordkant van Utrecht. Het, in de middeleeuwen ontgonnen, veenweidegebied werd tussen 1959 en 1970 herschapen in een woonwijk met nu zo n 30 duizend inwoners. De wijk is opgezet als ruime woonwijk met veel hoogbouw, veel groen en brede wegen. Het uitbreidingsplan voor Overvecht van de Dienst Stadsontwikkeling dateert uit 1961. Door deze ruime opzet is het de groenste wijk van de stad. Maar Overvecht kent inmiddels ook de typische sociaal-maatschappelijke problemen van de grote stad. Een deel van de woningen in de wijk, waaronder de karakteristieke hoogbouw, wordt de komende jaren als onderdeel van een groot herstructureringsprogramma aangepast aan de wooneisen van nu.

Bettina van Santen is medeauteur van de publicatie De Utrechtse Wijken. Overvecht

Locatie: Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14,

Toegang: De tentoonstelling is gratis toegankelijk. De entree voor de lezingen op 24 maart en 7 april bedraagt: 6.00 euro voor beide lezingen; 3,50 euro per keer. Vrienden van Aorta, CJP en 65+ pas 3,00 euro

U wordt verzocht van tevoren te reserveren via Architectuurcentrum Aorta: tours@aorta.nu of tel: 030 2321686.

Architectuurcentrum Aorta, Achter de Dom 14, Utrecht, tel. (030)2321686, fax (030)2321390

Openingstijden: woensdag tot en met vrijdag 12.00-17.00 uur, zaterdag 13.00-17.00 uur.

De tentoonstelling is georganiseerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg gedeeltelijk aangevuld door de sectie Monumenten van de Gemeente Utrecht in samenwerking met architectuurcentrum Aorta.

af6b38.gif

Noot voor de redactie

Ingezonden persbericht