Voortzetting splitsingsbeleid particuliere sector
17 maart 2004 - Karen Buschman
Afgelopen jaar is voor 4100 goedkope particuliere huurwoningen een
splitsingsvergunning aangevraagd. Dit blijkt uit de eerste evaluatie
van het splitsingsbeleid. De conclusie luidt dat het splitsen op gang
is gekomen - weliswaar langzamer dan verwacht -, een behoorlijke
kwaliteitsimpuls voor de Amsterdamse woningvoorraad betekent en een
goede aanzet is voor de beoogde toename van het aantal koopwoningen.
Het beleid wordt min of meer ongewijzigd voortgezet.
In totaal kunnen tussen 2002 en 2006 19.000 goedkope huurwoningen in
de particuliere sector gesplitst worden. Bij het huidige tempo wordt
in vier jaar voor 16.000 woningen een vergunning verleend. Om onnodige
belemmeringen weg te nemen zal de gemeente de regelgeving op enkele
onderdelen vereenvoudigen. De kwaliteitseisen blijven echter
onverminderd geldig.
Gezien de ontwikkeling van de woningvoorraad en van de doelgroep,
huishoudens met een laag inkomen, geeft de evaluatie geen aanleiding
om af te wijken van het geplande aantal van 19.000 en de verdeling
over de stadsdelen.
Voor het stadsdeel Bos en Lommer wordt een uitzondering gemaakt. Het
stadsdeel kan komend jaar alle 764 woningen die bij het begin van het
programma genoemd werden splitsen. Aanvankelijk zou dit over vier jaar
verspreid worden. Het doel is om meer kansrijke groepen naar het
stadsdeel te trekken. In Bos en Lommer loopt ook het experiment met
woonruimteverdeling, waarbij potentiële huurders met middeninkomens
met voorrang een huurwoning in bepaalde blokken toegewezen kunnen
krijgen.
Redenen voor het achterblijven van de splitsingsaanvragen bij de
verwachting is de lange doorlooptijd van het proces, de onzekerheid
die daar soms bij komt kijken en het soort ingrepen dat nodig is om de
gestelde minimum kwaliteit te bereiken: het opknappen van casco,
fundering en elektrische installaties van de woning. Dikwijls zijn
hiervoor forse investeringen nodig.
De gemeenteraad heeft begin 2002 besloten om 19.000 particuliere
huurwoningen met een huurprijs beneden de huursubsidiegrens in
aanmerking te laten komen voor splitsing. Er was en is een overmaat
aan goedkope huurwoningen ten opzichte van het aantal huishoudens met
een laag inkomen. Het doel is het vergroten van het aandeel
koopwoningen in de Amsterdamse woningvoorraad. De gemeente beoogt ook
een kwaliteitsimpuls voor de particuliere woningvoorraad te bereiken.
Eigenaren verbeteren eerst hun woning alvorens een vergunning wordt
verleend. Samen met het `Convenant verkoop sociale huurwoningen' en de
diverse stedelijke vernieuwingsprogramma's beoogt Amsterdam op deze
wijze een woningvoorraad te krijgen die meer aansluit bij de
woningbehoefte.
© Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam