Artsen zonder Grenzen
Eigen vermogen en beleggingen
donderdag 11 maart 2004
In de Volkskrant van woensdag 10 maart staat een artikel over het
eigen vermogen van de charitatieve organisaties in Nederland. Ook
Artsen zonder Grenzen wordt in dit artikel genoemd. Tevens komt aan de
orde dat nog steeds veel organisaties hun geld beleggen.
Artsen zonder Grenzen gaat zeer verantwoordelijk om met haar
financiële middelen. Wij beleggen niet en houden er zeer strikte
regels op na betreffende ons eigen vermogen.
Aandelen
Artsen zonder Grenzen belegt geen geld in onroerend goed of aandelen.
Ons beleid is het geld van donateurs zo rechtstreeks mogelijk in te
zetten voor onze missie. Wij krijgen zo nu en dan aandelen in handen
via erfenissen of legaten. Deze verzilveren wij zo snel mogelijk. Wij
speculeren niet met deze aandelen noch met onroerende goederen die we
op deze wijze in handen krijgen.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen kun je onderverdelen in een vrij besteedbaar
vermogenen het vastgelegd vermogen. Het vastgelegd vermogen bestaat
uit donaties die wij ontvingen voor een specifiek project. Deze worden
apart gehouden om ze daadwerkelijk aan deze projecten te kunnen
besteden. Daarnaast zijn in het vastgelegd vermogen de middelen
gereserveerd die nodig zijn voor de financiering van onze voorraden en
bedrijfsmiddelen. In 2002 was het vastgelegd vermogen 1.6 mln.
Het vrij besteedbaar vermogen is geld dat niet bestemd is voor een
bepaald project, dus waarvan Artsen zonder Grenzen zelf kan bepalen
waaraan het uitgegeven wordt. In 2002 was dit 34.4 mln.
Vrij besteedbaar vermogen
Als de opbrengsten van donoren, de Nationale Postcode Loterij of
bijvoorbeeld regeringen onverwacht zouden wegvallen, zien wij het als
onze verantwoordelijkheid dat hulpprogrammas nog enige tijd kunnen
worden voortgezet, en zo nodig verantwoord worden afgebouwd of
overgedragen. In 1991 is door het bestuur van Artsen zonder Grenzen de
financiële reserve vastgesteld op het (over drie jaar gemiddelde)
bedrag dat nodig is om projecten en de bijbehorende
kantooractiviteiten gedurende zes maanden te waarborgen. Deze reserve
noemen we ook wel de conitnuïteitsreserve. Dit is in overeenstemming
met de normen van het internationale samenwerkingsverband waar Artsen
zonder Grenzen deel van uitmaakt.
Eind 2002 zou de noodzakelijke continuïteitsreserve (en daarmee het
vrij besteedbaar vermogen) 36 miljoen euro moeten bedragen. De
werkelijke stand is echter lager, t.w. Euro 34,4 miljoen. Hopelijk is
het batig saldo over 2003 voldoende om deze continuïteitsreserve op
het vereiste niveau te brengen.
---