Centraal Bureau Levensmiddelen
Persberichten
Brief aan Vaste Commissies voor Justitie en EZ over kansspelen
Inleiding
Op 10 maart 2004 houdt uw commissie samen met de vaste commissie voor
Justitie een algemeen overleg met de ministers van Economische Zaken
en van Justitie over de tweede voortgangsrapportage kansspelen en de
lijst van vragen en antwoorden (24 036/24 557, nr. 287 en 288). Graag
vragen wij, de NSO, brancheorganisatie voor de tabaksdetailhandel
(NSO), de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI) en het
Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), uw aandacht voor de
uniformering van vergunningsvoorwaarden.
Met vraag 9 uit de lijst van schriftelijke vragen gaat uw commissie in
op de uniformering van de vergunningvoorwaarden van loterijen. Het
antwoord van de minister op deze vraag luidt: 'De uniformering van
vergunningvoorwaarden zal bij onderling vergelijkbare kansspelen,
zoals nummerloterijen, op een zo volledig mogelijke wijze
plaatsvinden. Te denken valt in dit verband aan zaken als het (minimum
en maximum) aantal trekkingen, de mogelijkheid om een toegevoegd spel
te organiseren, de invoering van een reclamecode, een minimum leeftijd
voor deelname e.d.'
In het verlengde van dit antwoord pleiten wij voor een minimum
leeftijdsgrens van zestien jaar.
Zestien jaar minimum leeftijd voor deelname aan niet-risicovolle
kansspelen
Een aanzienlijk deel van de niet-risicovolle legale kansspelen in
Nederland wordt verkocht in de tabaksdetailhandel (circa 1700
verkooppunten) en bij benzinestations (circa 900 verkooppunten). Sinds
kort worden ook kansspelen aangeboden via het supermarktkanaal (circa
600 verkooppunten). Het betreft hier de kansspelen van de Stichting
Exploitatie Nederlandse Staatsloterij (de Staatsloterij) en de
Stichting Nationale Sporttotalisator (De Lotto).
Momenteel gelden verschillende leeftijdsregiems. Wij stellen voor om
voor niet-risicovolle kansspelen een leeftijdsgrens in te voeren
analoog aan de leeftijdsgrens voor zwakalcoholi-sche dranken en tabak.
Dat betekent een minimum leeftijd voor het verkrijgen van produc-ten
van de Staatsloterij, De Lotto en de goede-doelenloterijen van zestien
jaar.
Waarom dringen wij hierop aan?
1. Op deze manier wordt het overheidsbeleid consequent doorgevoerd.
Dit beleid schept duidelijkheid voor de consument: in tabakswinkels,
bij benzinepompen en in supermark-ten zijn artikelen verkrijgbaar
waarvoor een leeftijdsgrens van zestien jaar geldt.
2. NSO, VNPI en CBL zien in dit voorstel nog een ander groot voordeel.
Het personeel in de branches is reeds geruime tijd gewend aan
handhaving van de leeftijdsgrens van zestien jaar voor een deel van de
door hen verkochte artikelen. Voor hen is controle hierop inmiddels
dagelijkse praktijk geworden. Controle voor een enkel product op een
andere leeftijdsgrens zal voor onduidelijkheid en onzekerheid zorgen.
Ook zal het problemen met zich meebrengen. Een zeventienjarige
begrijpt niet dat hij wel een breezer mag kopen, maar niet mee mag
spelen met de Voetbaltoto.
3. Ook in het kader van de opleiding van het personeel is één
minimumleeftijd voor de verkoop van diverse producten te prefereren
boven meerdere leeftijdsgrenzen.
4. Wij zijn tevens van mening dat een leeftijdsgrens van zestien jaar
voor niet-risicovolle kansspelproducten beter past bij de
maatschappelijke realiteit waarin jongeren van zestien jaar in
toenemende mate als jongvolwassenen worden beschouwd. Deze realiteit
kwam ook tot uitdrukking bij de bepaling van de leeftijdsgrens voor de
aankoop van tabaksproducten. Een zeer brede kamermeerderheid, te weten
CDA, D66, GroenLinks, PvdA, SP en VVD, steunde de leeftijdsgrens van
zestien jaar.
Vanzelfsprekend zijn wij graag bereid ons voorstel mondeling aan u toe
te lichten.
CBL, mr. M.J. Roos
NSO, mr. J.M.P. Burgering
VNPI, J.G. van der Steen