Ingezonden persbericht
PERSBERICHT Rotterdam, 12 februari 2004
Productiehuis Rotterdam (Rotterdamse Schouwburg) presenteert:
Lautsprecher Arnolt - opera voor luidsprekers
van Huba de Graaff en Erik-Ward Geerlings
18 maart tot en met 3 april
Lautsprecher Arnolt is een 'opera voor luidsprekers' van Huba de Graaff (muziek) en Erik-Ward Geerlings (libretto en regie). Marien Jongewaard (acteur/regisseur bij Theatergroep Nieuw West en choreograaf in producties met Truus Bronkhorst) vertolkt daarin de Oostenrijkse schandaalschrijver Arnolt Bronnen (1895-1959), bij leven zowel bevriend met Bertolt Brecht als met Joseph Goebbels. Bart Visser ontwerpt en bouwt de diverse speakerinstallaties. De voorstelling is te zien van 18 maart tot en met 3 april in de Krijn Boon Studio van de Rotterdamse Schouwburg.
In leven en werk van provocateur Bronnen verzamelden zich alle politieke en kunstzinnige extremen uit zijn tijd. Van de Berlijnse avant-garde uit de jaren twintig belandde hij in het nationaal-socialisme waar hij dik bevriend raakte met propagandachef Joseph Goebbels. Aan het einde van de oorlog sloot hij zich aan bij het verzet; en na de oorlog werd hij burgemeester van het Oostenrijkse dorp waar later Jürg Haider werd geboren. Uiteindelijk belandde hij, op voorspraak van zijn oude vriend Bertolt Brecht, in het communistische Oost-Duitsland waar hij zijn laatste jaren sleet als filmrecensent. In de opera treedt Arnolt Bronnen op als menselijke luidspreker; alle andere rollen worden vertolkt door luidsprekers van velerlei soort en formaat.
Componiste Huba de Graaff heeft een voorkeur voor zowel welluidende melodieën als voor minder harmonieuze, meer schurende klankmengsels. Zij beschouwt de luidspreker als het feitelijke instrument van de elektronische muziek. In Lautsprecher Arnolt werkt ze uitsluitend met klanken die zonder de speaker niet zouden bestaan (sinusgolven, analoge experimenteerelektronica, synthesizers met vooral veel jaren-zeventigstrings, elektrische gitaar en basgitaar, rhythm-machines, etc.) In dit geluidsdecor speelt en zingt Marien Jongewaard een door en door neurotische man die zich als levende luidspreker probeert staande te houden in een kakofonische wereld vol speakers. Hij gaat verhoudingen met ze aan: sluit vriendschap met speakers, wordt verliefd op speakers, manipuleert en verraadt speakers; niets menselijks is hen vreemd. Ondertussen verloopt er een halve eeuw wereldgeschiedenis en de speakers nemen in aantal en volume toe. Maar Arnolt schreeuwt terug. Luid, luider, luidst!
do 18 t/m za 20 (try-outs), wo 24 (première), do 25 t/m za 27, wo 31 mrt t/m za 3 apr Rotterdamse Schouwburg, Krijn Boon Studio, 20:45
¤ 10,50 / ¤ 9,00 (CJP/Pas65/R'dampas) / ¤ 7,50 (Schouwburgkaart)
compositie & muziek: Huba de Graaff tekst & regie: Erik-Ward Geerlings
speakerinstallaties: Bart Visser met: Marien Jongewaard
coproductie: Nieuw West met steun van: Fonds voor Scheppende Toonkunst
meer informatie: www.schouwburg.rotterdam.nl
---
Voor meer informatie, fotomateriaal en interviews: Rotterdamse Schouwburg, Astrid de Haas
e-mail: astrid@schouwburg.rotterdam.nl telefoon: 010-4044111
Tournee seizoen 2004-2005 (onder voorbehoud)
wo 8 en do 9 september Rotterdam Rotterdamse Schouwburg
wo 15 september Arnhem Schouwburg Arnhem
vr 17 en za 18 september Haarlem Toneelschuur Haarlem
di 21 t/m za 25 september Amsterdam Frascati
wo 29 september Eindhoven Plaza Futura
do 30 september Den Haag Korzo Theater
wo 6 en do 7 oktober Utrecht Stadsschouwburg Utrecht
za 9 oktober Groningen Grand Theatre
Biografieën Arnolt
HUBA DE GRAAFF (1959) studeerde viool in Amsterdam, sonologie in Utrecht en compositie in Den Haag bij Louis Andriessen, Frederic Rzewski, Walter Zimmerman en Gilius van Bergeijk. Al vanaf het begin van de jaren tachtig werkt ze met computers en ander technologisch instrumentarium. Ze treedt regelmatig op met live elektronica, performances en dynamische klanksculpturen. Ze creëert meestal haar eigen klanken - gekras, getsjirp, gekrijs of geknisper - die rondtollen en wegschieten uit bewegende luidsprekers. Enkele van haar werken zijn Studie voor piëzogrids (1992) voor 768 piëzokeramische elementen die boven het publiek zijn opgesteld, Fwoosh - plug into the power - yip yip! (1996) voor het Mondriaan strijkkwartet en elektronica, Hephaistos - a loudspeaker opera (1997), een opera voor luidsprekers en zangers met speakers op hun hoofd, en onlangs Generic city voor het 2004 Festival Adventures in Den Haag, met nieuw werk voor Electra en Cappella Amsterdam.
