Den Haag, 11 maart 2004
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Justitie
1.
Hebt u kennisgenomen van de brief van de burgemeester van Hellevoetsluis inzake maatregelen tegen seksueel misbruik d.d. 8 maart jl.,? 1
2.
Erkent u de onmacht die lokale bestuurders ervaren bij de aanpak van seksueel misbruik, namelijk dat ze enerzijds de burgers moeten informeren en anderzijds zich moeten houden aan de privacywetgeving om de daders te beschermen?
3.
Klopt het dat de huidige privacywetgeving onvoldoende mogelijkheden biedt voor Burgemeesters om actief op te treden tegen seksueel misbruik van kinderen en daardoor niet tijdig maatregelen kunnen worden genomen om kinderen te beschermen?
4.
Klopt het dat het aantal recidive onder zedendelinquenten het hoogste is, vergeleken met andere delinquenten? Zo ja, hoe hoog is dit percentage?
5.
Wat vindt u van de suggestie, bij de terugkeer van de zedendelinquent in de samenleving, de burgemeester onder zeer strikte voorwaarden te informeren over de naam van de betrokkene?
6.
Deelt u de mening dat wanneer de burgemeester tijdig wordt geïnformeerd een netwerk om de zedendelinquent wordt gecreëerd van hulpverleners, politie enz. en hierdoor tijdig hulp of ingegrepen kan worden?
7.
Bent u het met de stelling eens dat wanneer de naam bij de burgemeester bekend wordt gemaakt, dit nooit mag leiden tot het weren van zedendelinquenten? Zo ja, op welke wijze gaat u dit voorkomen? Deelt u de mening dat dit instrument alleen gebruikt dient te worden om kinderen te beschermen en de daders te helpen c.q. tijdig maatregelen te nemen?
1. Brief van de burgemeester van Hellevoetssluis d.d. 8 maart 2004
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Aan dit bericht kunnen geen rechten worden ontleend.
Partij van de Arbeid