Ingezonden persbericht


Actieplan Integriteit en Fraudebestrijding

10 maart 2004 - Tweede kamerfractie PvdA

In toenemende mate maken mensen in Nederland zich druk over een gebrek aan integriteit en kwesties van fraude. Dit kabinet roept burgers op hun eigen verantwoordelijkheid te nemen, werknemers om de lonen te matigen en ambtenaren om soberheid te betrachten in de publieke sector. Dit verliest alle geloofwaardigheid als sprake lijkt van een toenemend gebrek aan integriteit en toenemende fraude, vooral in de hogere regionen van bedrijven en overheidsinstellingen.

In het integriteitdebat moeten niet alle zaken op één hoop gegooid worden. Fraude is een vorm van criminaliteit. Gebrek aan integriteit kan leiden tot fraude, maar wordt vaak breder getrokken. Topbestuurders en ambtdragers in de publieke en private sector moeten het goede voorbeeld geven.

In reactie op gevallen van fraude en gebrek aan integriteit kunnen twee wegen bewandeld worden: alles in regels vast leggen of juist het gewenste gedrag bevorderen. De PvdA kiest in algemene zin voor de laatste benadering. Het gaat om de geest van de wet en niet om de kleine lettertjes. De PvdA wenst geen verdere juridisering van de samenleving, hoewel altijd op onderdelen aanscherping van wetten en regels nodig is. Te grote concentratie van macht in één hand moet worden voorkomen. Steeds zal de PvdA pleiten voor een ordening waarin macht gespreid is en 'checks & balances' bestaan.

Meer dan vroeger tast fraude in het bedrijfsleven het vertrouwen van beleggers aan. Door onjuiste jaarrekeningen, prijsafspraken of handel met voorkennis wordt schade toegebracht aan Nederlandse pensioengelden, het investeringsklimaat en de werkgelegenheid. Fraude en gebrek aan integriteit in de publieke sector tasten het gezag van de overheid en daarmee van de democratie aan.

Er is dus alle reden fraude te bestrijden en integriteit van handelen in bedrijven en overheid te vergroten. Dat kan door tijdig maatregelen te nemen. Daarom presenteert de PvdA dit 'Actieplan Integriteit en Fraudebestrijding'. Het bevat concrete maatregelen en voorstellen die nader zullen terugkomen bij diverse parlementaire behandelingen zoals de code Tabaksblat, de evaluatie van de Mededingingswet, de evaluatie van ZBO-wet, de Commissie Dijkstal en de Wet Financieel Toezicht.

Integriteit vraagt om duidelijke regels en gedragscodes

Integriteitbeleid leden parlement: internationale lessen De PvdA stelt voor te leren van integriteitregels die in andere landen van toepassing zijn zodat daar lessen uit te trekken voor het Nederlandse parlement. Onderwerpen die daarbij aan de orde kunnen komen zijn de combinatie van zakelijke belangen en woordvoerderschap, de rol van Kamerleden als klokkenluider en de verhouding ten aanzien van lobbyisten.

Integriteitbeleid overheidsorganisaties: terugkeer van de ambtelijke eed De PvdA ondersteunt de voorstellen om voor ambtenaren te komen tot een beter integriteitsbeleid en herstel van het gebruik van de ambtelijke eed. De terugkeer van de eed moet gepaard gaan met een goed handhavingsbeleid en een openbaar verslag van de resultaten van dit beleid. Organisaties met een publieke taak: een eigen 'code Tabaksblat'

Voor veel semi-publieke instellingen is aanscherping van de gedragsregels nodig, onder andere ten aanzien van belangenverstrengeling, inkomensbeleid en integriteit. De PvdA bepleit een wettelijk kader voor een dergelijke eigen 'code Tabaksblat'. Het kader benoemt de thema's waarover in de gedragscode uitspraken moeten worden gedaan, regelt de wettelijke verankering van de verslagleggingplicht, transparantie en eventuele mogelijkheden tot introductie van het beginsel 'comply or explain'.

Bedrijfsleven: code Tabaksblat een grotere reikwijdte De code Tabaksblat biedt goede principes en best practices voor beter ondernemingsbestuur en toezicht door Raad van Commissarissen, de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) en de rol van de externe accountant. De reikwijdte moet echter worden vergroot tot alle ondernemingen die vallen onder de Wet Structuurregeling.

Hoge topinkomens: laat de belastingbetaler ook profiteren Hoe graag we ook de topinkomens in de hand willen houden, de PvdA begrijpt dat de overheid geen volledige greep heeft op de ontwikkeling van de topinkomens bij ondernemingen. Maar belastingbetalers in Nederland hoeven hier niet aan mee te betalen. De PvdA wil dat de kosten van optieregelingen voor bestuurders van de onderneming niet langer aftrekbaar zijn. Tevens moet de keuzemogelijkheid worden afgeschaft om opties te belasten bij toekenning. In de toekomst geldt dan voor alle opties dat belasting wordt geheven over de optiewinst.

