Ministerie van Financiën

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA 's Gravenhage

Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)

15 maart DGB 2004-00266 M 2004

Onderwerp

kennisgroepen

Conform de toezegging van minister Zalm tijdens de behandeling van de najaars-nota op 17 december stuur ik u, bijgevoegd, de resultaten van twee onderzoeken in verband met de kennisgroepen op het gebied van de rechtstoepassing. In mijn brief van 3 september 2003 heb ik u deze onderzoeken gemeld.

Het eerste onderzoek heeft betrekking op het functioneren van de kennisgroepen en is in september afgerond. De beslispunten in het onderzoeksrapport zijn door het management van de Belastingdienst overgenomen, na ampele bespreking van de neventaken en (het beleggen van) het beantwoorden van helpdeskvragen (zie ook hieronder het aantal beantwoorde helpdeskvragen in 2003).

Het tweede onderzoek was gericht op het actualiseren van het besluit van 15 juni 2001 over rechtsvragen en het fiscale uitvoeringsbeleid. Dit onderzoek heeft begin december geleid tot een conceptbeleidsbesluit dat aan vertegenwoordigers van belastingadviseurs en bedrijfsleven voor commentaar is voorgelegd. Met in achtneming van de reacties heb ik jongstleden 25 februari het nieuwe besluit definitief vastgesteld.

Ik geef u ook de actuele stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de maatregelen en voornemens uit mijn brief van 3 september.

Allereerst informeer ik u over de aantallen door kennisgroepen beantwoorde vragen en gepubliceerde beleidsbesluiten in het afgelopen jaar, waarna ik de maatregelen en voornemens langsloop die per 1 januari 2004 effectief zijn.

Resultaten 2003

1 Helpdeskvragen

2366 helpdeskvragen zijn beantwoord, waarvan 65% (1526) binnen een week. De gemiddelde doorlooptijd was 27 dagen.

2 Rechtsvragen

730 rechtsvragen zijn beantwoord, waarvan 60% (441) binnen een maand en nog 21% (151) binnen 3 maanden. De gemiddelde doorlooptijd was 63 dagen.

3 Beleidsbesluiten

239 beleidsbesluiten zijn gepubliceerd.

4 Toelichting op het verschil tussen 730 (rechtsvragen) en 239 (beleidsbesluiten)

De registratiesystemen, zoals deze tot 1 januari 2004 bestonden, waren niet gericht op een relatie tussen rechtsvragen enerzijds en beleidsbesluiten anderzijds. In de 239 beleidsbesluiten zitten ook besluiten die een andere aanleiding hebben dan een aan een kennisgroep voorgelegde rechtsvraag. Anderzijds is naar aanleiding van rechtsvragen veelvuldig, overigens in het belang van belastingplichtigen, de weg gekozen van een zogenoemd verzamelbeleidsbesluit. Daarin worden meerdere beleidsregels naar aanleiding van gestelde rechtsvragen tegelijk gepubliceerd. Op het beleidsterrein van de Douane worden de door of namens mij vastgestelde beleidsregels gepubliceerd in het handboek Douane. Dus niet in aparte beleidsbesluiten. Dit geldt ook op het invorderingsterrein; publicatie vindt plaats in de Leidraad Invordering.

Tot slot is het verschil mede te verklaren uit het feit dat individuele adviezen van kennisgroepen niet altijd tot beleid leiden. In 196 gevallen waren er op het Ministerie van Financiën beleidsmatige bezwaren om het individuele standpunt tot generiek beleid te verheffen.

In de registratiesystemen zijn, mede met het oog op de navolgende wijzigingen, per 1 januari verbeteringen aangebracht.

Wijzigingen per 1-1-2004

1. Aanscherping van de procedure voor het voorleggen van rechtsvragen door inspecteurs aan kennisgroepen.

Op voorstel van de leiding van de Belastingdienst is dit door het management van alle regio's besproken met de (nieuwe) voorzitters van de kennisgroepen. In de regio's zijn medewerkers met de juiste competenties benoemd om de procedureafspraken te bewaken (zeeffunctie).

2. Het terugdringen van helpdeskvragen van inspecteurs aan kennisgroepen.

Het standpunt dat helpdeskvragen in de regio's zelf moeten worden beantwoord, zoals verwoord in mijn brief van 3 september, is ook bij nader inzien ongewijzigd gebleven; er zijn geen concrete uitzonderingen geformuleerd. De regio's hebben hun interne vaktechnische netwerken voor 1 januari nagenoeg geheel op orde gebracht. Er is nu sprake van een zorgvuldige, niet-rigide, overgangsfase.

