Persberichten
17-03-2004
College wil gesubsidieerde arbeid behouden
Accent in nieuwe wet werk en bijstand ligt op werk
Het behouden van de gesubsidieerde arbeid en het bevorderen dat zoveel
mogelijk mensen aan het werk gaan: dat zijn de uitgangspunten van het
college bij de uitvoering van de nieuwe wet werk en bijstand. Die
uitgangspunten zijn uitgewerkt in de reïntegratieverordening en in de
maatregelenverordening die nu zijn vrijgegeven voor inspraak.
De gemeenten zijn in de nieuwe wet volledig verantwoordelijk gemaakt
voor het begeleiden van werkzoekenden en het verstrekken van
uitkeringen. De gemeente heeft daardoor een grotere beleidsvrijheid
gekregen maar loopt ook financiële risicos indien de werkloosheid
sneller toeneemt dan landelijk het geval is.
Met de komst van de nieuwe wet zijn ook de rijksregelingen voor
gesubsidieerd werk vervallen. En op de budgetten is door het rijk
bezuinigd. Toch wil Breda de voormalige ID-banen zoveel mogelijk
behouden omdat het om maatschappelijk belangrijk werk gaat en deze
banen een goede opstap kunnen zijn naar vast werk. Maar de
subsidiering van de banen is wel versoberd. De werkgever moet zelf ook
gaan bijdragen in de kosten. Afhankelijk van de draagkracht van de
werkgever wordt voortaan een loonkostensubsidie gegeven van maximaal
90 of 100% van het minimumloon. Voor de bestaande ID-banen geldt een
overgangsregeling.
In het nieuwe beleid zet het college ook een aantal andere
instrumenten in om mensen zoveel mogelijk op de arbeidsmarkt te houden
of krijgen. Nieuw is dat mensen die zich aanmelden als werkzoekende
minimaal 20 uur per week werkervaring opdoen of bijvoorbeeld een
sollicitatietraining volgen. Ook zijn er mogelijkheden voor
scholingstrajecten en werkstages en kunnen mensen met een grotere
afstand tot de arbeidsmarkt vrijwilligerswerk verrichten.
Werkgevers kunnen een premie krijgen als zij mensen uit een
gesubsidieerde baan laten doorstromen naar een vaste baan. In de
reïntegratieverordening wordt voor al deze instrumenten aangegeven wie
ervoor in aanmerking kunnen komen en onder welke voorwaarden. Ook
wordt ingegaan op de mogelijkheden voor vrijstelling in verband met
zorgtaken, de mogelijkheden om kosten van kinderopvang vergoed te
krijgen en op de sollicitatieverplichting van mensen die niet op een
werktraject zitten. In de maatregelenverordening wordt aangegeven
welke kortingen op de uitkering worden opgelegd als mensen zich niet
of onvoldoende aan de regels houden.
Iedereen kan tot 28 april reageren op de verordeningen die vervolgens
door het college worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Breda, 17 maart 2004
Gemeente Breda