Gemeente Utrecht
2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
13 Vragen van de heer D. Schuurman
(ingekomen 12 februari 2004)
In 1998 heeft het bestuur van de gemeente Vleuten-De Meern, verantwoordelijk voor de realisatie van 10.000 woningen in de VINEX locatie Leidsche Rijn, het besluit genomen om niet bij elke ontwikkelaar de eerste paal te gaan slaan maar om dit eenmalig symbolisch te doen. Het symbool bestond uit het feit dat in een parkje aan de rand van het water tussen twee wijken in Veldhuizen bomen zouden worden geplant. De positie was tussen de huidige wijk Balijen en Laagland.
De genodigden bij de officiële start van de bouw van de wijk Veldhuizen behoefden niet naar de plaats alwaar de planting plaats had. Zij konden vanuit het toenmalige Woon Informatiecentrum de verrichtingen van Burgemeester Westra en Wethouder Melcherts via televisieschermen volgen. Dit alles had plaats op 6 april 1998. Van het parkje werden idyllische plaatjes geschoten en deze werden als eerste folders verspreid voor toekomstige kopers om dorpswonen in met veel groen en water omgeven wijken te promoten.
Bij werkbezoeken van Minister Pronk en later Van der Ploeg voerden de rondleidingen door de Vinexlocatie langs deze plek en werd er halt gehouden en uitgestapt om op dit plekje te zien hoe mooi een vinexlocatie er wel niet uit kon zien. Op de ter plaatse aanwezige borden is te lezen dat de start van de woningbouw in Vleuten-De Meern op 6 april 1998 wordt gemarkeerd door het planten van de eerste boom in de toekomstige woonwijk Veldhuizen. Deze boom staat in 'Parkje in 't Veld' (werknaam). Hiermee is midden in het plangebied een groenplek gecreëerd die symbool staat voor Vleuten-De Meern, de groene gemeente naast de grote stad. Huidige en toekomstige bewoners, maar ook de andere betrokkenen bij de bouw, kunnen hier even uitblazen en kennis nemen van de bouwactiviteiten die zich rondom dit parkje afspelen.
Inmiddels stelt het college voor om in dit parkje een autowasplaats in combinatie met een jongeren ontmoetingsplek (JOP) aan te leggen. Dat er een JOP komt is op zich al opvallend, daar dit toch een andere sfeer in het stille parkje teweegbrengt. Het CDA kan zich echter voorstellen dat voor deze plek is gekozen. De combinatie met een autowasplaats vinden wij echter op zijn zachtst gezegd onverstandig, gelet op te verwachten vandalisme, parkeerproblemen en de veiligheidssituatie.
Naar aanleiding van vorenstaande komt de CDA fractie met de volgende vragen.
1. Door het college van Vleuten-De Meern is dit park als bijzondere plek aangewezen door de symbolische daad van het planten van een boom. Hebben dergelijke plaatsen in de gemeente niet meer die waarde die er in het verleden aan gegeven is door het bestuur van de gemeente, door dergelijke plekken nu te vernietigen en te gaan bebouwen? Is dit in de toekomst ook mogelijk op plaatsen in de Vinex- locatie waar H.M. De Koningin bomen heeft geplaatst?
2. Deze plaats is aangeduid als ecologische Noord-Zuid zone die aansluit op het park tegen Rijksweg 12 en de zone via Fletiomare Oost naar het Rijnsche Park. Door te bouwen in deze zone wordt onrecht gedaan aan de bestemming park/groen in de ecologische zone. Wat is de dringende noodzaak om af te wijken van de bestaande bestemming?
3. Tot op heden zijn alle JOP's in Leidsche Rijn door vandalisme afgebroken, bespoten, vernield of gedeeltelijk in brand gestoken. Wat geeft het bestuur de garantie dat dit op deze plek niet plaats zal vinden? En is niet ook de autowasplaats gevoelig voor dergelijk vandalisme?
4. Er wordt gesproken over camera toezicht bij de wasplaats. Zijn voor deze vorm van toezicht al de vereiste vergunningen verstrekt? Er wordt gesproken van exploitant en beheerder. Zijn dit één en dezelfde persoon? Wie is de beherende organisatie? Wat zijn de kosten van cameratoezicht en de beherende organisatie en waar worden deze van betaald?
5. Is het juist dat er gegadigden voor de exploitatie van de wasplaatsen worden gezocht terwijl de vereiste vergunningen nog niet zijn verstrekt? Is hier niet een artikel 19 procedure nodig en hoe zit het met de bouwvergunningen? Is dit niet het vestigen van een bedrijf en waarom gaat u er kennelijk vanuit dat dit alles door de raad wordt goedgekeurd?
6. Het CDA vindt een goede communicatie met omwonenden bij dergelijke ingrepen van groot belang. De wijkmanager stelt dat over de JOP voldoende is gesproken, maar dat betekent naar onze mening nog niet dat dit ook voor de autowasplaats geldt. De voorzitter van de wijkvereniging (tevens wijkraadslid) ontkent dat dit is doorgesproken. Waarom is nauwelijks met de bewoners over deze zaak gesproken, met name niet over de wasplaats?
7. Aan de toekomstige exploitanten wordt voorgesteld dat de autowasplaats aan een doorgaande route (aanvoerwegen) zal komen te liggen, waardoor automobilisten voortdurend geattendeerd worden op de mogelijkheid van het gebruik van deze wasplaatsen. Het betreffende punt is echter niet gelegen aan een doorgaande route, maar aan een weg die slechts een klein gedeelte van de wijk De Balijen verkeerstechnisch met Veldhuizen verbindt. Deze weg loopt naar het oosten over in een rijwielpad. Is de voorstelling van zaken daarom niet misleidend voor een toekomstige exploitant? Of is niet een autowasplaats, maar het aanleggen van een nieuwe doorgaande route ter plaatse de echte beweegreden van het college om deze ontwikkeling voor te stellen?
8. Waarom is niet gekozen voor een plaats waar daadwerkelijk veel verkeer de wijk Veldhuizen in en uit rijdt, gecombineerd met een bouwspeelplaats of andere voorzieningen die toezicht vereisen?
9. Het doel van de autowasplaatsen is het beperken van autowassen op straat, in het kader van milieuambities. Is het realistisch te veronderstellen dat via strafbaarstelling van autowassen op straat bewoners van Leidsche Rijn daadwerkelijk bewogen zullen worden de wasplaats te gaan gebruiken? Hoe denkt u, mede gelet op de beperkte handhavingscapaciteit van de gemeente Utrecht, handhaving hiervan te realiseren? Wordt hier de exploitant niet nog een rad voor ogen gedraaid?
Antwoord van Burgemeester en wethouders
(verzonden 16 maart 2004)
Inleiding op autowassen in Leidsche Rijn
In 2001 is er een kunstmanifestatie in LR geweest, a Very Fancy Fair. Deze manifestatie stond in het teken om kunst dichter bij de bewoners te brengen en vervolgens met de reacties aan de slag te gaan. Een van de participanten was Hans Eneman. Hij opperde het idee om van een van de geplande voorzieningen -de autowasplaats- een ontmoetingspunt voor de wijk te maken. Dit idee is destijds door de bezoekers en bewoners zeer enthousiast ontvangen.
Juist daarom is dit idee verder uitgewerkt voor de autowasboxen. Met behulp van Beyond hebben 8 kunstenaars ontwerpen gemaakt. Deze ontwerpen zijn onder meer gepresenteerd aan vertegenwoordigers van de wijkraad, die enthousiast op de ontwerpen hebben gereageerd. Tegelijkertijd is onderzocht of de aanleg en exploitatie commercieel te dragen zouden zijn. Het onderzoek, in samenwerking met de autobranche branche vereniging BoVag, gaf hierop een positief antwoord.
De locaties voor de autowasboxen zijn bepaald met in het achterhoofd het idee dat de autowasplaatsen de functie van informele ontmoetingsplaats voor de wijk kunnen gaan vervullen en daarvoor ook enigszins centraal aan een (wijk)hoofdroute moeten liggen. Het is nadrukkelijk bedoeld als leuke aanvulling voor de wijk die de gemeente zeker geen geld kost. Indien er vanuit de wijk weerstand is tegen de voorgestelde locatie is het college zeer wel bereid te kijken naar een andere locatie die wel recht moet blijven doen aan de uitgangspunten, en realiseerbaar en exploiteerbaar moet zijn. In de antwoorden op de vragen wordt daar nog nader op ingegaan.
en 2. Het autowasconcept voor Leidsche Rijn is verbonden met de milieu ambities zoals die door de raad zijn vastgelegd in de Ontwikkelingsvisie. Een van de ambities is het gebiedseigen watersysteem. Het regenwater wordt in wadi's opgevangen en kan daardoor langzaam infiltreren in de bodem. Voor het behoud van de kwaliteit van het gebiedseigen water moet dus voorkomen worden dat vervuiling met het regenwater mee doordringt in de bodem. Dit geldt vooral voor het autowassen. Autowasboxen vormen een goed alternatief voor autowassen op straat. Voor relatief weinig geld kan namelijk zelfstandig de auto worden gewassen in speciaal daarvoor ingerichte wasboxen. Voor de wijk Veldhuizen / De Balije is gekozen voor de locatie ten zuiden van de Heldammersingel in De Balije. Deze locatie valt in het bestemmingsplan Veldhuizen die deze bestemming toelaat.
Om vandalisme te beperken is gekozen een commerciële partij de wasboxen te laten realiseren en vervolgens te exploiteren en beheren. De commerciële partij is primair verantwoordelijk voor het toezicht. Het combineren van de jongerenontmoetingsplaats met de autowasboxen zorgt voor voldoende aanwezigheid van mensen gedurende grote delen van de dag. Dit levert een positieve bijdrage aan de sociale controle en veiligheid. Uiteraard kan het college geen volledige garantie geven.
Momenteel worden twee clusters van autowasboxen (Langerak en De Balije) aanbesteed. De exploitant is primair verantwoordelijk voor het beheer en toezicht. Er zijn geen plannen voor cameratoezicht bij de locatie in De Balije. Het is aan de toekomstige exploitant om te bepalen op welke wijze toezicht wordt gehouden, uiteraard binnen de wettelijke mogelijkheden.
Het realiseren van autowasboxen op de voorgenomen plek past binnen het bestemmingsplan Veldhuizen, die deze bestemming toelaat. Er is dus geen artikel 19 vereist voor locatie De Balije. Wel zal de toekomstige exploitant de benodigde bouwvergunning moeten aanvragen, en zal een geluidstoets plaats vinden conform Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer.
In het Masterplan en de Ontwikkelingsvisie is reeds besloten dat er een alternatief komt voor het autowassen voor de deur. Vanaf het begin is dit gecommuniceerd met bewoners. In de wijkraadvergadering is het concept alsmede het proces over alternatieve vorm van autowassen voor de deur met de bewoners besproken. In de betreffende vergadering is enthousiast gereageerd. Bewoners hebben bovendien geregeld hun belangstelling getoond voor het alternatief autowassen voor de deur. Voor de specifieke uitwerking van de wasboxen is een zorgvuldig communicatietraject opgezet. Omdat de wasboxen nabij de wijk worden gerealiseerd is samenwerking gezocht met Beyond. Acht ontwerpers kunstenaars hebben ontwerpen voor de wasboxen gemaakt. De ontwerpen zijn gepresenteerd aan de gemeente, vertegenwoordigers van de autowasbranche, én vertegenwoordigers van de wijkraden negen en tien. De kunstenaars en ontwerpers zijn op deze manier in de gelegenheid gesteld opmerkingen van de aanwezigen te verwerken in het ontwerp. Aan direct omwonenden van de locatie is een brief gestuurd met informatie over het plan en het proces. Alle bewoners van Leidsche Rijn zijn geïnformeerd middels de digitale nieuwsbrief en een artikel in de wijkkrant. In het informatiecentrum zijn informatiepanelen neergezet met achtergrondinformatie en de ontwerpen van de wasboxen. Gedurende het verdere proces van realisatie van de autowasboxen zullen bewoners steeds worden geïnformeerd.
De locatie in De Balije is gesitueerd aan de Heldammersingel. De Heldammersingel is de belangrijkste ontsluiting voor Veldhuizen en De Balije. Deze functie van de Heldammersingel heeft altijd zo in de plannen gezeten. Er is geen sprake van dat de situering van de wasboxen een aanleiding vormt om daar een doorgaande route te realiseren.
Zie vraag 7. De Heldammersingel is de belangrijkste ontsluitingsroute voor Veldhuizen en De Balije. Het college is bereid om te kijken naar een mogelijk alternatieve locatie aan de Veldhuizerweg. Dit deel ligt echter binnen de gemeentegrenzen van Woerden. Hoewel de grond in bezit is van gemeente Utrecht zal planologische medewerking van de gemeente Woerden een vereiste zijn.
Zoals u zelf stelt in uw vraag is het, mede gelet op de beperkte handhavingscapaciteit, niet realistisch te veronderstellen dat alleen via strafbaarstelling autowassen op straat beperkt kan worden. Daarom is gekozen voor het aanbieden van een aantrekkelijk alternatief, gelegen nabij de wijken en aan de wijkontsluitingswegen. Een communicatie- en voorlichtingstraject richting bewoners vormt een belangrijk onderdeel om het autowassen op straat tegen te gaan. Zo worden bewoners betrokken bij de gebiedseigen watersysteem, en het behoud van de kwaliteit van ecologie en groenvoorzieningen. Dit traject wordt samen met de wijkbureaus opgezet. Het eerste deel hiervan is reeds in gang gezet (zie vraag 6). In het verdere proces zal de communicatie en voorlichting naar bewoners een gezamenlijke inspanning zijn van zowel gemeente als de toekomstige exploitant.
In het aanbestedingspakket voor potentiële exploitanten zijn bovengenoemde aspecten duidelijk verwoord. Zij zijn dus voldoende geïnformeerd om zelfstandig de afweging te maken of zij het project rendabel achten.
---- --