RAAD V DIERENAANGELEGENHEDEN

Adviesraad: diergeneesmiddelensysteem moet worden aangepast

Het systeem van het voorschrijven en afleveren van diergeneesmiddelen moet worden aangepast

Diergeneesmiddelen spelen een belangrijke rol bij het handelen van dierenartsen. Zieke dieren worden met diergeneesmiddelen behandeld om ze beter te maken en preventief worden diergeneesmiddelen ingezet om te voorkomen dat dieren ziek worden. Met betrekking tot het toedienen van diergeneesmiddelen aan dieren is in Nederland een bepaalde structuur ontwikkeld. Op grond van een beoogde herziening van de Europese regelgeving betreffende diergeneesmiddelen, de uitgangspunten van het nieuwe regeerakkoord en de wensen die er leven in de samenleving als het gaat om het toepassen van bepaalde diergeneesmiddelen is gebleken dat de huidige Nederlandse structuur niet meer voldoet. Daarom heeft de Raad voor Dierenaangelegenheden zich, op verzoek van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, gebogen over de vraag hoe het distributie- en kanalisatiesysteem van diergeneesmiddelen in Nederland het beste kan worden (her)ingericht. Een en ander heeft geresulteerd in het advies 'Herinrichting van het distributie- en kanalisatiesysteem van diergeneesmiddelen in Nederland'.

De Raad stelt voor om ten aanzien van voedsel-producerende dieren (zoals koeien, varkens en kippen) te komen tot een structuur waarbij diergeneesmiddelen alleen worden voorgeschreven door de 'eigen' practicus. De practicus zou verplicht kunnen worden de middelen die worden voorgeschreven dagelijks bij een centraal systeem te melden. Op deze wijze wordt voorkomen dat het voorschrijven van diergeneesmiddelen een 'intieme daad' wordt. De Raad stelt verder voor om een systeem mogelijk te maken waarbij het afleveren van diergeneesmiddelen ook door anderen dan de eigen practicus kan geschieden. De Raad wil dat onderzocht wordt of het mogelijk is het vergunningensysteem zodanig aan te passen, dat ook anderen dan dierenartsen of apothekers de vergunning verkrijgen om (bepaalde) UDA-middelen af te mogen leveren.

Binnen de diergeneesmiddelen wordt onderscheid gemaakt tussen POM (prescription only medicines, alleen op recept verkrijgbare geneesmiddelen) en non-POM (zonder recept verkrijgbare) middelen. In Nederland wordt de groep van de POM-middelen nog onderverdeeld in UDA- en UDD-middelen. UDA-middelen zijn diergeneesmiddelen die door de dierenarts of op recept door een apotheker worden afgeleverd en die aan het dier kunnen worden toegediend door de dierenarts of de houder van het dier. UDD-middelen zijn diergeneesmiddelen die alleen door de dierenarts (uit eigen apotheek) mogen worden toegediend. De Raad stelt voor om meer middelen onder het UDA-regime te laten vallen. Alleen die diergeneesmiddelen die een gevaar kunnen vormen voor mens of doeldier dan wel om beleidsmatige redenen een gevaar kunnen vormen, zouden nog de UDD status moeten krijgen.

Tenslotte beveelt de Raad aan de wachttijden voor diergeneesmiddelen binnen de Europese Unie te harmoniseren.

16 maart 2004

MEDEDELING VOOR DE PERS:

Het rapport kunt u opvragen bij de Raad voor Dierenaangelegenheden, info@rda.nl, tel. 070 3785266.

Nadere informatie over het rapport is te verkrijgen bij drs. mr. H. Lommers, adjunct-secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden (tel: 070 3785266; e-mail: H.Lommers@rda.nl). Voor algemene vragen kunt u tevens terecht bij dr. drs. I.D. de Wolf, secretaris van de Raad voor Dierenaangelegenheden (tel.: 070 3785258; e-mail: i.d.de.wolf@rda.nl).

De Raad voor Dierenaangelegenheden is een overlegplatform van organisaties en deskundigen, dat de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij adviseert over strategische vraagstukken op het gebied van de gezondheid en het welzijn van gehouden dieren. Hij baseert zich daarbij op de meest recente ontwikkelingen in de wetenschap en houdt rekening met de opvattingen die leven in de Europese, en in het bijzonder de Nederlandse, samenleving. De Raad ontleent zijn bestaansrecht aan artikel 2 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, waarin is bepaald dat er een raad voor dieren-aangelegenheden dient te zijn. In de Raad participeren vertegenwoordigers van belangenorganisaties, de wetenschap, het bedrijfsleven en de overheid.

16 mrt 04 09:50