Productschap Diervoeder

16/03/2004

Wijzigingen GMP30 en GMP31

Tijdens de vergadering van 11 februari 2004 2003 heeft het Bestuur van het Productschap Diervoeder een aantal wijzigingen in GMP30 Acceptatievoorwaarden en procedure certificatie instellingen GMP diervoedersector 2003 en GMP31 Beoordelings- en certificatiecriteria vastgesteld.

De wijzigingen in GMP30 hebben betrekking op het volgende:
* De eisen gelden voor certificatie- en inspectie instellingen en auditoren/inspecteurs die audits/inspecties uitvoeren in de diervoedersector ten behoeve van certificering volgens GMP11 teelt voedermiddelen zijn opgenomen.

* De eisen aan inspecteurs zijn als volgt opgesteld:
1. Opleiding op minimaal MBO-niveau voor inspecteurs die audits t.b.v. certificering volgens GMP 11 Teelt voedermiddelen gaan uitvoeren.

2. Aantoonbare deskundigheid op het gebied van de teelt van voedermiddelen voor de diervoedersector en de wettelijk eisen aan akkerbouwmatig geteelde gewassen

3. Kennis van GMP 11 Teelt voedermiddelen
4. Minimaal 10 inspecties/audits zelfstandig uitgevoerd bij akkerbouwbedrijven.

* Voor GMP11 certificatie zal een accreditatie EN45004 worden gevraagd.

* Het minimale aantal uit te voeren audits per jaar per standaard waarvoor een auditor is geaccepteerd is vastgesteld op vijf (5). Hierbij kunnen ook gelijksoortige audits worden meegeteld.

Daarnaast zijn de volgende wijzigingen in GMP31 Beoordelings- en certificatiecriteria vastgesteld. De ervaringen die het Bureau Coördinatie Diervoedercertificatie en controle (BCD) heeft opgedaan bij het toezicht houden op de uitvoering van certificatie door certificatie instellingen hebben geleid tot deze wijzigingen.
* Facturering op basis van nacalculatie kan niet worden toegepast om minder audittijd dan de minimale vastgestelde tijdsbestedingen te berekenen. Facturering op basis van nacalculatie is wel mogelijk indien op grond van de bevindingen van de auditor een langere audittijd wordt toegepast in overleg met bedrijf.
* De overeenkomsten tussen GMP10 Labcode en de overige GMP-standaarden zijn dermate gering dat een gecombineerde audit voor GMP10 Labcode en een of meerdere andere GMP-standaarden geen reductie in de tijdsbesteding kan opleveren. Voor een GMP10 Labcode audit dient altijd de minimale tijdsbesteding te worden toegepast.

* De auditfrequentie voor GMP11 teelt voedermiddelen wordt verlaagd naar 1x per 3 jaar. Tevens moet jaarlijks 10% van de bedrijven worden bezocht voor een onaangekondigde audit.

De wijzigingen treden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2004 in werking.