Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA 's-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
UB/SIU/2004/19007
Onderwerp Datum
Vervolgacties huisvesting UWV 12 maart 2004
Met mijn brieven van 16 en 17 februari 2004 (Kamerstukken II 2003/4, nr. 26 448, nr. 108
en 109) heb ik u het deskundigenoordeel huisvestingskosten UWV aangeboden, vergezeld
van mijn oordeel hierover. Op 19 februari jl. heb ik met uw Kamer overleg gevoerd over dit
onderwerp. Met deze brief informeer ik u nader over de positie van de heer Joustra.
In het debat van 19 februari jl. gaf ik aan van oordeel te zijn dat de positie van de heer
Joustra onhoudbaar was geworden en dat zijn dienstverband niet kon worden gehandhaafd.
Ik gaf u ook aan dat nog overleg plaatsvond over de rechtspositie van de heer Joustra,
waarbij ik als randvoorwaarden voor dit overleg aangaf te zoeken naar de meest sobere en
snelle oplossing, met respect voor de positie van beide partijen.
In het debat heb ik benadrukt zeer te hechten aan een spoedige afhandeling van deze zaak
met name ook vanuit het oogpunt van noodzakelijke continuïteit van UWV. De taken waar
het personeel voor staat zijn omvangrijk en moeten worden uitgevoerd in een periode
waarin voor het personeel veel verandert, zoals het fusieproces en de noodzakelijke
veranderingen in inhoud en uitvoering van de sociale verzekeringen.
Vanuit deze intentie heb ik de afgelopen weken dan ook een maximale inspanning geleverd
om tot overeenstemming te komen met de heer Joustra over definitieve neerlegging van zijn
functie.
Ik kan u inmiddels melden dat het overleg met de heer Joustra ertoe heeft geleid dat de heer
Joustra het tijdelijk neerleggen van zijn functie als voorzitter van de Raad van Bestuur
UWV heeft verlengd tot 1 april 2004. Per die datum legt hij zijn functie definitief neer.
Binnen een jaar zal de heer Joustra een qua inhoud en beloning passende functie worden
aangeboden. Totdat een passende functie is gevonden, zal de heer Joustra fungeren als
adviseur op nader te bepalen beleidsvelden in het publieke domein. Hij behoudt daarbij zijn
huidige arbeidsvoorwaarden, waarbij van de secundaire arbeidsvoorwaarden, behoudens de
forfaitaire, slechts gebruik zal worden gemaakt voor zover deze in het belang zijn van de
werkzaamheden als adviseur.
2
Over de opvolging van de heer Annink, die door mij op 17 februari jl. als tijdelijk voorzitter
Raad van bestuur UWV is benoemd, informeer ik u nadat ik mij hierover met de
Ondernemingsraad UWV heb verstaan. Tevens zal ik volgende week schriftelijk reageren
op uw verzoek gedaan tijdens de extra procedurevergadering van uw commissie op 9 maart
jl. om een reactie te geven op de brief van de heer Joustra d.d. 5 maart 2004.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlagen:
Brief d.d. 11 maart 2004 van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de
heer mr. T.H.J. Joustra
Brief d.d. 11 maart 2004 van de heer mr. T.H.J. Joustra aan de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid