Zestig procent uitval van scholieren met handicap door geldgebrek
Leerlinggebonden financiering in het mbo
Leerlingen met een chronische ziekte of handicap moeten ook in het
middelbare beroepsonderwijs (mbo) kunnen beschikken over leerlinggebonden
financiering. Met het extra geld hopen de Chronisch zieken en Gehandicapten
Raad Nederland (CG-Raad) en de Federatie van Ouderverenigingen (FvO) dat er
minder uitval is onder scholieren met een beperking. Momenteel maakt zestig
procent van de gehandicapte leerlingen het mbo niet af. De extra middelen,
zoals bijvoorbeeld ondersteuning bij het zoeken naar een stageplaats of bij
het maken van aantekeningen, zijn niet beschikbaar.
De gehandicaptenorganisaties en de BVE-Raad, de branchorganisatie voor
scholen in het mbo en de volwasseneducatie, pleiten donderdag 18 maart
tijdens een overleg in de Tweede Kamer met de commissies voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de invoering
van de leerlinggebonden financiering in het middelbaar beroepsonderwijs.
Daardoor kunnen meer deelnemers met een handicap een middelbare
beroepsopleiding afronden. Deze vorm van financiering voor leerlingen met
een handicap geldt sinds augustus 2003 al in het primair en voortgezet
onderwijs.
Zonder leerlinggebonden financiering in het mbo kan de deelnemer met een
beperking niet functioneren. De assistentie bij het aanreiken van
hulpmiddelen en materialen is onmogelijk. Evenals een beroepsoriëntatie,
bemiddeling naar een stageplaats of arbeidsplaats of een training van
sociale vaardigheden. Terwijl deze vormen van begeleiding noodzakelijk zijn,
wil een leerling met een handicap zijn diploma halen en kans maken op een
baan.
Met een leerlinggebonden budget heeft een scholier meer zeggenschap over de
speciale begeleiding of ondersteunende middelen die hij nodig heeft. De
school krijgt extra middelen toegekend om te investeren in begeleiding van
de leerlingen met een (zware) handicap. Daarnaast sluit de leerlinggebonden
financiering goed aan bij het primair of secundair onderwijs waar de extra
financiering wel geldt.
In de BVE-sector zijn de voorzieningen die gericht zijn op ambulante
begeleiding van gehandicapte en chronisch zieke leerlingen op 1 augustus
2003 gesneuveld. Bovendien is het niet meer mogelijk om reïntegratiemiddelen
in te zetten voor gehandicapte leerlingen die geen arbeidsverleden hebben.
De staatssecretaris van Onderwijs vindt dat het VOA-budget (dat is bedoeld
voor risico-leerlingen) ook gebruikt moet worden voor deelnemers met een
handicap. Het budget is echter jarenlang steeds verder gedaald, terwijl het
aantal gebruikers is toegenomen.
De gehandicaptenorganisaties en de BVE-Raad zijn blij met de Kamerbrede
steun die blijkt uit de motie van Aasted (CDA) die op 19 februari 2004 is
aangenomen. Hierin wordt gepleit voor een onbelemmerde toegang tot het mbo
en wordt de regering verzocht te bezien of daartoe de inzet van de rugzak
kan worden uitgebreid.
(Geplaatst: 16 maart 2004)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland