|Persbericht |Zwolle, 17 maart 2004 |Reactie Electrabel op rapport AER
Teleurstelling overheerst ondanks goede aanzetten
|Corporate Communicatie |Electrabel heeft met interesse kennisgenomen van het AER-rapport "Behoedzaam Stroomopwaarts" Helaas moeten we constateren dat in dit rapport op hoofdlijnen de visie op de toekomst in rapport ontbreekt. Ondanks enkele goede aanzetten maakt de AER uiteindelijk geen duidelijke en heldere keuzes.
De AER maakt zich zorgen over de werking van de groothandelsmarkt in Nederland. Deze markt werkt met 5 grotere aanbieders echter naar behoren. De zorg van de AER is blijkbaar dat dit in de toekomst wellicht anders wordt. Helaas kan de AER niet duidelijk maken waarop zij zich hierbij baseert. Electrabel ziet geen reden voor die zorg. Het toezicht is door middel van de NMa en DTe is adequaat en de concurrentie werkt. Transparantie is geregeld. De liquiditeit van de APX zou in de toekomst een probleem kunnen gaan vormen, hoewel de APX zelf haar toekomst zonnig inziet. De oplossing daarvoor ligt niet in de door de AER aanbevolen kunstgrepen, maar in marktconforme maatregelen. Dus niet verplicht inbieden van capaciteit en verboden op import, maar vergroting van de markt door marktkoppeling. De Beneluxmarkt ligt als eerste stap meteen voor de hand.
Op het vlak van de netten is het goed om te bespeuren dat de AER een stap in de goede richting zet door te pleiten voor volledige juridische en organisatorische scheiding van de netten van de andere (commerciële) activiteiten. De door de AER gehanteerde argumenten pleiten echter voor een definitieve stap, namelijk een volledige afsplitsing van de netten. De financiële positie van de bestaande geïntegreerde bedrijven doet hierbij niet ter zake; zeker niet in relatie tot de mogelijke overname door buitenlandse bedrijven. In het Europa van tegenwoordig kan dat toch geen serieuze overweging meer zijn. Als eigendom van "assets" zo belangrijk is voor de financiering van de leveringsactiviteiten, consolideer dan de activiteiten uit het vrije marktsegment, zoals productie en levering, in plaats van de marktwerking te verstoren door de netten hiervoor te gebruiken. Bij de grootste Nederlandse energiebedrijven is dit inmiddels ook gebeurd.
De oproep van de AER om de optie van de nationale kampioen open te houden is ongeloofwaardig. Het is van tweeën een. Of je gelooft in de totstandkoming van de Europese markt en dan is het pleidooi voor een nationale kampioen -hoewel nog steeds niet verstandig- in ieder geval begrijpelijk. Of je gelooft (zoals de AER) niet in de spoedige totstandkoming van die grote markt en dan is dat pleidooi inconsistent en contraproductief. Dit betekent een fors aantal stappen achteruit in het liberaliseringsproces, zowel in Europa als in Nederland. Wij achten dat in strijd met de belangen van de Nederlandse klant (groot en klein).
| | |Electrabel behoort tot de kopgroep van de energieondernemingen in | |Europa en is marktleider in de Benelux. Zij grijpt de opening van de | |elektriciteits- en aardgasmarkt aan om haar aanbod van | |energieproducten en -diensten uit te bouwen in Europa. Voor elke | |klant heeft ze een aanbod dat gekenmerkt is door kwaliteit en | |nabijheid en dat steunt op commerciële dochterondernemingen en | |partnerschappen met plaatselijke operatoren. Haar doelstelling is: | |haar elektriciteitsverkoop van 1999 verdubbelen in volume tegen | |2004. | | | |Electrabel beheert in Europa een gediversifieerd productiepark van | |meer dan 28.500 MW en oefent tradingactiviteiten uit op alle | |energiemarkten. In België exploiteert zij distributienetten voor | |elektriciteit en aardgas in opdracht van distributienetbeheerders. | | | |Electrabel maakt deel uit van Tractebel, een internationale | |onderneming in het vlak van energie en diensten, dochter van SUEZ. | | | |In Nederland heeft Electrabel 780 medewerkers. Ze produceert er | |elektriciteit en warmte met moderne, voornamelijk gasgestookte hoog | |rendementscentrales met een opgesteld vermogen van ruim 4500 MW. |