3. en 4. Het benoemen van de verantwoordelijkheid voor (de doorlooptijd bij) de beantwoording van rechtsvragen.

Uitvoerig is gecommuniceerd dat de inspecteur verantwoordelijk is.

5. Het niet in behandeling nemen van rechtsvragen die kunnen worden gekenschetst als fiscale grensverkenning.

Het beleid ter zake heb ik vastgelegd in het bijgevoegde nieuwe besluit.

6. Het rouleren van inspecteurs over het werkpakket (grotere) belastingplichtigen.

Deze maatregel wordt in de komende twee jaar gerealiseerd. Maatwerk is vereist vanuit het belang van deze belastingplichtigen. Zij hebben behoefte aan een bepaalde mate van continuïteit in de relatie met de 'eigen' inspecteur.

7. Het benoemen van de kerntaken van kennisgroepen en het beperken van de neventaken.

De kerntaken zijn vastgelegd in het bijgevoegde onderzoeksrapport van de werkgroep herinrichting kennisgroepen rechtstoepassing van 9 september 2003.

Met betrekking tot de neventaken zijn nader drie bijzonderheden vastgesteld:

* De kennisgroepen Douane hebben een hybride karakter; naast de kerntaken hebben ze ook een coördinerende taak in de uitvoering;

* De constructiebestrijdingsgroepen worden gerangschikt onder de kennisgroepen op het gebied van de rechtstoepassing, maar hebben vooral een coördinerende taak in de uitvoering;

* Een limitatief aantal kennisgroepen heeft de bevoegdheid externe producten te beoordelen (pensioenen, verzekeringsproducten, CAO-adoptie, Onroerende zaken en IB niet-winst algemeen).

8. Het wijzigen van de positionering en de aansturing van de kennisgroepen.

Voor elke kennisgroep is binnen de managementteams van de regio's een 'huisbaas' benoemd. Tijdens een themadag voor deze huisbazen is uitvoerig stilgestaan bij hun rol met betrekking tot de kennisgroepen.

9. Het samenvoegen van kennisgroepen

Het aantal kennisgroepen op het gebied van de rechtstoepassing is uiteindelijk teruggebracht tot 37. Inmiddels zijn, na zorgvuldige procedures, nieuwe voorzitters benoemd. Tijdens een themadag voor de nieuwe voorzitters is uitvoerig ingegaan op de veranderingen per 1 januari 2004.

10. Het vaststellen van het uitgangspunt dat het uitvoeringsbeleid gelijktijdig extern en intern kenbaar wordt gemaakt.

Dit is vastgelegd in het bijgevoegde nieuwe beleidsbesluit. Het vaststellen van het uitvoeringsbeleid gebeurt uitsluitend door of namens mij.

11. Het bekorten van het traject tussen individueel advies en beleidsbesluit.

Ook dit is vastgelegd in het nieuwe beleidsbesluit. Werkafspraken zijn gemaakt tussen de betrokken schakels in de keten en de systemen zijn aangepast om aantallen en doorlooptijden nauwkeurig te kunnen registreren. Uit de registratie moet zichtbaar blijken hoe de onderscheiden schakels op de verschillende beleidsterreinen functioneren. De rechtlijnige consequentie van deze maatregel is overigens dat verzamelbeleidsbesluiten in eerste instantie niet meer mogelijk zijn. Ik zal nauwlettend volgen of het snel publiceren van vermoedelijk partiële beleidsregels per saldo in het belang van belastingplichtigen is.

Ik kan u ook nog melden dat ik in oktober met vertegenwoordigers van de belastingadviespraktijk heb overlegd met als doel zo vroeg mogelijk breder spelende rechtsvragen te onderkennen. De afspraak is gemaakt dit overleg halfjaarlijks te herhalen.

Ik ben van mening dat mijn voornemens voortvarend zijn opgepakt en dat de keten 'van rechtsvraag tot beleidsbesluit' door de maatregelen per 1 januari jl. in de breedte beter zal functioneren. Ik schrijf met opzet "in de breedte", omdat de keten in veel gevallen nu al goed functioneert. Dat geldt dus ook voor de daarbij betrokken kennisgroepen.

Beleidsmatig zal het functioneren van de keten, mede aan de hand van de meer gerichte en inzichtelijke bestuurlijke informatie, nauwlettend worden gevolgd. In dat kader is ook afgesproken dat de interne accountantsdienst van de Belastingdienst het functioneren van de keten na een jaar zal evalueren.

De staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.G. Wijn

Bijlage 1a Bijlage 1b Bijlage 2