LENSINK VAN BERKEL COMM.
Petroleumindustrie: Van Geel voert dubbelzinnig beleid
Petroleumindustrie: Van Geel voert dubbelzinnig beleid
Den Haag, 16 maart 2004 - Met de aanval op 'vuile' auto's en
brandstoffen voert staatssecretaris Van Geel van Milieu een strijd op
de korte termijn tegen de uitstoot van roet. Deze aanval staat echter
haaks op het milieubeleid op lange termijn waarmee het broeikaseffect
wordt bestreden, vindt de Vereniging Nederlandse Petroleum
Industrie.
Staatssecretaris van Milieu Pieter van Geel vindt de nieuwe Europese
emissienormen die vervuiling door auto's moeten tegengaan 'veel te
slap', aldus een artikel in de Volkskrant van 11 maart. De Vereniging
Nederlandse Petroleumindustrie (VNPI) is het hier niet mee eens. De
VNPI wijst erop dat Van Geel een dubbelzinnig milieubeleid voert. In
het genoemde artikel wordt Van Geel als volgt geciteerd: 'Europa is
teveel afgegaan op de autofabrikanten en oliemaatschappijen. Die
piepten dat strengere normen niet haalbaar waren.' Onzin, meent de
VNPI, er is helemaal niet gepiept over de emissienormen. 'De
doelstellingen voor 2005 die gesteld worden aan de
brandstoffabrikanten zijn niet slap, maar extreem streng en het
maximaal haalbare volgens de huidige stand der techniek', aldus
Dominic Boot, directeur van de VNPI.
Van Geel moet zich realiseren dat beperking van broeikasgassen op de
lange termijn beter gerealiseerd kan worden met betaalbare schone
dieselauto's, vindt de VNPI. Over enkele jaren zijn de schone
dieselauto's breed en betaalbaar beschikbaar. Voor de problemen met
fijn stof (roet), met name in stedelijke gebieden, is stimulering van
het gebruik van LPG het goede antwoord. Daar stelt VROM nu juist
vraagtekens bij om reden van externe veiligheid.
De VNPI vertegenwoordigt zeven oliemaatschappijen in Nederland en
werkt in Europees verband intensief samen met de automobielfabrikanten
om op de lange termijn de vermindering van CO2-uitstoot door verkeer
mogelijk te maken. De oplossing hiervoor is de introductie van
zwavelvrije transportbrandstoffen, die de ontwikkeling van zuinige
auto's die minder CO2 en roet uitstoten mogelijk maken. Het
verwijderen van de zwavelcomponenten uit transportbrandstoffen door
raffinaderijen brengt - naast hoge kosten - onvermijdelijk meer
energieverbruik en dus een verhoogde CO2-uitstoot met zich mee. De
afspraak zwavelvrije brandstoffen te maken, leidt dus tot een hogere
CO2-emissie van de raffinaderijen, maar maakt vermindering van
uitstoot van het verkeer mogelijk.
De VNPI heeft er bij de overheid op aangedrongen dat bij het
vaststellen van de CO2-emissieruimte voor raffinaderijen rekening
gehouden werd met de aanscherping van eisen aan productkwaliteit van
transportbrandstoffen die door de Europese Unie wordt opgelegd. Boot:
'Van Geel wil minder roet. Dat willen we ook. Door LPG niet te
stimuleren en diesel te beperken of extra te belasten wordt roet in
het langetermijnbeleid gegooid.'
Meer milieuvoordeel valt op dit moment niet te halen omdat de motoren
voor schonere auto's nog niet in productie zijn. Een aanval op 'vuile'
auto's en 'vuile' brandstoffen is volgens Boot nogal ironisch. 'Van
Geel maakt zich zorgen over diesel, terwijl diesel in de toekomst de
meest efficiënte brandstof is om broeikasvoordeel te halen', aldus
Boot.
Over Vereniging Nederlandse Petroleumindustrie (VNPI)
Leden van de VNPI zijn BP Nederland B.V., Esso Nederland B.V., Kuwait
Petroleum (Nederland) B.V., Petroplus Nederland B.V., Shell Nederland
B.V., Texaco Nederland B.V. en Total Nederland N.V. Voor meer
informatie: www.vnpi.nl.
Noot voor redactie,