VNG
VNG tegen invoering werkherkansingsadviseur
VNG tegen invoering werkherkansingsadviseur
Op donderdag 11 maart vergadert de Tweede Kamercommissie Algemene
Zaken en Werkgelegenheid over de invoering van een
werkherkansingsadviseur. De VNG is tegen dit voorstel. Door de
invoering van een dergelijke adviseur miskent de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het maatwerk dat gemeenten al aan hun
cliënten bieden. De werkherkansingsadviseur is een extra schakel in de
keten van werk en inkomen, waardoor het reïntegratieproces onnodig
ingewikkelder en bureaucratischer wordt. De VNG ziet wel
verbetermogelijkheden in de gemeentelijke werkwijze door een verdere
intensivering van het casemanagement. Bij casemanagement staat de
persoonlijke begeleiding van de cliënt om te reïntegreren centraal. De
Tweede Kamer is over ons standpunt ingelicht.
De commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de VNG heeft de
invoering van de werkherkansingsadviseur unaniem afgewezen. De taken
die het ministerie van SZW aan de werkherkansingsadviseur toebedeelt
zijn namelijk al grotendeels in de gemeentelijke organisatie
belegd.
Ten eerste: gemeenten hebben de verantwoordelijkheid te zorgen voor
een goede dienstverlening aan de klanten. Hiervoor hebben gemeenten
diverse instrumenten in huis, zoals klachtenregelingen, afstemming met
lokale cliëntenraden en casemanagement.
Ten tweede bestaat de verordening cliëntenparticipatie, waarbij
gemeenten verantwoordelijk zijn voor een juiste invulling van de
cliëntenparticipatie. Gemeenten dienen deze verordening met de
invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) voor 1 januari 2005 vast
te stellen.
Ten derde worden gemeenten binnen de WWB extra financieel geprikkeld
om maatwerk te leveren aan de cliënt.
Naar aanleiding van het besluit van onze commissie hebben wij de
staatssecretaris van SZW op 27 januari 2004 geadviseerd geen extra
schakel in de keten van werk en inkomen te creëren. Om deze reden
participeren de VNG ook niet in de uitwerking van de
werkherkansingsadviseur. Wij adviseren de staatssecretaris juist meer
en structureel te investeren in casemanagement. Dit voorstel is echter
door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van de
hand gewezen. De minister heeft op 12 februari 2004 de Tweede Kamer
geïnformeerd over zijn standpunt de werkherkansingsadviseur per 1 juli
2004 in te voeren.
Den Haag, 10 maart 2004