Fraude: beter opsporen

Toezichthouders; niet alleen overheid maar juist ook burgers, klanten, ouders en patiënten Klanten, werknemers, ouders en patiënten vervullen een rol in het toezicht, in het scherp houden van instellingen en het aankaarten van misstanden. Dat vereist medezeggenschap van werknemers, ouders en patiënten. Bedrijven moeten een klokkenluiderregeling hebben en klokkenluiders moeten wettelijk beschermd worden. Werknemers moeten bij de overheid melding kunnen doen van door hen geconstateerde onregelmatigheden, vermoedens van fraude etc. De PvdA wil dat beleggers en andere consumenten beter en sneller gewaarschuwd worden tegen misstanden via voorlichting en openbare boetes door de financiële toezichthouders zoals AFM en DNB/PVK.

Niet gedogen: uitbreiding capaciteit Openbaar Ministerie Allereerst is het natuurlijk goed te benadrukken dat van iedere burger in Nederland verwacht wordt dat hij/zij zich aan de wet houdt. Dat vereist een duidelijke rechtshandhaving. Niemand wil een ongereglementeerde gedoogcultuur, ook de PvdA niet. Juist op het terrein van de opsporing van financieel-economische fraude heeft de PvdA (aangenomen motie Depla/Hofstra) onlangs de Tweede Kamer in meerderheid doen besluiten tot uitbreiding van de opsporing- en vervolgingscapaciteit door het OM.

Accountants: bij fraude ook een meldingsplicht bij de AFM Voor accountants geldt in de toekomst dat zij worden aangesteld door en rapporteren aan de AvA. Vanzelfsprekend impliceert dit een meldingsplicht bij constatering van fraude bij de opdrachtgever. Op dit moment moeten gevallen van fraude in beginsel extern worden gemeld, namelijk bij de KLPD. De PvdA vraagt zich af of dat in de toekomst niet moet zijn bij de AFM, die immers zowel voor de jaarverslaglegging als voor het toezicht op de accountancy verantwoordelijk is. Van groter belang acht de PvdA echter de mogelijkheid tot het opleggen van sancties aan accountants indien zij gevallen van fraude hebben herkend, c.q. hadden moeten herkennen en er geen melding is gedaan.

Fraude: slimmer en effectiever straffen

Preventieve toets: 'bestuurlijke uitsluiting'
Voor ondernemingen moet gelden dat bij benoeming van bestuurders in de top van de onderneming geen persoon kan worden benoemd die fraude heeft gepleegd, actief betrokken was bij prijsafspraken, veroordeeld is voor handel met voorkennis of valsheid in geschrifte. De PvdA hangt niet aan de vorm, maar vindt dat een dergelijke preventieve toets en 'bestuurlijke uitsluiting' moet komen.

Een grotere aansprakelijkheid bij economische delicten Handel met voorkennis en valsheid in geschrifte zijn duidelijke voorbeelden van (economische) delicten. De PvdA bepleit ook op andere terreinen vergroting van de persoonlijke aansprakelijkheid ("strafbaarheid") voor commissarissen en bestuurders bij bestuurlijk of toezichthoudend falen. In de vele aankomende wetten bij de totale herziening van het Financieel Toezicht (WFT) dient een bestuurlijke boete niet alleen voor het bedrijf maar ook aan een individuele bestuurder van een effecteninstelling, beleggingsinstelling of tussenpersoon opgelegd te moeten kunnen worden.

Omkering van de bewijslast
Omkering van de bewijslast is een middel dat slechts in bijzondere gevallen toegepast kan worden. In beginsel moet schuld worden bewezen. Maar er zijn situaties denkbaar waar omkering van de bewijslast wel aanvaardbaar kan zijn, zoals handel met voorkennis en (mondelinge) prijsafspraken die doelbewust de Mededingingswet omzeilen. Een derde voorbeeld waar omkering van de bewijslast mogelijk is, doet zich voor na de verplichtstelling van de melding van fraude door de accountant. Die melding moet voor het OM gelden als een 'wettelijk bewijsvermoeden'. Het OM kan op basis van een dergelijke melding, op grond van het BW, komen tot een onderzoek naar mogelijk wanbeleid (enquête). Van dit middel wordt thans onvoldoende gebruik gemaakt. Intensivering van de inzet is hard nodig.

Woordvoering: Kris Douma (06-18306024) en Frank Heemskerk (06-18306019)

---- --