Nieuwe uitspraken van de Belastingkamer van het Gerechtshof te
Amsterdam (week 10)
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 10-03-2004
1. Hof Amsterdam 20 februari 2004, 02/07407, MK 4. Verlies op
onvoorwaardelijk toegekende aandelenopties is geen negatief loon. Het
feit dat andere inspecteurs bij collega's van belanghebbende het
verlies als negatief loon hebben aanvaard leidt niet tot toepassing
van het gelijkheidsbeginsel.
Tekst uitspraak: 'AO4658'
2. Hof Amsterdam 18 februari 2004, 02/06378, 03/01146 en 03/01147, MK
3. "Limited liability company" (LLC) naar het recht van de Amerikaanse
staat Delaware is voor Nederlandse fiscale doeleinden een zelfstandig
belastingplichtig lichaam dat i.c. moet worden aangemerkt als een
vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal. Niet aannemelijk
dat participanten in de VS voor de LLC-winst belastbaar zijn. Geen
analoge toepassing SNC-besluit (BNB 1998/15). Zakelijke netto
rentemarge gesteld op 1/8% van de gemiddeld opgenomen en doorgeleende
gelden.
Tekst uitspraak: 'AO4656'
3. Hof Amsterdam 11 februari 2004, 03/01455, MK 3.
Vaststellingsovereenkomst. "Aflossing van rekening-courantschuld vóór
1 april 2001" houdt niet in aflossing van de per ultimo 1999 bestaande
schuld. Niet per 1 april 2001 afgeloste deel o.g.v.
vaststellingsovereenkomst terecht aangemerkt als uitdeling. Het doel
van de geldopname (financiering eigen woning) ontneemt i.c. aan de
schuld niet het karakter van r-c schuld.
Tekst uitspraak: 'AO4527'
4. Hof Amsterdam 11 februari 2004, 02/06465, EK 17. Partijen zijn
eensluidend van mening dat de WOZ-waarde circa 15% te hoog is
vastgesteld. Verweerder wenst de waarde niet te herzien op grond van
art. 2 Uitv. besl. WOZ. Bezwaar is niet-ontvankelijk.
Tekst uitspraak: 'AO4523'
5. Hof Amsterdam 11 februari 2004, 98/00382, MK 3. Belanghebbende, die
in Duitsland heeft gewerkt en gewoond maar daarna in Nederland is gaan
wonen en geen werkzaamheden meer heeft verricht ontving in de jaren
1994 en 1995 een Duitse sociale verzekeringsuitkering
(Erwerbsunfähigkeitsrente). Het geschil betreft het antwoord op de
vraag of die uitkering terecht is begrepen in het premie-inkomen van
belanghebbende. Hof: gelet op HR 25 juli 2000, nr 34 787, BNB 2001/16
dient het Hof zelfstandig te beoordelen of belanghebbende in 1994 en
1995 nog onderworpen was aan de wettelijke regeling in Duitsland.
Gelet op de ontvangen informatie komt het Hof tot de conclusie dat
belanghebbende vanaf 1977 is opgehouden onderworpen te zijn aan
(premieplicht ingevolge) de wettelijke regeling van Duitsland.
Tekst uitspraak: 'AO3887'
6. Hof Amsterdam 19 januari 2004, 03/01560, MK 2. Het Hof stelt in
verwijzingszaak geen prejudiciële vragen over de vooraftrek van BTW op
verkoopkosten deelneming.
Tekst uitspraak: 'AO3784'
7. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 02/05745, EK 18. WOZ-beschikking is
genomen ten name van de eigenaar op ingangsdatum waardebeschikkingen.
Deze heeft bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking. Bij de uitspraak
op het bezwaar is gedeeltelijk tegemoet gekomen aan het bezwaar.
Nieuwe eigenaar heeft geen nieuwe WOZ-beschikking gevraagd, maar maakt
ook bezwaar tegen WOZ-beschikking vorige eigenaar. Ingevolge artikel
30, eerste lid van de Wet WOZ, in verbinding met artikel 23, eerste
lid, Awr kan de nieuwe eigenaar niet bezwaar maken tegen de
WOZ-beschikking van de vorige eigenaar. Ingevolge artikel 30, eerste
lid, van de Wet WOZ, in verbinding met artikel 26b Awr, kan de nieuwe
eigenaar daardoor ook niet in beroep komen. Beroep niet-ontvankelijk.
Doordat belanghebbende niet een nieuwe WOZ-beschikking ingevolge
artikel 26, eerste lid, Wet WOZ heeft gevraagd, kan het door hem
ingediende bezwaar niet als een prematuur bezwaar tegen de nieuwe
WOZ-beschikking worden aangemerkt.
Tekst uitspraak: 'AO2441'
8. Hof Amsterdam 29 januari 2004, 03/02577, EK 18. Vergoeding voor
extraterritoriale kosten (30% bewijsregeling). Belanghebbenden dienen
aannemelijk te maken dat de werknemer een specifieke deskundigheid
bezit die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is.
Voor werknemers, als bedoeld in artikel 9a, eerste lid
Uitvoeringsbesluit LB 1965, is een werkervaring van 21/2 jaar niet
noodzakelijk. Wel dient voor de beoordeling van specifieke
deskundigheid die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars
aanwezig is rekening te worden gehouden met het niveau van de
opleiding, de relevante werkervaring en het beloningsniveau. Hierbij
is van belang dat de deskundigheid in het algemeen op de Nederlandse
arbeidsmarkt schaars is en niet of dat onder leeftijdgenoten van de
werknemer het geval is en dient geen vergelijking moet worden gemaakt
met beginnende werknemers maar, nu sprake dient te zijn van specifieke
deskundigheid, dient een vergelijking te worden gemaakt met alle
werknemers op de Nederlandse arbeidsmarkt. Belanghebbenden zijn niet
geslaagd in hun bewijs.
Tekst uitspraak: 'AO2433'