Nederland langs de Europese meetlat
Vandaag verschijnt de publicatie Nederland langs de Europese meetlat. Deze CBS-publicatie geeft een beknopt beeld van de positie van Nederland in de Europese Unie. Ons land wordt voor een aantal onderwerpen vergeleken met de andere lidstaten en waar mogelijk met de nieuwe toetreders.
Dicht bevolkt, maar nog niet erg vergrijsd
Nederland is met afstand het dichtstbevolkte land van de Europese Unie in de huidige samenstelling. Van de tien nieuwe toetreders is alleen Malta dichter bevolkt. De grijze druk in Nederland ligt ruim onder het EU-gemiddelde. In Italië is de vergrijzing het grootst en dat zal naar verwachting ook in 2025 nog zo zijn.
Hoge welvaart, lage economische groei
Nederland heeft het op drie na hoogste bruto binnenlands product (BBP) per hoofd in de Europese Unie. Alleen Luxemburg, Ierland en Denemarken doen het beter. Op Cyprus na hebben de nieuwe toetreders een BBP per hoofd dat onder dat van alle huidige EU-landen ligt. In grootte is Nederland de zesde economie van de Europese Unie en draagt 5 procent bij aan het EU-BBP. Dat is vergelijkbaar met het BBP van de tien nieuw toetredende landen samen.
In de afgelopen jaren stokte de economische groei in de meeste EU-landen. In Nederland was de terugslag groter dan elders. Nederland is een van de weinige landen in de Europese Unie waar de economie kromp in 2003.
Lage werkloosheid, maar ook lage arbeidsproductiviteitsgroei
De werkloosheid in ons land is na Luxemburg de laagste in de EU. Wat betreft de jeugdwerkloosheid scoort Nederland het best van alle EU-landen. In de huidige conjunctuur stijgt de werkloosheid in ons land echter wel sneller dan in de andere landen. De voorafgaande periode van hoge economische groei tot het begin van deze eeuw werd voor Nederland gekenmerkt door een sterke werkgelegenheidsgroei en een beperkte arbeidsproductiviteitsgroei. De arbeidsproductiviteit (de productie per gewerkt uur) ligt nog boven het Europese gemiddelde, maar minder ver dan een aantal jaren geleden.
Onderwijs, wonen, toerisme en ongelijkheid mannen/vrouwen
Het onderwijsniveau van de Nederlandse bevolking is in vergelijking met de rest van Europa redelijk hoog. De overheidsuitgaven aan onderwijs liggen daarentegen net onder het Europese gemiddelde.
Na Duitsland is in Nederland het eigenwoningbezit het laagst. Nederlanders klagen minder over gebrek aan ruimte, geluidsoverlast, vocht in huis en andere woonproblemen dan de gemiddelde Europeaan.
Het inkomende toerisme en andere reisverkeer draagt minder dan 2 procent bij aan de Nederlandse economie. Voor Cyprus en Malta is het belang van reisverkeer met respectievelijk 15 en 22 procent. Nederlanders spenderen slechts eenzesde van hun vakantiebudget in eigen land, terwijl dat in de Zuid-Europese landen ruim boven de helft ligt.
In Nederland is de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen gering in vergelijking met de andere Europese landen. Er is alleen meer gelijkheid tussen de seksen in Zweden, Denemarken en Finland. De ongelijkheid wordt gemeten op het gebied van werk, politiek en inkomen.
Technische toelichting
Grijze druk: het aantal 65-plussers in procenten van de bevolking van 15-64 jaar.
Vergrijzing: het aantal 65-plussers in procenten van de totale bevolking.
PB04-701
9 maart 2004
10.00 uur
Dit is een samenvatting van Nederland langs de Europese meetlat
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persartikel
CBS