__________________
Ontwikkeling opbrengst lokale lasten uitkomst van
weloverwogen beslissing (16/03/04)
Geen enkele gemeente confronteert haar inwoners graag met een hoge
lastenstijging. In alle gevallen wordt door de democratisch gekozen
gemeenteraad een gedegen afweging gemaakt tussen bezuinigen,
bijvoorbeeld de sluiting van de bibliotheek of minder speelplaatsen
voor kinderen en hogere lokale lasten, bijvoorbeeld de stijging van de
OZB. In sommige gemeenten is de lastenstijging hierdoor hoger dan
gemiddeld. Die lastenstijging is echter gebaseerd op een goede
afweging binnen de gemeente, waarbij nut en noodzaak van deze
lastenstijging niet uit het oog wordt verloren.
Het CBS maakt in haar persbericht melding van het feit dat de
opbrengst van de lokale belastingen met 7 % gestegen is. De opbrengst
van de gemeentelijke lasten stijgt met 6,5%; de opbrengst van de OZB
stijgt met gemiddeld 6,8%.
Het is nuttig om de cijfers van het CBS ter verduidelijking in het
juiste perspectief te plaatsen:
Het betreft hier cijfers op basis van de eerste begroting van de
gemeente. Vaak worden de ozb-stijgingen in deze eerste begroting
worden aangekondigd, door de gemeenteraad naar beneden bijgesteld.
Hierdoor valt de daadwerkelijke stijging van de opbrengst lager uit.
De cijfers van het CBS hebben betrekking op de opbrengst van de
belastingen. Volumeontwikkelingen zoals meer huizen, meer
parkeerplaatsen, meer toeristen, meer bouwvergunningen etc. laten bij
gelijkblijvende of zelfs dalende tarieven toch nog hogere opbrengsten
zien. De opbrengstcijfers zeggen niets over de lasten voor de
individuele burger.
De afvalstoffenheffing, rioolrechten en leges mogen niet meer dan
kostendekkend zijn. Aan de burger worden hier dus nooit meer dan de
daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.
Om de gepresenteerde cijfers in de juiste verhouding te plaatsen:
De opbrengst van de gemeentelijke belastingen bedraagt in 2004 op
begrotingsbasis 6,9 miljard; de begrote opbrengst van de
rijksbelastingen is in 2004 104 miljard.
De overdrachtsbelasting levert het Rijk dit jaar ongeveer 3,6 miljard
op; dat is meer dan de totale opbrengst van de OZB voor de gemeenten (
3,3 miljard).
De stijging van de overdrachtsbelasting (rijksheffing) tussen 1995 en
2003 is even groot als de totale stijging van álle gemeentelijke
belastingen en heffingen in diezelfde periode bij elkaar opgeteld.
De OZB voor gebruikers van woningen die het Rijk nu af wil schaffen,
kent een stijging van nog geen 10,- per gezin in 2004. Het tarief van
het eigenwoningforfait van het Rijk is in 2004 gemiddeld meer dan
6,25% gestegen. Dit leidt tot een lastendrukstijging van ongeveer 40,-
per gezin.
In vergelijking met de rijksbelastingen maken de lokale lasten dus
slechts een klein deel uit van de totale lasten voor de burgers.
Daarnaast zijn de lokale belastingen veel zichtbaarder dan de
rijksbelastingen. Niemand weet ongeveer, laat staan precies, hoeveel
hij/zij aan BTW, benzineaccijns en loonheffing betaalt. Toch is dit
vele malen meer dan wat deze persoon aan lokale belastingen betaalt.
De lokale belastingen onderscheiden zich namelijk doordat stijgingen
niet onzichtbaar, maar na een open debat, plaatsvinden.
Den Haag, 16 maart 2004
Vereniging Nederlandse Gemeenten