Sociaal contact helpt oudere zieken
Sociale steun en bepaalde persoonlijke eigenschappen hebben een
gunstig effect op het lichamelijk functioneren en depressie bij
chronisch zieke ouderen. Ook bij meerdere chronische ziekten is dit
het geval. Het versterken van sociale netwerken en bepaalde
persoonlijke eigenschappen, kan de kwaliteit van het leven van deze
ouderen aanmerkelijk verbeteren. Onderzoeker Isabella Bisschop
promoveert op 17 maart 2004 aan het VU medisch centrum Amsterdam.
Hoe langer chronische zieke ouderen leven, hoe groter de kans op
achteruitgang. Omdat chronische ziekten niet te genezen zijn, vormen
ze een serieuze bedreiging voor de autonomie en het welbevinden van
ouderen. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat sociale steun en
zelfvertrouwen een gunstig effect hebben op lichamelijk functioneren
en op depressie bij chronisch zieke ouderen. Ook wanneer sprake is van
meerdere chronische ziekten zijn buffereffecten (beschermende
effecten) gevonden. Investeren in (het versterken van) sociale
netwerken en bepaalde persoonlijke eigenschappen (coping bronnen), zal
de kwaliteit van het leven van veel chronisch zieke ouderen dus
aanmerkelijk kunnen verbeteren. Isabella Bisschop maakte voor haar
onderzoek gebruik van de gegevens van de Longitudinal Aging Study
Amsterdam, bevolkingsonderzoek naar het functioneren van ouderen van
de VU en het VUmc.
Bij meerdere chronische ziekten heeft een groter sociaal netwerk
positieve invloed op het lichamelijk functioneren. Bij verschillenden
specifieke ziekten is een verschil in beschermende werking van
persoonlijke copingbronnen gevonden. Beheersingsoriëntatie heeft een
bufferende (beschermende) werking op achteruitgang bij mensen met
beroerte, diabetes mellitus, perifeer arterieel vaatlijden en
gewrichtsaandoeningen. Competentieverwachtingen heeft een
bufferfunctie bij mensen met beroerte en gewrichtsaandoeningen, en
zelfwaardering vooral bij mensen met beroerte en diabetes mellitus.
Chronische ziekten kunnen ook een nadelige invloed hebben op het
emotioneel functioneren (depressie). Met name mensen met CARA,
gewrichtsaandoeningen, hartaandoeningen, beroerte en kanker hebben
meer depressieve symptomen dan de andere respondenten. Wat betreft de
effecten op depressieve symptomen: samenleven met een partner, de
persoonlijke copingbronnen en minder gevoelens van eenzaamheid werken
beschermend tegen de negatieve invloed van sommige, maar niet alle,
specifieke chronische ziekten.
VU ziekenhuis