Algemene Rekenkamer

Algemene Rekenkamer


- 10 maart 2004 -

Informatie in begrotingen en verantwoordingen verbetert gestaag

Publieke verantwoording publiek geld kwestie van volhouden

De Algemene Rekenkamer constateert in het rapport Verantwoording en toezicht bij rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT), deel 4 dat vooruitgang is geboekt in de verantwoording van en het toezicht op de besteding van het publieke geld en de prestaties van RWT's. Maar eveneens is een aantal activiteiten op het gebied van wetgeving, verantwoording en toezicht op RWT's aangehouden. Er is nog steeds geen sprake van adequate waarborgen dat ruim EUR 109 miljard aan publiek geld ook publiek verantwoord wordt.

Veel belangrijke wettelijke taken worden door circa 3200 instellingen buiten het rijk, de zogenoemde 'rechtspersonen met een wettelijke taak', uitgevoerd. Het financiële belang van totaal ruim EUR 109 miljard in 2004 is groter dan de bestedingen bij de rijksoverheid ad EUR 99 miljard (exclusief bijdrage aan de RWT's). Voorbeelden van RWT's zijn onderwijsinstellingen, ziekenfondsen, politieregio's en instellingen als TNO, Kadaster en Staatsbosbeheer. Het is de wet die aan deze organisaties taken ter uitvoering geeft. Het is de bedoeling dat RWT's/ZBO's zich jaarlijks tegenover de minister verantwoorden, onder andere door middel van de jaarrekening waarin zowel informatie over de recht- en doelmatigheid van het bestede geld alsook over de bedrijfsvoering is opgenomen. Vervolgens leggen de ministers op hun beurt van de 'eigen' RWT's verantwoording af aan de Staten-Generaal.

Recente ontwikkelingen
Er is nog geen wettelijk algemeen kader vastgelegd voor verantwoording en toezicht. Hierdoor moeten toezicht en verantwoording nu per RWT/ZBO in de eigen instellingswetten geregeld worden. De Algemene Rekenkamer vraagt zich af of dit doelmatig is.
Het ontwikkelingsproces van een rijksbrede visie op toezicht op de bedrijfsvoering van RTW's en ZBO's is stilgevallen. Bij zes ministeries is geen planning op dit terrein aanwezig en zeven ministeries zijn niet van plan om alle bestaande toezichtsarrangementen in het evaluatieproject naar aanleiding van de 'Kaderstellende visie op toezicht' te betrekken. De Algemene Rekenkamer is van mening dat bij de inrichting van het openbaar bestuur de daarmee gepaard gaande administratieve lasten mede in beschouwing moeten worden genomen. De voorgenomen evaluatie van het beleid rondom ZBO's (RWT's) en van de toezichtsarrangementen vormt naar de mening van de Algemene Rekenkamer een uitgelezen mogelijkheid om tot een goede balans tussen 'regels' en 'eigen verantwoordelijkheid' te komen. Om deze doelmatige balans te bereiken dient het kabinet te bewerkstellingen dat:
* het beleid conform de regels uitgevoerd wordt;
* daaruit evaluatie-informatie komt;

* zodat op basis van die informatie gecorrigeerd kan worden. Administratieve lasten kunnen worden teruggedrongen indien in de evaluatie ook bestaande regels, procedures en kaders worden betrokken.

Wat houdt een toezichtsvisie in?
De Algemene Rekenkamer vindt dat de ministers een visie moeten hebben op hun RWT's, waaruit blijkt welke prestaties en effecten deze moeten leveren, hoe de rechtmatigheid van de bestede gelden gewaarborgd wordt en hoe gezorgd wordt voor een continue publieke dienstverlening van voldoende kwaliteit. De toezichtsvisies voorzover de Algemene Rekenkamer die wel op de ministeries heeft aangetroffen, voldoen hier nog niet aan.

Verantwoording van publiek geld
De RWT's werken aan verdere verbetering van hun verantwoordingen over prestaties en de bedrijfsvoering. Bij het rijk is ook vooruitgang geboekt in de informatie die ministers in hun verantwoordingsstukken opnemen over hun RWT's. De verantwoordingen zijn echter incompleet. Zij bevatten niet alle geldstromen en de minister van Financiën heeft aangegeven daar ook niet naar te streven. Verder wil hij de Staten-Generaal alleen via uitzonderingsrapportages over 'ondermaats presterende' RWT's informeren. De Algemene Rekenkamer vindt dit geen goed idee. De Staten-Generaal heeft voor haar controlerende taak volledige informatie nodig met heldere normen voor rechtmatig en doelmatig functioneren van RWT's.

Reactie ministers
De minister van Financiën geeft, mede namens de ministers van BZK, aan dat ervoor gekozen is om binnen een algemeen kader departementen de gelegenheid te geven tot maatwerk, waar in het verleden vaak gebruik werd gemaakt van gedetailleerde regelgeving. De Algemene Rekenkamer wijst juist op het ontbreken van een dergelijk vastgelegd algemeen kader. Met de minister is de Algemene Rekenkamer van mening dat in zo'n algemeen rijksbreed normenkader ruimte moet zijn om per sector nadere invullingen te geven, toegesneden op specifieke kenmerken voor de beleidsvelden en RWT's.

Tegelijk met dit rapport is de achtergrondstudie Verbreding van de publieke verantwoording uitgebracht. De Algemene Rekenkamer pleit voor een brede publieke verantwoording door ZBO's en RWT's waar ook anderen dan de minister (zoals klanten, maatschappelijke belangenorganisaties en raden van toezicht) gebruik van kunnen maken. Dit betekent dat organisaties zich niet alleen verantwoorden over financiën en prestaties, maar ook bijvoorbeeld over het functioneren van het bestuur en over de manier waarop ze van kwaliteitsinstrumenten (zoals benchmarking of visitaties) gebruikmaken.