NEDERLANDS POLITIE INSTITUUT
NPI: Regie toezichthouders moet bij politie blijven.
De operationele regie en aansturing van gemeentelijke toezichthouders
moet bij de politie blijven. Daarmee wordt voorkomen dat twee soorten
handhavers ontstaan die gescheiden van elkaar opereren. De
toezichthouders moeten niet bewapend worden; het geweldsmonopolie
blijft bij de politie die dan ook ingrijpt bij overtreders die zich
verzetten. Het Korpsbeheerdersberaad (Kbb) en de Raad van
Hoofdcommissarissen (RHC) schrijven dit in een brief aan de minister
van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in
reactie op het wetsvoorstel om bestuurlijke boetes mogelijk te
maken.
Een belangrijke reden voor het kabinet om de bevoegdheid voor
bestuurlijke boete te willen invoeren, is het tekort aan handhaving in
het publieke domein. Het capaciteitsprobleem bij politie en justitie
heeft er toe geleid dat volgens het kabinet de afgelopen jaren
onvoldoende aandacht kon worden gegeven aan kleine ergernissen in het
publieke domein. In de brief aan de ministers maken Kbb en RHC wel de
belangrijke kanttekening dat door gezamenlijke initiatieven van
gemeente, politie en justitie de afgelopen jaren al een forse stijging
te zien is van het aantal processen-verbaal. Zo is het aantal
bekeuringen waarbij de overtreder direct werd aangesproken en bekeurd
in 2003 met 48 procent gestegen ten opzichte van 2001 (van ruim 1,2
miljoen tot bijna 1,8 miljoen). Daarmee heeft de politie vorig jaar
meer dan ruimschoots voldaan aan de afgesproken prestaties met de
minister van BZK.
Kbb en RHC erkennen in de brief, dat de invoering van de bestuurlijke
boete kan bijdragen aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid bij het
handhaven van leefbaarheidsdelicten zoals wildplassen, afval dumpen en
overlast van hondenpoep. Er mogen de politie echter geen wettelijke
belemmeringen worden opgelegd die het corrigeren van onaanvaardbaar
gedrag bemoeilijken, zoals het geval is bij het conceptwetsvoorstel
bestuurlijke handhaving van foutief parkeren en stilstaan.
Kbb en RHC wijzen er tot slot op, dat bestuurlijke boeten primair
moeten worden ingezet als middel om handhaving te versterken, waarbij
voorkomen moet worden dat dit middel wordt ingezet vanwege de
opbrengsten.
Noot redactie (