Laaggeletterdheid in de Lage Landen
Den Haag, 16 maart 2004
Laaggeletterdheid in de Lage Landen
In Nederland en Vlaanderen samen zijn er ongeveer twee miljoen
volwassenen die maatschappelijk niet al te best functioneren omdat ze
onvoldoende kunnen lezen of schrijven. Reden voor de Nederlandse
Taalunie om van laaggeletterdheid een speerpunt in haar sociaal
taalbeleid te maken. De publicatie van het rapport Laaggeletterdheid
in de Lage Landen. Hoge prioriteit voor beleid is hierbij de eerste
stap.
De stelling die in het rapport wordt verdedigd is dat
laaggeletterdheid een probleem is dat alle geledingen van de
samenleving betreft en dus ook breed moet worden opgepakt, niet alleen
door onderwijs. De aanpak moet oog hebben voor verschillende
subgroepen. De groep van laaggeletterde volwassenen omvat zowel de
grootmoeder die haar kleinkind wil voorlezen als de achttienjarige
schoolverlater op zoek naar werk.
Het Nederlands-Vlaamse auteursteam bestaat uit gerenommeerde
deskundigen uit het veld van onderwijs aan laaggeletterden: Ella
Bohnenn, Christine Ceulemans, Carry van de Guchte, Jeanne Kurvers en
Tine Van Tendeloo.
Naar aanleiding van dit rapport en in samenspraak met diverse
betrokkenen zal de Nederlandse Taalunie verdere activiteiten opzetten.
In de Nederlandse Taalunie voeren de Vlaamse en de Nederlandse
overheid gezamenlijk beleid op het gebied van de Nederlandse taal,
onderwijs en letteren. De Taalunie ziet het als haar opdracht om
ervoor te zorgen dat alle Nederlandssprekenden hun taal op een
doeltreffende en creatieve manier kunnen gebruiken. Meer informatie
over de Nederlandse Taalunie en haar werkterreinen is te vinden op
www.taalunieversum.org.
Laaggeletterdheid in de Lage Landen is te bestellen of te downloaden
op
http://taalunieversum.org/onderwijs/publicaties/geletterd_in_de_lage_l
anden/
Noot voor redactie,
Nederlandse Taalunie