ERIK-WARD GEERLINGS (1963) kreeg toneel- en improvisatielessen van zijn ouders. Hij studeerde wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en manifesteerde zich lange tijd als multi-getalenteerd theatermaker met producties als Schoner wonen (St. De Kist, 1992), Siegfreud! (St. De Kist, 1993) en Elektra & Orestes (Fact, 1996). Sinds enkele jaren wijdt hij zich voornamelijk aan de (toneel)schrijverij. Zo gaat op 26 maart, twee dagen na de première van Lautsprecher Arnolt, in Eindhoven bij ZT Hollandia zijn stuk De ongelovige in première, in een regie van Floor Huygen en gespeeld door Bert Luppes en Betty Schuurman. Met Lautsprecher Arnolt herneemt Geerlings zijn regieactiviteiten.
Erik-Ward Geerlings over zijn comeback als regisseur:
"Experimenteel is het wel!"
In de jaren negentig maakte regisserend schrijver Erik-Ward Geerlings naam in Rotterdam met producties bij Stichting De Kist, voorloper van het Productiehuis Rotterdam (Rotterdamse Schouwburg), en Fact, de inmiddels ter ziele gegane werkplaats voor beginnende theaterregisseurs. In zijn voorstellingen gaf hij blijk van een grote fascinatie voor personages uit de geschiedenis van de Duitstalige landen in de 19e en de eerste helft van de 20e eeuw, waaronder Bertolt Brecht, Adolf Hitler en Sigmund Freud. Na zijn toneelstuk Het ongeluk (Onafhankelijk Toneel, 2000), over de Franse schrijver Albert Camus, en de regie van zijn stuk Het gulden vlies bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg in Brussel (2000) was het een tijdje stil rond Geerlings. Met Lautsprecher Arnolt keert hij terug bij de thematiek waarmee hij zijn theatercarrière begon: Duitsland ten tijde van de twee wereldoorlogen. Hoofdpersoon dit keer is Arnolt Bronnen, die ook al in zijn eerste stuk Schoner wonen voorkwam als vriend van Bertolt Brecht en waaraan Brecht de 't' in Bertolt te danken heeft. In navolging van Arnol't' Bronnen, besloot ook Brecht zijn voornaam op een 't' te laten eindigen.
Wie was Arnolt Bronnen?
"Bronnen, geboren in Oostenrijk, was een schrijver die alle bepalende gebeurtenissen van de 20e eeuw aan den lijve heeft meegemaakt. Zijn literaire werk heeft beperkte waarde, zijn autobiografie is echter een meesterwerk. Het hangt van onwaarschijnlijkheden aan elkaar, maar het is allemaal echt gebeurd. Hij heeft in de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven gevochten en kreeg daar een kogel door zijn keel. Hij herstelde en begaf zich in de avant-garde van Berlijn, waar hij bevriend raakte met Bertolt Brecht. Daarna werd hij aangetrokken door het nationaal-socialisme - aanvankelijk ook een vorm van avant-garde - waaraan hij zijn vriendschap met Joseph Goebbels overhield. Hij trouwde met één van diens afgedankte vriendinnen, die op hun huwelijksnacht bij Goebbels werd ontboden en dus die nacht niet bij Arnolt sliep. Ook Arnolt dankte haar uiteindelijk af en zij pleegde zelfmoord. Bronnen ontwikkelde zich verder in het Derde Rijk als radiomaker en televisiepionier, deed klusjes voor het ministerie van propaganda maar ontvluchtte Duitsland kort voor het einde van de oorlog. Toen maakte hij andermaal een draai van 180 graden: hij sloot zich aan bij het verzet en werd gevraagd voor het burgemeesterschap van Goisern, het dorp waar ook Haider vandaan komt. De laatste tournure maakte hij enkele jaren later toen hij op voorspraak van zijn oude makker Brecht naar de DDR mocht komen. Zijn laatste poging om aldaar zijn literaire carrière uit het slop te halen mislukte en hij werd 'kaltgestellt' en vergeten. Arnolt Bronnen zocht steeds de oppositie. Hij was een provocateur van de eerste orde en - wat het uitgangspunt werd voor deze opera - je kunt hem beschouwen als een 'loud speaker', een echte luid-spreker dus."
Waarom een speakeropera?
"Huba de Graaff had eerder de speakeropera Hephaistos gemaakt. Zij stelde voor opnieuw een opera ter maken voor luidsprekers. Dat gegeven past op een wonderlijke manier in het verhaal. Zonder de uitvinding van de speaker was de geschiedenis van de 20e eeuw waarschijnlijk heel anders verlopen. In ieder geval waren gecontroleerde massabewegingen als fascisme en communisme op deze schaal niet mogelijk geweest. Arnolt Bronnen is de verpersoonlijking van deze geschiedenis. We zien hem in de voorstelling als een levende luidspreker die leeft in een wereld die slechts bestaat uit speakers. Experimenteel is het wel, want alle overige rollen worden letterlijk gespeeld door speakers. De zangpartijen hiervoor zijn van tevoren opgenomen en worden afgespeeld op de speakers die tijdens de voorstelling tot leven komen en over het toneel bewegen. Hierdoor kunnen de speakers uitgroeien tot heuse personages."
Waarom zingt acteur Marien Jongewaard de hoofdrol?
"Hij is geen onverdienstelijk zanger. Dat heeft hij al laten horen in zijn recente voorstelling Pony. Maar hij is natuurlijk als zanger wel ongeschoold. We zochten naar iemand van vlees en bloed en geen keurige operazanger die mooi kan zingen maar weinig theatrale uitstraling heeft. Dat past ook in de Haagse school van componeren waar Huba de Graaff toe behoort: ook Louis Andriessen geeft vaak de voorkeur aan natuurlijke zang, in plaats van klassiek geschoolde stemmen. Marien Jongewaard bezit een grote theatrale kracht en persoonlijkheid en kan zo luid spreken dat je ervan achterover valt."