Ingezonden persbericht
AO Godsdienstvrijheid , d.d. 10-03-2004
Inbreng:
De PvdA heeft waardering voor de notitie van beide Ministers. De nota geeft een algemeen, doch zorgvuldig beeld van de godsdienstvrijheid in de verschillende werelddelen. De nota is een voortzetting/uitwerking van de vorige nota uit 1998, die vooral ook aandacht besteedt aan de internationale fora, b.v. de Raad van Europa en de OVSE. Deze nota is aldus geen startnotitie, doch een voortzetting van het ingezette beleid.
Het centraal stellen van de rechten van de mens is voor de ontwikkelingssamenwerking benadering van de PvdA van groot belang. Extra inspanningen zijn gewenst zeker gezien de toenemende spanningen en misvattingen rond religie.
Een aantal punten:
De PvdA is van mening dat onder de nota een westers wereldbeeld schuilgaat, namelijk een humanistische opvatting over religie.
De Ministers stellen in de inleiding dat het aantal conflicten in naam van de godsdienst is toegenomen. Hiermee wordt een kern geraakt. Echter het "handelen in naam van ." geldt niet alleen t.a.v. conflicten, maar eveneens t.a.v. het doen uitspaken met vergaande gevolgen.
I.h.b.z. wil ik hier refereren aan de uitspraken van kerkelijke leiders betreffende Aids-Hiv, de aantasting van reproductieve rechten en homorechten. Door de vermenging van religie en actie, of door de koppeling van religie en actie, worden andere basismensenrechten geschonden of religies van een etiket voorzien, wat voor de hele religie breed ernstige gevolgen heeft. Maar verwarring wordt veroorzaakt, afkeuring gevoed waardoor onzekerheid en angst toeneemt en tolerantie snel afneemt. Hoe denken de ministers dit tij t.a.v. deze vlaag van vooroordelen te keren.
Antisemitisme komt in de nota veel te beperkt aan de orde in de nota.
Uitdrukkelijk wil de PvdA aandacht vragen voor het rapport van het Eu waarnemeningscentrum voor racisme en xenofobie over antisemitisme. Dit rapport, van jl december, geeft een pijnlijk inzicht in de grove uitingen van antisemitisme in de verschillende Europese landen. Hoe werkt de Minister aan de opvolging van dit rapport? Hoe zal e.e.a ook de Eu agenda verder kleuren? De gestelde conclusies stemmen overeen met het jaarrapport van het CIDI. Het Cidi wijst ook op de gewenning, van zowel daders als slachtoffers van antisemitisme, iets wat o.i. krachtig ter hand moet worden genomen.
E.e.a. wordt o.i. ook veroorzaakt door een grote onbekendheid over religies. Zo ontstaan angsten en vooroordelen, die wereldwijd gevoed worden door t.v. beelden en die onvoldoende werkelijke motieven weergeven. Het wegnemen van die onbekendheid is o.i. dan ook van prominent belang. Voorts vragen we dan ons ook af, of het door de Minister ingezette beleid van dialoog, zelfs op alle niveau's zoals dat nu is ingezet (EU, Ovse,Vn etc.) voldoende vruchten kan afwerpen, zeker daar het in alle gevallen gaat om ernstige overtredingen, waar ernstige misvattingen en noord-zuid denken onder kunnen schuilgaan. Hebben we de goede analyse, hebben we de goede instrumenten. Welke instrumenten, naast dialoog, kan de Minister nog meer ontwikkelen en inzetten het tij van extremistische acties en uitspraken aan te pakken, zonder daarbij de scheiding van kerk en Staat uit het oog te verliezen.
Religie in de ontwikkelingssamenwerking
Religie moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan de ontwikkelingssamenwerking. Tot nu toe is dat in de schaduw gebleven wat niet verwonderlijk is, gezien het veranderende tijdsbeeld. De sessies o.l.v. BBO hebben een eerste bijdrage geleverd aan het debat in deze. Cruciaal daarin dat om religie een bijdrage te laten leveren een aantal punten van groot belang zijn, zoals goed leiderschap, geen tegenstrijdige mensenrechtensituaties (vrouwen,homo's) en minimaal de dialoog daarover, vertrouwen, elkaars "taal"leren spreken, moraal en ethiek. Het leren kennen van elkaars geloof met het daarbij horende normen en waarden patroon is daarin m.i. cruciaal. NGo's, maar ook tussen staten zal deze dialoog bevorderd moeten worden en kennisplatforms hun rol moeten gaan spelen. Deze groei in expertise is volgens de PvdA een must. Binnen programma's en projecten zal hier ruimte voor moeten zijn, die mogelijk dan niet meteen meetbaar in het resultaat te zien zijn, maar wel voortbouwen aan vertrouwen en het opgaan van een gezamenlijke richting.
Landen
Grote zorgen maakt de PvdA zich over de situatie in Iran en Pakistan. In de nota lijkt de Minister hier milder over te oordelen, niet verwonderlijk gezien de b.v. de herstart van de ontwikkelingssamenwerking in Pakistan. Tijdens de parlementaire reis naar Iran is onverkort duidelijk geworden dat, hoewel er formeel parlementszetels zijn voor religieuze minderheden, nauwelijks sprake is van formele en mentale vrijheden. De gesprekken die wel na veel moeite wel mochten voeren met religieuze minderheden, konden geen enkele diepgang hebben, gezien de opzichtige aanwezigheid van veel Iranese overheidsdienaren. Ook steniging werd principieel niet verworpen (stenigingen worden niet meer uitgevoerd om strategische redenen: de slachtoffers worden te populair). T.a.v. Pakistan willen we aandacht vragen voor de dubbele positie van de Pakistaanse regering, waarin enerzijds wordt samengewerkt met de fundamentalistische groepen en anderzijds wordt getracht extremisme uit te bannen. Dit schaken op twee borden is o.i. geen positie om resultaten te boeken op het gebied van de mensenrechten en de godsdienstrechten. Het instandhouden van de blasfemiewetten is daar een voorbeeld van. Waarom dan toch heeft Nederland dan toch nu al besloten tot een hervatting van de o.s. relatie.
Registratiewetgeving:
De registratiewetgeving levert nog steeds grote problemen op in een aantal Europese landen. Het AIV advies is hier door Nederland onder de aandacht gebracht. In het bijzonder vragen we aandacht voor Turkije en de houding van de regering mbt religieuze minderheden; enkele West-Europese landen, waar nog steeds geen sprake is van afstemming van beleid t.a.v. sekten en de Centraal-Europese landen, waar de registratie van godsdiensten vooral gebruikt wordt als controle instrument.
Effectiviteit van de inspanningen:
De PvdA vraagt de Minister hoe hij verder denkt om te gaan met de rapportages van de speciale rapporteur betreffende de vrijheid van godsdienst. Individueel worden, mede dankzij dialoog en rapportages wel successen geboekt, maar al deze inspanningen hebben niet geleidt tot daadwerkelijke successen op landenniveau. Kan de Minister de Kamer informeren over het versterken van de effectiviteit van de inzet van de Rapporteur, kan de Minister inzicht geven in de voortgang van het Comité van Ministers die eveneens de effectiviteit in deze onderzoeken.
---- --