Gemeente Bladel


---

Samen ruimte creëren voor duurzame energie

Wethouder Frits Pijnenburg ambassadeur voor duurzame energie binnen SRE project

maart 2004

Vier willekeurige, maar 'zeer gedreven' milieuwethouders in de regio Eindhoven en Helmond vinden het de hoogste tijd geworden: het aandeel duurzame energie in de regio moet flink worden uitgebreid. Om de daad bij het woord te voegen bezoeken zij alle 21 gemeenten in de regio om ook de andere bestuurders te motiveren.

De wethouders Jacqueline Kuppens (Eindhoven, GroenLinks), Jan van den Heuvel (Helmond, D66), Mathé Prick (Gemert-Bakel, VVD) en Frits Pijnenburg (Bladel, PvdA) hebben hun doel gesteld:

"in 2020 moet de regio minimaal voldoen aan internationale milieuafspraken die in Kyoto zijn gemaakt". Dat betekent dat 10% van de energie op een duurzame wijze - denk aan zonne- en windenergie - wordt gegenereerd.

Aandeel

De regio Zuidoost-Brabant loopt nu nog achter op dit gebied. Het aandeel ligt onder het landelijke gemiddelde van 2%. In 2010 wil het bestuurlijke "voortrekkersteam" dit percentage opgevoerd hebben naar 5%. De vier wethouders willen op zoek gaan naar innovatieve producten en oplossingen. Ze worden daarbij geholpen door de Milieudienst Regio Eindhoven en de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu (Novem). Ze zouden zich extra gesterkt voelen door een nog op te stellen intentieovereenkomst, ondertekend door alle 21 gemeenten in de regio.

Op het gebied van windenergie, bio-energie - onder meer vergassing van mest, houtafval en industrië-le restproducten - en gebouwgebonden energie - zoals zonneboilers in woningen en kantoren - gaat het viertal werkgroepen bijeenbrengen die nog dit jaar concrete plannen gaan maken. Die moeten uiterlijk in 2005 en 2006 vorm krijgen.

Randvoorwaarden

De gemeenten gaan straks geen energiecentrales exploiteren of windturbines in de regio plaatsen. "Als gemeenten zijn we alleen maar faciliterend bezig. We scheppen de randvoorwaarden waarmee marktpartijen aan de slag kunnen. De samenwerking is de kracht".

De vier wethouders voelen zich enigszins genoodzaakt tot dit initiatief. Kuppens: "We zullen nu, en anders morgen, ons steentje moeten bijdragen aan het nationale beleid. Dat gaat uit van de Kyoto-afspraken. Daar kunnen we beter op vooruitlopen, dan dat we worden overvallen door opgelegde regelgeving."


---