Gemeente Veenendaal
PERSBERICHT 32: NIEUWE RICHTLIJN VOOR BLUSSEN HOOGSPANNINGSLIJN
(17-03-2004)
Gemeentebestuur Veenendaal stelt protocol vast voor de inzet van de
brandweer onder de hoogspanningslijn
De brandweer van de gemeente Veenendaal gaat werken met een
vastgesteld protocol voor de bestrijding van calamiteiten onder de
hoogspanningslijn. Het protocol schrijft voor wat de brandweer en
energiemaatschappij Eneco bij uiteenlopende calamiteiten moeten doen.
Het protocol is tot stand gekomen in overleg met Eneco, het Nationaal
Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) en
onderzoeksinstituut Kema. Dit protocol is een nader uitgewerkte versie
van de richtlijn die de brandweer in maart 2003 heeft opgesteld. Het
is de eerste keer dat een dergelijk protocol in Nederland is opgesteld
voor een 150 kV hoogspanningslijn.
Eerder, bij een informatieavond over het wonen onder een
hoogspanningslijn op 23 januari 2003, bleek bij bezoekers
onduidelijkheid te bestaan over de wijze waarop de brandweer bij brand
onder de hoogspanningslijn optreedt.
Voor het redden van mensen is bij brand de aanwezigheid van de
hoogspanningslijn geen issue. Redding is onder een hoogspanningslijn
mogelijk, waar het onder normale omstandigheden ook mogelijk is. Wel
kan, bij een uitslaande brand met het risico op een kabelbreuk of
oververhitting van de mast, de uitbreiding van de brand groter zijn
omdat de brandweer zich voor de veiligheid van haar personeel moet
terugtrekken. In alle gevallen vindt overleg plaats met Eneco voor het
afschakelen van één of beide stroomcircuits.
De mogelijkheden voor de brandweer om op te treden zijn verruimd ten
opzichte van de vorige richtlijn. In de oude situatie werd bij een
gebroken leiding op de grond uitgegaan van een spanningstrechter van
140 meter doorsnee en een ontruimingsgebied van 200 meter aan
weerszijden van de as van de hoogspanningslijn. In de nieuwe situatie
gaat de brandweer uit van een spanningstrechter van 20 meter in
doorsnee en een te ontruimen gebied van 50 meter aan weerszijden van
de lijn.
Het protocol beschrijft verder de beperkingen van de inzet van
blusmiddelen. Binnen gelden geen beperkingen, buiten gelden, met het
oog op elektrocutie, richtlijnen voor de inzet van blusmateriaal en de
afstand van waterstralen, mensen en materieel ten opzichte van een
hoogspanninglijn. Deze afstand moet tenminste 4 meter zijn.