Speech van Staatssecretaris Van Geel van VROM op de jaarvergadering
van het Verbond van Handelaren in Chemische Produkten in Wassenaar op
maandag 15 maart 2004
Allereerst bedankt voor de uitnodiging op uw jaarvergadering te mogen
spreken. Ik heb nog even gekeken naar uw vorige jaaroverzicht. Op de
omslag staan sleutelbegrippen voor uw sector. Ik noem er een paar:
eisen zeker niet minder, eigen verantwoordelijkheid, be good, try
better and tell it.
Ik vind het goed gekozen begrippen, die uitstekend samenvatten waar u
als branchevereniging voor moet staan.
In het jaaroverzicht staat een bijdrage van de heer Van Baarlen, van
Chemproha. Kort samengevat zegt hij het volgende: Responsible Care is
niet langer een vrijblijvende keuze. We hebben als branche een
verplichting aan de maatschappij, daarom moeten we de ontwikkelingen
voor zijn en gezamenlijk en consequent werken aan Responsible Care.
U begrijpt dat meneer van Baarlen een man naar mijn hart is. En dat ik
veel waardering heb voor een chemiebranche die zich bewust is van zijn
maatschappelijke verplichtingen.
Dat bewustzijn blijkt ondermeer uit de houding van de VHCP bij de
ontwikkeling van het nieuwe stoffenbeleid, SOMS. U heeft actief
meegedacht, en laten zien dat u ook voorop wilt lopen. Zo heeft u
onlangs als een van de eersten het Convenant Stoffen ondertekend, wat
betekent dat u zich gaat inzetten voor een verbetering van de
kennisinfrastructuur voor stoffen in uw branche.
Ik ben blij dat u als branchevereniging zo alert bent, want er komt
veel op u af. De belangrijkste ontwikkeling is waarschijnlijk de
aankomende EU-regelgeving - REACH. Die zal vergaande consequenties
voor u hebben. Voor veel handelaren in de chemie betekenen de nieuwe
regels een dubbele opgave. Importeurs van buiten de EU krijgen
registratieverplichtingen voor stoffen, net als producenten. Voor
handelaars die ook gebruiker zijn, komt daar de registratieplicht
vanuit het gebruik bij.
Met deze nieuwe verplichtingen verschuift een aantal taken van de
overheid naar het bedrijfsleven. Vooral voor kleinere bedrijven - en
veel leden van de VHCP vallen in die categorie - is dat een
aanzienlijke belasting. Ik ben me van dat feit bewust. Mijn inzet in
de EU is daarom om de administratieve lasten voor bedrijven niet
onnodig op te laten lopen.
Het duurt nog een aantal jaren voordat de concept-Verordening van
kracht wordt.
Toch is het van het grootste belang dat u zich nu al zoveel mogelijk
voorbereidt. Dat blijkt ondermeer uit de experimenten die een aantal
bedrijven in dit verband heeft uitgevoerd, de zogenoemde Proeftuinen.
Die toonden aan dat het op poten zetten van een verantwoord
stoffenmanagement niet moeten worden onderschat. Voor een deel is het
een organisatieklus. Bedrijven moeten hun zaken intern op orde hebben.
Daarvoor moeten ze helder hebben waar en hoe binnenshuis met stoffen
wordt omgegaan.
Een ander punt dat beter moet, is de communicatie met leveranciers en
afnemers.
Het lijkt me dat u daar niet zo heel veel moeite mee zult hebben.
Tenslotte ligt het al in de aard van handelaren om in het contact met
de klant te investeren.
Als u zich op tijd voorbereidt, bent u straks niet alleen klaar voor
de nieuwe regelgeving, maar investeert u ook in uw bedrijf. Want goed
stoffenmanagement betekent meer inzicht in uw eigen onderneming, en
dat biedt weer kansen om de efficiency te vergroten. U investeert dus
niet alleen voor veiligheid, gezondheid en milieu, maar ook voor een
gestroomlijnde bedrijfsvoering.
Naast de genoemde voorbereiding is het tegelijkertijd van belang om
alle beschikbare kanalen te gebruiken om te communiceren over het
huidige EU-ontwerp, zodat er straks werkbare regelgeving komt.
Daarom is het ook verstandig dat u zich als gebruikers heeft
georganiseerd in het DUCC-platform. [spreek uit als één woord, staat
voor Downstream Users of Chemicals Co-ordination group] Dat stelt u in
staat om met één stem te reageren op de Europese plannen. Bovendien
moedigt het platform zijn leden aan om zich niet te laten overvallen
door de nieuwe EU-regels.
Voor mij is het platform vooral een waardevolle gesprekspartner, zowel
tijdens de onderhandelingen met de EU, als later bij de invoering van
de regels.
Hoewel er dus nog een flinke klus voor u ligt, hoeft u bepaald niet
vanuit stilstand te starten. Ik begon niet voor niets met het stukje
uit uw vorige jaarverslag, waarin het Responsible Care-programma werd
omarmd. U stelt deelname aan Responsible Care zelfs als voorwaarde om
lid te mogen worden van de VHCP. Dat is een prima signaal. U laat zien
dat u op een verantwoorde manier zaken wilt doen.
Dames en heren,
De chemiebranche wordt in Nederland altijd met argusogen in de gaten
gehouden. Tenslotte gaat u met stoffen om waarvan een deel in principe
risico's oplevert voor werknemers en omwonenden. Gelukkig is de sector
zich van de argwanende blikken bewust en doet ze zijn best voor een
goede reputatie. De houding van de VHCP is daar een goed voorbeeld
van.
De pro-actieve houding van Nederlandse handelaren geeft mij het
vertrouwen dat u ook in de komende periode de omslag naar een actieve
verantwoordelijkheid zult willen en kunnen maken.
Die houding maakt het voor mij ook gemakkelijker om rekening te houden
met uw belangen. Ik wil me inzetten voor een Europees systeem dat
uitgaat van een goede balans tussen duurzaamheid en bedrijfsbelang.
Ik ga ervan uit dat we in de komende periode, zowel in het Europese
circuit als bij de nationale uitvoering, veel voor elkaar kunnen
blijven betekenen.
Tot slot wens ik u veel succes bij uw voorbereidingen op de nieuwe
regels.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer