Gemeente Utrecht
2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
26 Vragen van mevrouw mw. drs. M.C. Mos
(ingekomen 10 maart 2004)
GroenLinks heeft bemerkt dat het College voor het verstrekken van een daklozenuitkering als voorwaarde stelt dat de dakloze 12 nachten in de nachtopvang moet verblijven. Wij verbazen ons hierover.
In de visienota 'Zorg voor kwetsbaren' en in het raadsvoorstel Wet Werk en Bijstand was de norm van 12 nachten gekoppeld aan het verstrekken van een woontoeslag. Daklozen die meer dan 12 nachten in de nachtopvang verbleven hadden recht op de toeslag, zo luidde het voorstel. Een meerderheid van de gemeenteraad besloot helaas deze toeslag te schrappen. Wat resteerde was het recht op een 55% uitkering. Het criterium van 12 nachten zou niet meer ter zake doen.
Wij zijn in het licht van deze besluitvorming dan ook zeer verbaasd te horen dat het College bij monde van wethouder Spekman nu een nieuwe, eigen versie van de regels verkondigt. Zijn verhaal aan onder meer instellingen is dat een dakloze slechts in aanmerking komt voor een uitkering als hij minimaal 12 nachten in de nachtopvang verblijft. De motivering van de wethouder voor deze interpretatie is dat een deel van de daklozen de boel probeert te flessen. Daarom wordt ook van daklozen die minder dan 12 nachten in de opvang slapen een hulpverleningsplan gevraagd alvorens men aanspraak kan maken op de 55% uitkering.
GroenLinks acht dit alles in regelrechte tegenspraak met het besluit van de raad. Niet alleen hanteert de wethouder alsnog het criterium van 12 nachten, hij voegt ook nieuwe voorwaarden toe die niet door de gemeenteraad zijn geaccordeerd.
De nieuwe voorwaarden die de wethouder stelt zijn schadelijk voor de groep daklozen die probeert terug te keren in het reguliere leven. Hen wordt onnodig een extra drempel opgeworpen. Het is namelijk geen standaard gegeven dat alleen via begeleiding daklozen weer grip kunnen krijgen op hun leven. De wethouder genereert daarmee ook onnodig werk voor de instellingen.
Dit brengt ons tot de volgende vragen:
Klopt onze informatie dat het College in de praktijk aan daklozen die een uitkering aanvragen de voorwaarde stelt dat men 12 nachten in de nachtopvang slaapt of een hulpverleningsplan kan overhandigen?
Kan het College aangeven in welk artikel van de verordeningen werk en bijstand hiertoe een grondslag is te vinden?
Hoe verhoudt de door het College gehanteerde regel zich tot het grondrecht om hulp te weigeren èn het grondrecht om overheidssteun te krijgen als je niet zelf kunt voorzien in een inkomen?
Is het College met GroenLinks van mening dat de koppeling tussen een uitkering en hulpverlening leidt tot vertroebeling van de hulpvraag? Instellingen worden geconfronteerd met een veel groter beroep op de hulpverlening, waarvan een deel geen hulp wil, maar een uitkering. Dit leidt tot verdringing van de oorspronkelijke doelgroep. Hoe beoordeelt het college dit? Op welke wijze wil het college ervoor zorgen dat een ieder die hulp nodig heeft deze ook kan ontvangen?
Kan het College concreet aangeven hoeveel mensen zich het afgelopen jaar onterecht als dakloze hebben gemeld bij de sociale dienst voor een uitkering? Hoeveel van hen deed dit om criminele activiteiten te verhullen? En welke actie heeft het college hierop ondernomen?
Is het College bereid het raadsbesluit naar de letter uit te voeren en te stoppen met de criteria betreffende de 12 nachten en een hulpverleningsplan?
Is het College bereid om daklozen die op eigen wijze marginale huisvesting hebben gevonden, een half jaar de tijd te geven om reguliere huisvesting te vinden, zodat zij echt uit het daklozencircuit kunnen komen?
Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(Verzonden 30 maart 2004)
Nee.
Zie onder 1.
Er is geen sprake van het weigeren van een uitkering op de in deze vraag genoemde gronden; zie verder onder 7.
Er is geen koppeling tussen het verkrijgen van een uitkering en de hulpverlening op de manier zoals in de vraagstelling bedoeld; zie verder onder 7.
In november 2003 waren er 275 daklozen ingeschreven bij SoZaWe. In november 2003 zijn eveneens de registratiepasjes voor de nachtopvang uitgereikt. Direct al hebben 13 "daklozen"gemeld dat zij inmiddels woonden. De meldingen dat er wel gewoond werd zijn vervolgens binnen blijven komen. Vooral bij de eerstvolgende betaaldagen na uitreiking van de pasjes. Inmiddels hebben 75 personen zich als wonenden geregistreerd. Zij vallen niet langer onder de daklozenregeling maar onder de reguliere bijstandscriteria.
Het raadsbesluit op amendement A99 wordt naar de letter uitgevoerd. Dat betekent dat de oorspronkelijke regeling geldt, nl. een toeslag van 5% boven de alleenstaandennorm en gratis nachtopvang gedurende 19 nachten. Als bewijs van het recht op gratis nachtopvang beschikt de dakloze over het registratiepasje, bedoeld onder 5.
Bijstand kan alleen worden verstrekt als vastgesteld kan worden dat iemand feitelijk in Utrecht woont. Als iemand in het geheel geen adres heeft waar hij woont of verblijft is bijstandsverlening mogelijk door centrumgemeenten, waarvan Utrecht er één is (de zgn.1-7 of daklozenregeling). De feitelijke situatie moet dus kunnen worden vastgesteld. Wij maken uit de vraagstelling op, dat met "marginale huisvesting" gedoeld wordt op een situatie waarin door bijzondere omstandigheden nóch het woonadres, nóch dakloosheid kan worden aangetoond, zodat in beginsel geen recht op uitkering bestaat. In de praktijk wordt dit in bepaalde gevallen wel toegestaan gedurende maximaal een half jaar, mits hieraan een goed onderbouwd rapport van een hulpverleningsinstantie ten grondslag ligt. Een rapportage van de hulpverlening kan dus voor de aanvrager een manier zijn om aan zijn inlichtingenplicht te voldoen en zo bijdragen aan het vaststellen van het recht op uitkering, maar is dus geen voorwaarde voor bijstandsverlening. Als de hulpverlenende instantie hieraan niet wil meewerken of de aanvrager geen bemoeienis van de hulpverlening wil, kan de aanvrager zelf aangeven waar hij woont en de omstandigheden toelichten waarom hij zich op dat adres niet kan laten inschrijven cq waarom hij een beroep doet op de daklozenregeling. SoZaWe zal vervolgens de informatie controleren en het recht op bijstand bepalen.
---- --