APK-regeling blijft bij het oude
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat houdt vast aan het huidige
keuringsschema van de Algemene Periodieke Keuring (APK) voor personen-
en bestelautos. Dit schrijft de minister vandaag in een brief aan de
Tweede Kamer. Dit betekent dat nieuwe personen- en bestelautos voor de
eerste keer na drie jaar aan een APK-keuring worden onderworpen.
Vervolgens ondergaat de auto elk jaar een keuring.
De minister houdt daarmee vast aan het huidige regime, omdat een
verlaging van de APK-frequentie een verslechtering voor de
verkeersveiligheid en het milieu zou betekenen. In Nederland komt 0,8
tot 0,9 procent van de autos van drie jaar oud niet door de
APK-keuring.
Dit is nagenoeg gelijk aan het percentage afkeurmeldingen over alle
bouwjaren. Het lage percentage is het gevolg van de Nederlandse
systematiek: in tweederde tot driekwart van de gevallen wordt de
keuring direct vooraf gegaan door een onderhoudsbeurt. Zonder de
APK-plicht zal het jaarlijkse onderhoud afnemen, waardoor de kans op
onveiligere en meer milieuvervuilende autos toeneemt.
Wél zal de minister een aantal veranderingen in de APK doorvoeren
waardoor een aantal administratieve lasten kunnen worden verminderd.
Zo levert een verdere automatisering in de documentenafhandeling een
besparing van ongeveer 18 miljoen euro per jaar op. Op verzoek van de
Federatie Historische Automobielclubs (FEHAC) worden voertuigen van
vóór 1960 uitgesloten van de APK-plicht en voor voertuigen ouder dan
30 jaar wordt de APK-plicht teruggebracht van jaarlijks naar
tweejaarlijks.